Wet van 25 april 2000 tot wijziging van artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de strafbaarstelling van openlijke geweldpleging te verruimen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 141, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht1 wordt «met verenigde krachten» vervangen door: in vereniging.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 25 april 2000

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de tweede mei 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 20 januari 2000, Stb. 40.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1998/1999, 1999/2000, 26 519.

Handelingen II 1999/2000, blz. 3322–3354; 3418.

Kamerstukken I 1999/2000, 26 519 (199, 199a, 199b).

Handelingen I 1999/2000, zie vergadering dd. 18 april 2000.

Naar boven