Wet van 30 maart 2000 tot wijziging van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe bepalingen op te nemen met betrekking tot de wijziging van de regels omtrent de technische en administratieve inrichting en werking en de beveiliging van de basisadministraties, een periodiek uit te voeren controle op de uitvoering van de regels omtrent de technische en administratieve inrichting en werking en de beveiliging van de basisadministraties, alsmede de juistheid van de daarin opgenomen gegevens, een periodiek te voeren overleg van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met gemeenten en geautoriseerde gebruikers van gegevens uit de basisadministraties, alsmede enige andere wijzigingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt het onderdeel «Onze Minister» te luiden:

– Onze minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;.

B

In artikel 3, derde lid, wordt na «algemene» ingevoegd: en bijzondere.

C

Aan artikel 13 wordt een vierde, vijfde en zesde lid toegevoegd, welke als volgt luiden:

  • 4. In een regeling tot wijziging van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde regels, wordt bepaald op welk tijdstip de voor de uitvoering van die regeling te treffen voorzieningen moeten zijn gerealiseerd en vanaf welk tijdstip die regeling moet worden uitgevoerd.

  • 5. Onze Minister kan na het ingevolge het vierde lid bepaalde tijdstip, onderzoek verrichten naar de getroffen voorzieningen.

  • 6. De artikelen 9, tweede en derde lid, en 12 zijn van overeenkomstige toepassing.

D

Na artikel 23 wordt een nieuw artikel 23a ingevoegd dat luidt:

Artikel 23a

  • 1. Onze Minister overlegt periodiek met een representatieve vertegenwoordiging van de gemeenten, de afnemers en de derden, bedoeld in de artikelen 99 en 109, tweede lid.

  • 2. Alle onderwerpen die bij of krachtens deze wet worden geregeld, lenen zich voor overleg. In ieder geval wordt overleg gepleegd over:

    a. wijzigingen in en aanvullingen op het bepaalde bij of krachtens deze wet;

    b. de uitgangspunten van het te voeren kwaliteitsbeleid;

    c. de uitgangspunten van het beheer van het netwerk en de krachtens artikel 5 in verband daarmee te verstrekken bijdragen.

  • 3. Onze Minister kan met betrekking tot het overleg nadere regels stellen.

E

Na artikel 29 wordt een nieuw artikel 29a ingevoegd dat luidt:

ARTIKEL 29A

  • 1. Inschrijving op grond van artikel 26 of 29 vindt ten aanzien van degene die in Nederland niet als ingezetene is ingeschreven in een basisadministratie en zich in Nederland vestigt, komende vanuit de Nederlandse Antillen of Aruba, niet plaats, dan nadat hij een hem betreffend verhuisbericht, verstrekt door de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in de basisadministratie in de Nederlandse Antillen of Aruba, waar hij laatstelijk als ingezetene was ingeschreven, heeft overgelegd.

  • 2. In het geval dat anderszins blijkt dat het vertrek van de betrokken persoon is verwerkt in de basisadministratie in de Nederlandse Antillen of Aruba waar hij laatstelijk als ingezetene was ingeschreven, of blijkt dat betrokkene daarin niet als ingezetene was ingeschreven, kan het gemeentebestuur afwijken van het bepaalde in het eerste lid.

F

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder b, nummer 1., vervalt «(Stb. 1991, 498)».

2. In het eerste lid, onder b, nummer 2., vervalt «(Stb. 1989, 243)».

3. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Als algemene gegevens worden de gegevens opgenomen die als zodanig zijn vermeld in bijlage I bij deze wet en voor zover het betreft de in het eerste lid, onder a, sub 5, bedoelde gegevens, nader zijn bepaald bij algemene maatregel van bestuur.

G

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onder b, komt te luiden:

b. een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte, een besluit, een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak of een notariële akte, over het desbetreffende feit.

2. Aan het slot van het tweede lid, onder c, wordt toegevoegd: , of bij gebreke daarvan een akte van bekendheid of beëdigde verklaring, bedoeld in artikel 45 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

H

In artikel 41, tweede lid, en artikel 56, derde lid, wordt «voogdijregister» vervangen door: gezagsregister.

I

Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na het zinsdeel «het volgende land van verblijf» ingevoegd: en het eerste adres van verblijf in dat land.

2. In het tweede lid wordt het zinsdeel «het vertrek en het volgende land van verblijf» vervangen door: het vertrek, het volgende land van verblijf en het eerste adres van verblijf in dat land.

3. Toegevoegd wordt een nieuw vierde lid, dat luidt:

  • 4. Indien de ingezetene in de aangifte van vertrek meldt te gaan verblijven in de Nederlandse Antillen of Aruba, verstrekt het gemeentebestuur aan hem kosteloos een verhuisbericht, volgens een door Onze Minister vast te stellen model.

J

Artikel 49, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2. Met betrekking tot de ingeschrevene die in verband met zijn vertrek uit Nederland geen ingezetene is, wordt het eerste adres van verblijf in het volgende land van verblijf opgenomen.

K

In artikel 50 wordt een nieuw zesde lid toegevoegd dat luidt:

  • 6. Het administratienummer van een persoon die laatstelijk als ingezetene was ingeschreven in een basisadministratie in de Nederlandse Antillen of Aruba, wordt bij de inschrijving ontleend aan de mededeling van de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in die basisadministratie.

L

In artikel 53 wordt aan het slot toegevoegd: , of die bij algemene maatregel van bestuur zijn bepaald.

M

In artikel 65, derde lid, wordt aan het slot een volzin toegevoegd die luidt: Indien hij zich in Nederland vestigt, komende vanuit de Nederlandse Antillen of Aruba, is hij verplicht een hem betreffend verhuisbericht over te leggen, verstrekt door de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in de basisadministratie in de Nederlandse Antillen of Aruba, waar hij laatstelijk als ingezetene was ingeschreven.

N

Artikel 68, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2. Hij doet in die aangifte mededeling van dat vertrek, van het volgende land van verblijf en van het eerste adres van verblijf in dat land.

O

In artikel 70, eerste lid, wordt «noodzakelijk» vervangen door: van belang.

P

In artikel 73, onderdeel b, wordt «vanaf» vervangen door: van.

Q

In artikel 100, eerste lid, wordt na «derden» ingevoegd: als bedoeld in deze afdeling.

R

Na artikel 100 wordt een nieuwe afdeling ingevoegd die luidt:

AFDELING 2A DE VERSTREKKING AAN DERDEN IN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA

ARTIKEL 100A

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan een regeling worden getroffen omtrent de verstrekking van algemene, bijzondere en verwijsgegevens aan een verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie in de Nederlandse Antillen of Aruba.

S

In artikel 108, eerste lid, wordt in de eerste volzin «artikel 99» vervangen door: de artikelen 99 en 100a.

T

In artikel 110, onder b, wordt «artikel 98» vervangen door: de artikelen 98 en 100a.

U

Artikel 113, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Van een persoon worden gegevens opgenomen in het vestigingsregister indien die persoon:

    a. op grond van artikel 26 wordt ingeschreven in een basisadministratie,

    b. bij de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in de basisadministratie in de Nederlandse Antillen of Aruba, waar hij laatstelijk als ingezetene was ingeschreven, aangifte van zijn voorgenomen vestiging in Nederland heeft gedaan, en door die verantwoordelijke daarvan mededeling wordt gedaan aan het vestigingsregister, of

    c. aangifte van vertrek heeft gedaan en daarbij meldt te gaan verblijven in de Nederlandse Antillen of Aruba.

V

In artikel 114, eerste lid, wordt «artikel 113» vervangen door: artikel 113, eerste lid, aanhef en onder a,.

W

Na artikel 114 wordt een nieuw artikel 114a ingevoegd dat luidt:

Artikel 114a

  • 1. In het vestigingsregister worden over de in artikel 113, eerste lid, aanhef en onder b en c, bedoelde personen de in artikel 34, eerste lid, onderdeel a, onder 1° tot en met 4°, 6°, 7° en 10°, onderdeel b, onder 1° en onderdeel c, bedoelde gegevens opgenomen.

  • 2. De over een persoon op grond van het eerste lid opgenomen gegevens worden verwijderd en vernietigd indien:

    a. die persoon op grond van artikel 26 wordt ingeschreven in een basisadministratie,

    b. van de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in een basisadministratie in de Nederlandse Antillen of Aruba bericht is ontvangen dat die persoon aldaar als ingezetene is ingeschreven, of

    c. een jaar is verstreken na de dag van opneming van de gegevens.

X

In artikel 115, eerste lid, wordt aan het slot, onder vervanging van de punt door een komma, een volzin toegevoegd die luidt: of voor zover het betreft de personen bedoeld in artikel 113, eerste lid, aanhef en onder b, tevens ten behoeve van de uitvoering van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen andere publiekrechtelijke taken.

Y

In artikel 118, tweede lid, wordt «artikel 99» vervangen door: artikel 99 of 100a.

Z

Artikel 119, tweede lid, onder c, komt te luiden:

c. een bevoegdheid tot het stellen van regels krachtens de artikelen 91, 93, 95, 99, 100a en 109 in samenhang met artikel 116 en krachtens de artikelen 114, 115 en 117, bij Onze Minister blijft.

AA

1. De titel van Afdeling 1 van Hoofdstuk 5 komt te luiden: Toezicht en controle.

2. Na artikel 120 wordt een nieuw artikel 120a ingevoegd dat luidt:

Artikel 120a

  • 1. Het gemeentebestuur laat eens per drie jaar de uitvoering van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde regels alsmede de juistheid van de in de basisadministratie opgenomen gegevens controleren door een van de krachtens het tweede lid aangewezen bedrijven.

  • 2. Onze Minister wijst de bedrijven aan die bevoegd zijn de controle, bedoeld in het eerste en vijfde lid, uit te voeren.

  • 3. Het gemeentebestuur zendt aan Onze Minister een afschrift van de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen onderdelen van de controleresultaten. Het gemeentebestuur maakt deze controleresultaten openbaar. Jaarlijks zendt Onze Minister een uittreksel van deze controleresultaten aan de Registratiekamer.

  • 4. Bij regeling van Onze Minister wordt geregeld welke vergoeding van de kosten van de controle zal plaatsvinden.

  • 5. Indien uit de controle, bedoeld in het eerste lid, blijkt dat niet voldaan wordt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden, laat het gemeentebestuur binnen een jaar een hercontrole uitvoeren op die onderdelen die bij de eerdere controle niet voldeden aan de gestelde voorwaarden. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing.

  • 6. Een hercontrole als bedoeld in het vijfde lid, wordt niet vergoed.

  • 7. De krachtens het tweede lid aangewezen bedrijven, hebben ten behoeve van een controle als bedoeld in het eerste of vijfde lid toegang tot de basisadministratie. Het gemeentebestuur verleent hiertoe de nodige medewerking.

  • 8. Een ieder die is betrokken bij een controle als bedoeld in het eerste of vijfde lid is verplicht tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarover zij de beschikking hebben gekregen, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

  • 9. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels betreffende de controle en hercontrole worden gesteld. In ieder geval worden nadere regels gesteld omtrent de elementen die de controle ten minste moet bevatten.

BB

In artikel 140, eerste lid, wordt «Organisatiewet sociale verzekeringen» vervangen door: Organisatiewet sociale verzekeringen 1997.

CC

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 3, komt de derde volzin als volgt te luiden:

de aantekening dat het gezag over de ingeschrevene door een derde of door twee derden tezamen wordt uitgeoefend dan wel dat over de ingeschrevene voorlopige voogdij wordt uitgeoefend;.

2. Onderdeel 5 komt als volgt te luiden:

  • 5. Gegevens over het verblijfsrecht van de vreemdeling

    de aantekening over het verblijfsrecht;

    datum ingang verblijfsrecht;

    datum beëindiging verblijfsrecht;

    datum mededeling gegeven.

3. In onderdeel 6, wordt aan het slot, onder vervanging van de punt door een puntkomma, een zinsdeel toegevoegd, die luidt: eerste adres van verblijf in het volgend land van verblijf.

ARTIKEL II

A

1. Indien het onderhavige voorstel van wet tot wet wordt verheven en later in werking treedt dan het bij koninklijke boodschap van 20 februari 1999 ingediende voorstel van wet tot wijziging van bepalingen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (Kamerstukken II, 1998–99, 26 410), indien dit tot wet wordt verheven, wordt in de in artikel I, onderdelen E, I en AA van de eerstgenoemde wet opgenomen wijzigingen van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens «gemeentebestuur» steeds vervangen door: college van burgemeester en wethouders.

2. Indien het onderhavige voorstel van wet tot wet wordt verheven en eerder in werking treedt dan het bij koninklijke boodschap van 20 februari 1999 ingediende voorstel van wet tot wijziging van bepalingen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (Kamerstukken II, 1998–99, 26 410), indien dit tot wet wordt verheven, wordt in de in artikel I, onderdelen E, I en AA van de eerstgenoemde wet opgenomen wijzigingen van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het tijdstip dat laatstgenoemde wet in werking treedt «gemeentebestuur» steeds vervangen door: college van burgemeester en wethouders.

B

Indien het onderhavige voorstel van wet tot wet wordt verheven en eerder in werking treedt dan het bij koninklijke boodschap van 20 februari 1999 ingediende voorstel van wet tot wijziging van bepalingen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (Kamerstukken II, 1998–99, 26 410), indien dit tot wet wordt verheven, worden in artikel 3 van hoofdstuk 3 van de laatstgenoemde wet op het tijdstip dat deze in werking treedt, de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In de in onderdeel C opgenomen wijziging van artikel 3, derde lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt na «algemene» ingevoegd: en bijzondere.

2. In de in onderdeel AL opgenomen wijziging van artikel 100, eerste lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt «derden» vervangen door: derden als bedoeld in deze afdeling.

3. In de in onderdeel AR opgenomen wijziging van artikel 109, eerste lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt «de afdelingen 1 en 2» vervangen door: de afdelingen 1, 2 en 2A.

ARTIKEL III

1. De artikelen van deze wet treden, met uitzondering van artikel I, onderdeel AA, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

2. Artikel I, onderdeel AA, van deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 juli 1999.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 30 maart 2000

Beatrix

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R. H. L. M. van Boxtel

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de dertiende april 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1994, 494, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 maart 1998, Stb. 203.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1998/1999, 1999/2000, 26 228.

Handelingen II 1999/2000, blz. 3602–3615, 3711–3712.

Kamerstukken I 1999/2000, 26 228 (179, 179a).

Handelingen I, 1999/2000, zie vergadering d.d. 28 maart 2000.

Naar boven