Besluit van 21 december 1999, houdende een algemene maatregel van bestuur houdende wijziging van het Warenwetbesluit Zuivel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 september 1999, nr. GZB/VVB/993941, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 8, onder c, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 30 september 1999, no.W13.99.0476/111);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 december 1999, met nummer GZB/VVB/2019508, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Het Warenwetbesluit Zuivel1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, waarna het derde en vierde lid worden vernummerd tot tweede en derde lid.

2. In het derde lid (nieuw) wordt «Ten aanzien van een in het derde lid bedoeld stremsel» vervangen door: Ten aanzien van een in het tweede lid bedoeld stremsel.

B

In bijlage l wordt «artikel 5, derde lid» telkens vervangen door: artikel 5, tweede lid.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het geplaatst wordt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 21 december 1999

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de twintigste januari 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel 5, tweede lid, van het Warenwetbesluit Zuivel was bepaald dat ten aanzien van kaas die bereid is met microbieel stremsel, de vermeldingen «vegetarische kaas» en «bereid met microbieel stremsel» gebezigd dienden te worden. Tijdens het Regulier Overleg Warenwet van 20 april 1999 is gebleken dat de maatschappelijke deelnemers aan dat overleg – industrie, handel en consumenten – geen behoefte meer hebben aan deze extra vermeldingen. Aangezien die bepaling niet voortvloeit uit enig internationaal verdrag waar Nederland partij bij is, en de volksgezondheid of de voorlichting van de consument niet in het geding zijn, bestaat tegen intrekking daarvan geen bezwaar. Dit besluit strekt daartoe.

Het ontwerp van dit besluit is gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 204), aangezien artikel I van het ontwerpbesluit een technisch voorschrift bevat in de zin van die richtlijn. Naar aanleiding van deze notificatie is niet gereageerd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen of een lid-staat.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1994, 813, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 22 september 1999, Stb. 428.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven