Besluit van 17 maart 2000, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Produkten voor bijzondere voeding en van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 januari 2000 nr GZB/VVB/2036879, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op richtlijn nr. 1999/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 juni 1999 (PbEG L 172) tot wijziging van richtlijn 89/398/EEG van de Raad van de Europese Unie betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen, alsmede op artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, onder c, artikel 8, onder a, b en c, en artikel 14, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 10 februari 2000, no.W13.00.0031/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 maart 2000 met nummer GZB/VVB/2048966, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Produkten voor bijzondere voeding1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Het woord «produkt» wordt telkens vervangen door: product, en het woord «produkten» wordt telkens vervangen door: producten.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «Onze Minister» vervangen door: de Inspectie Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken te Den Haag.

2. In het vijfde lid wordt «Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap» vervangen door: Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt «lidstaten van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: lidstaten van de Europese Unie, en wordt «Onze Minister» vervangen door: de Inspectie Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken.

2. In het derde lid wordt «Onze Minister» vervangen door: de Inspectie Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken.

D

De bijlage komt te luiden:

Bijlage

Deze bijlage behoort bij artikel 10, eerste lid.

De in artikel 10, eerste lid, bedoelde categorieën van producten voor bijzondere voeding waarvoor bij ministeriële regeling nadere regels kunnen worden vastgesteld zijn:

1. zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding

2. babyvoeding

3. voeding voor energiebeperkte diëten

4. dieetvoeding voor medisch gebruik

5. voeding die is afgestemd op grote spierinspanning, vooral voor sportbeoefenaars

6. voeding voor personen bij wie de glucosestofwisseling is verstoord (diabetici).

ARTIKEL II

Artikel 8, eerste lid, onder g,4°, van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen2 vervalt.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat eet- en drinkwaren die voldoen aan het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding zoals dat onmiddellijk vóór dat tijdstip luidde, nog verhandeld mogen worden tot 8 januari 2001.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 17 maart 2000

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de elfde april 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Op 8 juli 1999 is gepubliceerd richtlijn nr. 1999/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 juni 1999 (PbEG L 172) tot wijziging van richtlijn 89/398/EEG van de Raad van de Europese Unie betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen (verder te noemen: richtlijn 1999/41/EG). Ter uitvoering van richtlijn 1999/41/EG dienen het Warenwetbesluit Produkten voor bijzondere voeding en het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen te worden gewijzigd. Dit besluit strekt daartoe.

In artikel I, onder A, wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt het Warenwetbesluit Produkten voor bijzondere voeding aan te passen aan de huidige spelling.

In artikel I, onder B en C, wordt uit praktische overwegingen bepaald dat voortaan de Inspectie Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken (verder te noemen: Inspectie W&V) in kennis moet worden gesteld van de in artikel 4 van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding bedoelde informatie. Het adres van (de Algemene Directie van) de Inspectie W&V is: postbus 16.108, 2500 BC Den Haag.

Artikel I, onder D, geeft uitvoering aan artikel 1, derde lid, van richtlijn 1999/41/EG. Bij die bepaling van richtlijn 1999/41/EG wordt het aantal categorieën producten voor bijzondere voeding waarvoor bij een bijzondere richtlijn bijzondere bepalingen kunnen worden vastgesteld, teruggebracht van negen naar zes. De redenen voor deze beslissing van de Europese regelgever zijn hieronder nader uiteengezet.

Op dit moment zijn reeds bijzondere richtlijnen vastgesteld voor zuigelingenvoeding, babyvoeding, en energiebeperkte diëten. Voorts zijn er met het oog op de volksgezondheid redenen om overeenkomstig artikel 5 van richtlijn nr. 89/398/EEG van de Raad van de Europese Unie van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen (PbEG L 186), verder te noemen richtlijn 89/398/EEG, in een later stadium óók bijzondere bepalingen vast te stellen voor dieetvoeding voor medisch gebruik en voor voeding die is afgestemd op grote spierinspanning, vooral voor sportbeoefenaars.

Voor de categorie natriumarme levensmiddelen, met inbegrip van natriumarm of natriumvrij dieetzout, en de categorie glutenvrije levensmiddelen, kunnen de verkoop en een doeltreffende officiële controle evenwel afdoende worden geregeld via de algemene bepalingen van richtlijn 89/398/EEG. Deze twee categorieën zijn daarom geschrapt uit bijlage I van richtlijn 89/398/EEG.

Voorts wordt in overweging 5 van richtlijn 1999/41/EG vastgesteld dat het niet duidelijk is of er voldoende onderbouwing bestaat om bijzondere bepalingen vast te stellen voor de categorie voeding voor personen bij wie de glucosestofwisseling is verstoord (diabetici). De Commissie van de Europese Gemeenschappen zal ter zake derhalve advies moeten inwinnen bij onder andere het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding.

Te zijner tijd zal, overeenkomstig de besluitvorming ter zake binnen de Europese Unie, deze categorie alsnog uit de bijlage bij richtlijn 89/398/EEG en het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding worden geschrapt, of zullen bijzondere bepalingen voor deze categorie producten worden vastgesteld.

In de bij dit besluit gewijzigde bijlage bij het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding worden «natriumarme eet- en drinkwaren, met inbegrip van natriumarm of natriumvrij dieetzout» en «glutenvrije eet- en drinkwaren» gezien het voorgaande niet meer genoemd als categorie van producten voor bijzondere voeding waarvoor krachtens artikel 10 van dat besluit nadere regels kunnen worden vastgesteld. Deze eet- en drinkwaren vallen hierdoor binnen de reikwijdte van artikel 4 van dat besluit, inclusief de in het eerste lid van dat artikel beschreven verplichting inzake het toezenden aan de Inspectie W&V van een specimen van de voor de betrokken waar te gebruiken aanduidingen en vermeldingen. De totstandkoming van harmonisatie op dit terrein houdt tevens in dat de nationale bepalingen terzake komen te vervallen (artikel II).

In onderstaande transponeringstabel wordt het verband weergeven tussen richtlijn 1999/41/EG en dit besluit.

Richtlijn 1999/41/EGDit besluit
1.1 en 2– (nu geen implementatie vereist; betreft opdracht aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen)
1.3I.D
2III
3 en 4– (geen implementatie vereist)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1992, 222, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 januari 1998, Stb. 96.

XNoot
2

Stb. 1993, 483, gewijzigd bij besluit van 15 januari 1997, Stb. 20.

Naar boven