Wet van 25 april 2000 tot wijziging van de regulerende
energiebelasting in verband met het beëindigen van het nihiltarief voor
verbruik van aardgas en minerale oliën door de glastuinbouw
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het vanuit Europeesrechtelijke
overwegingen noodzakelijk is het nihiltarief in de regulerende energiebelasting
voor verbruik van aardgas en minerale oliën door de glastuinbouw te beëindigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel 36i van de Wet belastingen op milieugrondslag1 worden de volgende wijzigingen aangebracht.
A. In het derde lid wordt «nihil» vervangen door: onderscheidenlijk
f 0,6623, f 0,6672 en f 0,7896.
B. In het vierde lid wordt «nihil» vervangen door: f 0,0008
in plaats van f 0,2082, f 0,0004 in plaats van f 0,1144 en
f 0,00006 in plaats van f 0,0154.
C. In het vijfde lid wordt na «het eerste lid, onderdeel d,»
ingevoegd: en het vierde lid.
ARTIKEL II
In afwijking van artikel 83 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994
vindt de tariefwijziging van ARTIKEL X van de Wet van 22 december
1999, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (belastingplan 2000),
Stb. 579, toepassing vanaf het tijdstip waarop dat artikel in werking
treedt.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst met dien verstande dat ARTIKEL I terugwerkt tot en met 1 januari 2000 en ARTIKEL II tot en met 1 mei 2000.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
histnootGegeven te 's-Gravenhage, 25 april 2000
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën,
W. J. Bos
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
L. J. Brinkhorst
Uitgegeven de zestiende mei 2000
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
XNoot
1Stb. 1994, 923, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 1999,
Stb. 579.
XHistnoot
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1999/2000, 26 972.
Hand. II 1999/2000, blz. 4363.
Kamerstukken I 1999/2000, 26 972 (208, 208a).
Hand. I 1999/2000, blz. 1112.