Besluit van 8 mei 2000, houdende de wijziging van het Besluit inbeslaggenomen voorwerpen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 29 maart 2000, Directie Wetgeving, nr. 5019536/00/6;

Gelet op de artikelen 118, eerste lid, en 119a van het Wetboek van Strafvordering;

De Raad van State gehoord (advies van 13 april 2000, No. WO 3.00.0141/I).

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 28 april 2000, Directie Wetgeving, nr. 5025950/00/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 1 van het Besluit inbeslaggenomen voorwerpen1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel g wordt geletterd h.

2. Na onderdeel f wordt een nieuw onderdeel g ingevoegd, luidende:

g. De Nederlandsche Bank N.V., wat inbeslaggenomen bankbiljetten betreft, welke vermoed worden vals of vervalst te zijn.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 8 mei 2000

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de drieëntwintigste mei 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

De wijziging van het Besluit inbeslaggenomen voorwerpen heeft tot doel De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) aan te wijzen als instantie ter bewaring van inbeslaggenomen valse of vervalste bankbiljetten. Dit sluit aan bij de aanwijzing van De Nederlandse Munt N.V. als bewaarder van inbeslaggenomen valse, vervalste of geschonden munten. Bovendien past deze wijziging in de huidige en toekomstige ontwikkelingen in Europa ten behoeve van het tot stand brengen van een eenvormige aanpak in de verwerking van valse en vervalste bankbiljetten. Naar aanleiding van de invoering van de chartale euro per 01-01-2002 zijn er in Europees verband afspraken gemaakt tussen de lidstaten ter bestrijding van de valsemunterij inzake de euro waarbij de Europese Centrale Bank (ECB) belast is met de coördinatie ter zake. De ECB bedient zich in Nederland van DNB (voor wat betreft de bankbiljetten) en De Nederlandse Munt N.V. (voor wat betreft het muntgeld).

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1995, 699, gewijzigd bij besluit van 26 februari 1998, Stb. 504.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven