Besluit van 6 april 2000, onder meer houdende vaststelling van de organisatie en werkwijze van de regionale verwijzingscommissies in het primair onderwijs en van de regio-indeling van die commissies (Besluit regionale verwijzingscommissies primair onderwijs)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, drs. K. Y. I. J. Adelmund, van 22 september 1999, nr. 1999/38414 (2556), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 24, tweede en vijfde lid, en artikel 28 van de Wet op het primair onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 6 december 1999, nr. WO5.99.0488/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, drs. K. Y. I. J. Adelmund, van 31 maart 2000, nr. WJZ2000/11821 (2556), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de wet: de Wet op het primair onderwijs;

b. Onze minister: Onze minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;

c. permanente commissie leerlingenzorg: een permanente commissie leerlingenzorg als bedoeld in artikel 23 van de wet;

d. schoolbegeleidingsdienst: een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179 van de wet;

e. regionale verwijzingscommissie: een regionale verwijzingscommissie als bedoeld in artikel 24 van de wet.

HOOFDSTUK 2. REGIO-INDELING TEN BEHOEVE VAN DE REGIONALE VERWIJZINGSCOMMISSIES EN AANWIJZING VAN DE VOOR DIE REGIO'S WERKZAAM ZIJNDE REGIONALE VERWIJZINGSCOMMISSIES

Artikel 2. Regio-indeling ten behoeve van de regionale verwijzingscommissies

De regio's, bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de wet, zijn de volgende:

a. regio 1, bestaande uit de volgende gemeenten:

Aa en Hunze

Achtkarspelen

Ameland

Appingedam

Assen

Bedum

Bellingwedde

Boarnsterhim

Bolsward

Borger-Odoorn

Coevorden

Dantumadeel

De Wolden

De Marne

Delfzijl

Dongeradeel

Eemsmond

Emmen

Ferwerderadeel

Franekeradeel

Gaasterlân-Sleat

Groningen

Grootegast

Haren

Harlingen

Heerenveen

Het Bildt

Hoogeveen

Hoogezand-Sappemeer

Kollumerland c.a.

Leek

Leeuwarden

Leeuwarderadeel

Lemsterland

Littenseradiel

Loppersum

Marum

Menaldumadeel

Menterwolde

Meppel

Middenveld

Nijefurd

Noordenveld

Ooststellingwerf

Opsterland

Pekela

Reiderland

Scheemda

Schiermonnikoog

Skarsterlân

Slochteren

Smallingerland

Sneek

Stadskanaal

Ten Boer

Terschelling

Tytsjerksteradiel

Veendam

Vlagtwedde

Vlieland

Westerveld

Weststellingwerf

Winschoten

Winsum

Wûnseradiel

Wymbritseradiel

Zuidhorn

Zuidlaren

b. regio 2, bestaande uit de volgende gemeenten:

Aalten

Almelo

Ambt Delden

Apeldoorn

Bathmen

Bergh

Borculo

Borne

Brummen

Den Ham

Denekamp

Deventer

Didam

Diepenheim

Dinxperlo

Doesburg

Doetinchem

Eibergen

Enschede

Epe

Gendringen

Goor

Gorssel

Groenlo

Haaksbergen

Hellendoorn

Hengelo

Hengelo

Holten

Hummelo en Keppel

Lichtenvoorde

Lochem

Losser

Markelo

Neede

Oldenzaal

Olst

Ootmarsum

Rijnwaarden

Rijssen

Ruurlo

Stad Delden

Steenderen

Tubbergen

Voorst

Vorden

Vriezenveen

Warnsveld

Weerselo

Wehl

Wierden

Winterswijk

Wisch

Zelhem

Zevenaar

Zutphen

c. regio 3, bestaande uit de volgende gemeenten:

Almere

Avereest

Brederwiede

Dalfsen

Dronten

Elburg

Ermelo

Genemuiden

Gramsbergen

Hardenberg

Harderwijk

Hasselt

Hattem

Heerde

Heino

IJsselham

IJsselmuiden

Kampen

Lelystad

Nieuwleusen

Noordoostpolder

Nunspeet

Oldebroek

Ommen

Putten

Raalte

Staphorst

Steenwijk

Urk

Wijhe

Zeewolde

Zwartsluis

Zwolle

d. regio 4, bestaande uit de volgende gemeenten:

Amerongen

Angerlo

Arnhem

Barneveld

Bemmel

Beuningen

Buren

Culemborg

Dodewaard

Druten

Duiven

Echteld

Ede

Elst

Geldermalsen

Gendt

Groesbeek

Heteren

Heumen

Huissen

Kesteren

Lingewaal

Maasdriel

Millingen aan de Rijn

Neerijnen

Nijmegen

Renkum

Rheden

Rhenen

Rozendaal

Tiel

Ubbergen

Valburg

Veenendaal

Wageningen

West Maas en Waal

Westervoort

Wijchen

Zaltbommel

e. regio 5, bestaande uit de volgende gemeenten:

Abcoude

Amersfoort

Baarn

Blaricum

Breukelen

Bunnik

Bunschoten

Bussum

De Ronde Venen

De Bilt

Doorn

Driebergen-Rijsenburg

Eemnes

's-Graveland

Harmelen

Hilversum

Hoevelaken

Houten

Huizen

IJsselstein

Laren

Leersum

Leusden

Loenen

Loosdrecht

Lopik

Maarn

Maarssen

Maartensdijk

Muiden

Naarden

Nederhorst den Berg

Nieuwegein

Nijkerk

Renswoude

Scherpenzeel

Soest

Utrecht

Vleuten-De Meern

Weesp

Wijk bij Duurstede

Woudenberg

Zeist

f. regio 6, bestaande uit de volgende gemeenten:

Akersloot

Alkmaar

Andijk

Anna Paulowna

Bergen

Beverwijk

Castricum

Den Helder

Drechterland

Egmond

Enkhuizen

Graft-De Rijp

Harenkarspel

Heemskerk

Heerhugowaard

Heiloo

Hoorn

Langedijk

Limmen

Medemblik

Niedorp

Noorder-Koggenland

Obdam

Opmeer

Schagen

Schermer

Schoorl

Stede Broec

Texel

Uitgeest

Velsen

Venhuizen

Wervershoof

Wester-Koggenland

Wieringen

Wieringermeer

Wognum

Zijpe

g. regio 7, bestaande uit de volgende gemeenten:

Aalsmeer

Amstelveen

Amsterdam

Beemster

Bennebroek

Bloemendaal

Diemen

Edam-Volendam

Haarlem

Haarlemmerliede c.a.

Haarlemmermeer

Heemstede

Landsmeer

Oostzaan

Ouder-Amstel

Purmerend

Uithoorn

Waterland

Wormerland

Zaanstad

Zandvoort

Zeevang

h. regio 8, bestaande uit de volgende gemeenten:

Alkemade

Alphen aan den Rijn

Bergambacht

Bergschenhoek

Bleiswijk

Bodegraven

Boskoop

Gouda

Hillegom

Jacobswoude

Katwijk

Leiden

Leiderdorp

Liemeer

Lisse

Montfoort

Moordrecht

Nederlek

Nieuwerkerk aan den IJssel

Nieuwkoop

Noordwijk

Noordwijkerhout

Oegstgeest

Ouderkerk

Oudewater

Reeuwijk

Rijnsburg

Rijnwoude

Sassenheim

Schoonhoven

Ter Aar

Valkenburg

Vlist

Voorhout

Voorschoten

Waddinxveen

Warmond

Woerden

Zevenhuizen-Moerkapelle

Zoeterwoude

i. regio 9, bestaande uit de volgende gemeenten:

Berkel en Rodenrijs

De Lier

Delft

's-Gravenhage

's-Gravenzande

Leidschendam

Maasland

Monster

Naaldwijk

Nootdorp

Pijnacker

Rijswijk

Schipluiden

Voorburg

Wassenaar

Wateringen

Zoetermeer

j. regio 10, bestaande uit de volgende gemeenten:

Alblasserdam

Albrandswaard

Barendrecht

Bernisse

Binnenmaas

Brielle

Capelle aan den IJssel

Cromstrijen

Dirksland

Dordrecht

Giessenlanden

Goedereede

Gorinchem

Graafstroom

's-Gravendeel

Hardinxveld-Giessendam

Heerjansdam

Hellevoetsluis

Hendrik-Ido-Ambacht

Korendijk

Krimpen aan den IJssel

Leerdam

Liesveld

Maassluis

Middelharnis

Nieuw-Lekkerland

Oostflakkee

Oud-Beijerland

Papendrecht

Ridderkerk

Rotterdam

Rozenburg

Schiedam

Sliedrecht

Spijkenisse

Strijen

Vianen

Vlaardingen

Westvoorne

Zederik

Zwijndrecht

k. regio 11, bestaande uit de volgende gemeenten:

Aalburg

Alphen-Chaam

Ammerzoden

Asten

Axel

Baarle-Nassau

Bergen op Zoom

Bergeyk

Bernheze

Best

Bladel

Boekel

Borsele

Boxmeer

Boxtel

Breda

Cuijk

Deurne

Dongen

Eersel

Eindhoven

Etten-Leur

Geertruidenberg

Geldrop

Gemert-Bakel

Gilze en Rijen

Goes

Goirle

Grave

Haaren

Halderberge

Hedel

Heesch

Heeze-Leende

Helmond

's-Hertogenbosch

Heusden

Hilvarenbeek

Hontenisse

Hulst

Kapelle

Laarbeek

Landerd

Lith

Loon op Zand

Maasdonk

Maasdriel

Made

Middelburg

Mierlo

Mill en Sint Hubert

Noord-Beveland

Nuenen c.a.

Oirschot

Oisterwijk

Oostburg

Oosterhout

Oss

Ravenstein

Reimerswaal

Reusel-De Mierden

Roosendaal

Rucphen

Sas van Gent

Schijndel

Schouwen-Duiveland

Sint-Michielsgestel

Sint-Oedenrode

Sint Anthonis

Sluis-Aardenburg

Someren

Son en Breugel

Steenbergen

Terneuzen

Tholen

Tilburg

Uden

Valkenswaard

Veere

Veghel

Veldhoven

Vlissingen

Vught

Waalre

Waalwijk

Werkendam

Woensdrecht

Woudrichem

Zevenbergen

Zundert

l. regio 12, bestaande uit de volgenden gemeenten:

Ambt Montfort

Arcen en Velden

Beek

Beesel

Belfeld

Bergen

Born

Broekhuizen

Brunssum

Budel

Echt

Eijsden

Geleen

Gennep

Grubbenvorst

Gulpen-Wittem

Haelen

Heel

Heerlen

Helden

Heythuysen

Horst

Hunsel

Kerkrade

Kessel

Landgraaf

Maasbracht

Maasbree

Maastricht

Margraten

Meerlo-Wanssum

Meerssen

Meijel

Mook en Middelaar

Nederweert

Nuth

Onderbanken

Roerdalen

Roermond

Roggel en Neer

Schinnen

Sevenum

Simpelveld

Sittard

Stein

Susteren

Swalmen

Tegelen

Thorn

Vaals

Valkenburg aan de Geul

Venlo

Venray

Voerendaal

Weert

Artikel 3. Wijziging gemeentenaam

  • 1. Indien ten gevolge van een herindeling op grond van artikel 283, eerste lid, van de Gemeentewet de grenzen van betrokken gemeenten, voorzover die grenzen samenvallen met een deel van de grens van een van de regio's vastgesteld bij deze algemene maatregel van bestuur, niet worden gewijzigd en voor een of meer van de betrokken gemeenten een nieuwe naam wordt vastgesteld, treedt op de datum van de herindeling de naam van de nieuwe gemeente dan wel treden de namen van de nieuwe gemeenten in de plaats van de in artikel 2 opgenomen naam dan wel namen van de eerder bedoelde bij de herindeling betrokken gemeente dan wel gemeenten.

  • 2. Indien ten gevolge van een herindeling op grond van artikel 283, eerste lid, van de Gemeentewet de grenzen van betrokken gemeenten, welke grenzen niet samenvallen met een deel van de grens van een van de regio's vastgesteld bij deze algemene maatregel van bestuur, worden gewijzigd en voor een of meer van de betrokken gemeenten een nieuwe naam wordt vastgesteld, treedt op de datum van de herindeling de naam van de nieuwe gemeente dan wel treden de namen van de nieuwe gemeenten in de plaats van de in artikel 2 opgenomen naam dan wel namen van de eerder bedoelde bij de herindeling betrokken gemeente dan wel gemeenten.

  • 3. Indien op grond van artikel 158, eerste lid, van de Gemeentewet de naam van een gemeente wordt gewijzigd, treedt deze gewijzigde naam op het moment van de naamswijziging in de plaats van de in artikel 2 opgenomen oorspronkelijke naam.

HOOFDSTUK 3. TOTSTANDKOMING, SAMENSTELLING, TAAK EN WERKWIJZE VAN DE REGIONALE VERWIJZINGSCOMMISSIES

Artikel 4. Verzoek tot erkenning van een regionale verwijzingscommissie

Indien in een regio meer schoolbegeleidingsdiensten regionaal werkzaam zijn, overlegt de schoolbegeleidingsdienst die een verzoek tot erkenning van een regionale verwijzingscommissie wil indienen, met de andere schoolbegeleidingsdiensten die in die regio werkzaam zijn. Het verzoek tot erkenning bevat de namen van de voorgestelde leden van de regionale verwijzingscommissie en gaat vergezeld van een verslag van het gevoerde overleg dat door een vertegenwoordiger van elke betrokken schoolbegeleidingsdienst voor akkoord is getekend of gaat vergezeld van verklaringen van de vertegenwoordigers van de betrokken schoolbegeleidingsdiensten, voorzover geen gemeenschappelijk overleg heeft plaatsgevonden.

Artikel 5. Samenstelling van een regionale verwijzingscommissie

  • 1. Een regionale verwijzingscommissie bestaat uit drie leden.

  • 2. De leden van de regionale verwijzingscommissie zijn niet werkzaam voor een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs of een schoolbegeleidingsdienst die is gelegen in de regio waarin de regionale verwijzingscommissie werkzaam is.

  • 3. Een regionale verwijzingscommissie maakt een wijziging van de samenstelling binnen 4 weken aan Onze minister bekend.

Artikel 6. Taak van een regionale verwijzingscommissie

Teneinde de adviestaak, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de wet te kunnen vervullen, houdt de regionale verwijzingscommissie zich op hoofdlijnen op de hoogte van de onderwijskundige mogelijkheden van de basisscholen en de speciale scholen voor basisonderwijs in de regio waarin zij werkzaam is en van de zorgplannen van de samenwerkingsverbanden waarbij de scholen zijn aangesloten.

Artikel 7. Werkwijze van een regionale verwijzingscommissie

  • 1. Indien de permanente commissie leerlingenzorg bij een verzoek tot advisering, bedoeld in artikel 23, vijfde lid, van de wet, onvoldoende gegevens overlegt, kan de regionale verwijzingscommissie besluiten om de adviestermijn, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de wet, met twee weken op te schorten ter aanvulling van de gegevens. Nadat de gegevens zijn aangevuld, of de termijn van twee weken ongebruikt is verstreken, brengt de regionale verwijzingscommissie advies uit.

  • 2. De regionale verwijzingscommissie retourneert na het uitbrengen van het advies, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de wet, alle gegevens die zij ten behoeve van de uitoefening van haar taak heeft ontvangen.

  • 3. De regionale verwijzingscommissie verstrekt op verzoek van de ouders van de desbetreffende leerling aan hen kosteloos een afschrift van het uitgebrachte advies.

  • 4. In het verslag van haar werkzaamheden, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de wet, geeft de regionale verwijzingscommissie in elk geval informatie over:

    a. het aantal verzoeken om advies dat aan haar is gedaan,

    b. de werkwijze die zij heeft gevolgd,

    c. de criteria die zij heeft gehanteerd, en

    d. het aantal gevallen waarin haar advies afwijkt van de door de permanente commissie leerlingenzorg genomen beslissing, en de aard van het advies dat in die gevallen gegeven is.

HOOFDSTUK 4. OVERGANGSBEPALING, INTREKKING BESLUIT, INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

Artikel 8. Overgangsbepaling

Voor zover Onze minister op grond van artikel 24, eerste lid, dan wel artikel 26 van de wet niet anders heeft besloten, zijn voor de op grond van artikel 2 vastgestelde regio's, de volgende regionale verwijzingscommissies werkzaam:

voor regio 1:de regionale verwijzingscommissie verbonden aan de schoolbegeleidingsdienst Groningen ABCG
voor regio 2:de regionale verwijzingscommissie verbonden aan de schoolbegeleidingsdienst Doetinchem
voor regio 3:de regionale verwijzingscommissie verbonden aan de schoolbegeleidingsdienst Stichting Onderwijsadviescentrum Regio Zwolle
voor regio 4:de regionale verwijzingscommissie verbonden aan de schoolbegeleidingsdienst Arnhem
voor regio 5:de regionale verwijzingscommissie verbonden aan de schoolbegeleidingsdienst Utrecht
voor regio 6:de regionale verwijzingscommissie verbonden aan de schoolbegeleidingsdienst Beverwijk
voor regio 7:de regionale verwijzingscommissie verbonden aan de schoolbegeleidingsdienst Amsterdam
voor regio 8:de regionale verwijzingscommissie verbonden aan de schoolbegeleidingsdienst Bodegraven
voor regio 9:de regionale verwijzingscommissie verbonden aan de schoolbegeleidingsdienst Zoetermeer
voor regio 10:de regionale verwijzingscommissie verbonden aan de schoolbegeleidingsdienst Rotterdam
voor regio 11:de regionale verwijzingscommissie verbonden aan de schoolbegeleidingsdienst Breda
voor regio 12:de regionale verwijzingscommissie verbonden aan de schoolbegeleidingsdienst Roermond

Artikel 9. Intrekking Besluit

Het Besluit van 21 december 1998, houdende vaststelling van een nieuwe regio-indeling ten behoeve van de regionale verwijzingscommissies in het primair onderwijs (Stb. 1999, 8) wordt ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

  • 2. Het besluit, bedoeld in het eerste lid, wordt aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal overgelegd. Het koninklijk besluit, bedoeld in het eerste lid, wordt niet genomen dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken en gedurende die termijn niet door of namens de Kamer de wens wordt te kennen gegeven dat het in het onderhavige besluit geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld.

Artikel 11. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit regionale verwijzingscommissies primair onderwijs.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 6 april 2000

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund

Uitgegeven de achttiende april 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Bij de invoering van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en de Wet op de expertisecentra (WEC) (Stb. 1998, 228), per 1 augustus 1998, zijn de regionale verwijzingscommissies (rvc's) die waren ingesteld op grond van de Interimwet speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs (ISOVSO), overgebracht naar de WPO. Tegelijkertijd is de taak die de rvc's onder de werking van de ISOVSO hadden, voor wat betreft de scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (LOM-scholen), scholen voor moeilijk lerende kinderen (MLK-scholen) en de afdelingen voor in hun opvoeding bedreigde kleuters (IOBK-afdelingen) overgedragen aan de permanente commissies leerlingenzorg (pcl's), die nu deze taak verrichten voor de speciale scholen voor basisonderwijs (SBO's).

De rvc's in het primair onderwijs hebben ingevolge de WPO de taak die is neergelegd in artikel 23, vijfde lid, van die wet, namelijk om te adviseren over bezwaarschriften die door belanghebbenden zijn ingediend tegen een door een pcl genomen besluit over de toelaatbaarheid van een leerling tot een SBO.

Bij besluit van 21 december 1998 (Stb. 1999, 8) is het aantal regio's ten behoeve van de rvc's in het primair onderwijs op 12 gesteld. Die vermindering werd mogelijk geoordeeld op grond van de beperking van de taakomvang en de daaruit voortvloeiende vermindering van de werklast van de rvc's. Dat besluit is in werking getreden met ingang van 12 februari 1999 bij koninklijk besluit van 2 februari 1999 (Stb. 1999, 47); het wordt thans ingetrokken.

De regio-indeling die deel uitmaakte van voormeld besluit van 21 december 1998 wordt onderdeel van het onderhavige Besluit regionale verwijzingscommissies, met dien verstande dat in enkele regio's namen van gemeenten zijn geschrapt omdat die gemeenten inmiddels zijn opgeheven, namen van gemeenten zijn toegevoegd omdat die gemeenten zijn ontstaan, dan wel gemeenten van een juiste naamsaanduiding zijn voorzien.

In hoofdstuk 3 van het onderhavige Besluit regionale verwijzingscommissies wordt de totstandkoming, samenstelling, taak en werkwijze van de rvc's geregeld. In verband met de hierboven toegelichte, beperkte taak van de rvc's, legt artikel 5 vast dat een rvc niet langer uit vijf, maar uit drie leden bestaat.

2. Financiële gevolgen

De kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden van de rvc's worden geraamd op 1 mln structureel op jaarbasis. Dit bedrag is voor het eerst op de begroting voor het jaar 1999 gereserveerd.

3. Uitvoering door Centrale ƒ inanciën Instellingen (Cƒ I)

Voor de uitvoeringseenheid Cƒ I zijn de maatregelen in dit besluit uitvoerbaar zonder noemenswaardige vergroting van de uitvoeringslast. Een bedrag daarvoor is dan ook niet opgenomen.

4. Artikelsgewijze toelichting

Artikelen 4 tot en met 7

Krachtens artikel 24, eerste lid, van de WPO kan de minister een rvc erkennen op voorstel van een schoolbegeleidingsdienst (sbd). Artikel 25 van de WPO bepaalt dat een rvc wordt verbonden aan een regionaal werkzame sbd in die regio. In de praktijk zal het de bedoeling zijn van de sbd die het voorstel tot erkenning doet, dat de rvc aan deze sbd wordt verbonden.

Indien in een regio meer dan één sbd regionaal werkzaam is, hoort de minister de desbetreffende sbd's voordat hij een rvc instelt of erkent. Van het gevoerde overleg met de andere sbd's over een voorstel tot erkenning kan blijken doordat bij een dergelijk voorstel van een sbd, een door de sbd's uit de regio voor akkoord getekend verslag is gevoegd van een overleg dat alle sbd's uit die regio over dat voorstel hebben gevoerd.

In plaats van een voor akkoord getekend verslag kan er echter ook een schriftelijke verklaring van de betrokken sbd's bij het verzoek worden gevoegd, bijvoorbeeld indien de sbd's elkaar telefonisch over het voorstel hebben geraadpleegd. Uit het verslag dan wel uit de schriftelijke verklaringen dienen de standpunten van de sbd's te blijken.

Die procedure stemt overeen met de procedure die voorheen werd toegepast bij de totstandkoming van rvc's op grond van de ISOVSO. De procedure op grond van die wet voorzag in het toevoegen van een verslag van een overleg van de samenwerkingsverbanden aan een verzoek tot erkenning.

Zoals uit het bovenstaande blijkt, is er sprake van het erkennen van een rvc indien een voorstel voor de totstandkoming daarvan uitgaat van een sbd. De minister kan echter ook zelf tot instelling van een rvc besluiten. Hij doet dat indien, na opheffing van een rvc, niet binnen 3 maanden een voorstel is ontvangen voor erkenning van een nieuwe commissie, dat wordt ingewilligd. Die opdracht aan de minister is verwoord in artikel 26 van de WPO.

Gezien de beperkte taak van de rvc's op grond van artikel 23, vijfde lid, van de WPO, bepaalt artikel 5, eerste lid, van dit besluit dat een rvc 3 leden telt. Voorheen was op grond van artikel 32a van de ISOVSO, de adviestaak van de rvc's veel ruimer; de rvc besliste over de plaatsbaarheid van leerlingen op scholen of afdelingen van scholen voor speciaal onderwijs. Artikel 23, vijfde lid, van de WPO beperkt de taak van een rvc tot adviseren over bezwaarschriften die tegen een beslissing van een pcl over plaatsing van leerlingen op een speciale school voor basisonderwijs bij die pcl zijn ingediend.

Artikel 5, tweede lid, bepaalt welke functies onverenigbaar zijn met de functie van lid van een rvc. De redactie van dat tweede lid stemt in hoofdlijnen overeen met de bepaling over de samenstelling van een rvc uit de regeling in het Onderwijskundig besluit ISOVSO. Doel van die bepaling was, belangenverstrengeling te voorkomen. De formulering van dit tweede lid dat leden van een rvc niet werkzaam mogen zijn voor een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs of een schoolbegeleidingsdienst die is gelegen in de regio waarin de regionale verwijzingscommissie werkzaam is sluit daarbij aan. De bepaling maakt duidelijk dat een zo groot mogelijke onafhankelijkheid wordt nagestreefd van de leden van een rvc. Zo vloeit uit deze formulering voort dat onder anderen leden van schoolbesturen of van pcl's in de regio die binding hebben met scholen als hierboven genoemd, geen deel mogen uitmaken van de rvc in die regio.

Het derde lid van artikel 5 bepaalt dat een rvc wijzigingen in haar samenstelling aan de minister moet mededelen, omdat het in verband met de verantwoordelijkheid van de minister voor de juiste uitvoering van dit besluit en voor het functioneren van een rvc noodzakelijk is dat hij op de hoogte is van de samenstelling en de kwalificaties van de leden van een rvc. Op deze wijze wordt duidelijk of wordt voldaan aan de opdracht van het tweede lid, met betrekking tot onverenigbaarheid van functies.

Artikelen 8 en 9

Met het intrekken van het Besluit van 21 december 1998, houdende vaststelling van een nieuwe regio-indeling ten behoeve van de regionale verwijzingscommissies in het primair onderwijs (Stb. 1999, 8), vervalt ook de omzetting van de rvc's die in de verschillende regio's werkzaam zijn, die was opgenomen in artikel 2 van dat besluit.

Omdat deze omzetting in stand moet blijven totdat met inachtneming van de procedure op grond van artikel 24, eerste lid, dan wel artikel 26 van de WPO door de minister voor een regio een andere rvc wordt erkend of ingesteld, wordt in een overgangsartikel de in artikel 2 van het Besluit van 21 december 1998 vermelde opsomming van de rvc's, en de koppeling aan de verschillende regio's, opnieuw opgenomen.

Artikel 10

De opdracht tot voorhang van het onderhavige besluit vindt zijn basis in artikel 28 van de WPO.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 9 mei 2000, nr. 89.

Naar boven