Wet van 16 maart 2000, houdende procedurele voorzieningen voor de aanpassing van regelgeving in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Tijdelijke wet regelgevingsprocedures euro)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enige procedurele voorzieningen te treffen voor de aanpassing van de regelgeving in verband met de vervanging van de gulden door de euro;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

  • 1. Indien ingevolge enig wettelijk voorschrift,

    a. over het ontwerp van een regeling of het voornemen tot het treffen van een regeling advies moet worden gevraagd of extern overleg moet worden gevoerd,

    b. van het ontwerp van een regeling kennis moet worden gegeven,

    c. een regeling niet eerder in werking kan treden dan nadat sedert haar bekendmaking een bepaalde termijn is verstreken, of

    d. een regeling bij de wet moet worden goedgekeurd, of

    e. door of namens een van de kamers van de Staten-Generaal of een aantal leden daarvan kan worden verlangd dat het onderwerp of de inwerkingtreding van de regeling bij de wet wordt geregeld, geldt dat voorschrift niet indien de voorgenomen regeling uitsluitend strekt tot het treffen van voorzieningen in verband met de vervanging van de gulden of een andere geld- of rekeneenheid door de euro.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op het horen van de Raad van State.

Artikel 2

  • 1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze wet vervalt op 1 januari 2003.

Artikel 3

Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke wet regelgevingsprocedures euro.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 16 maart 2000

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de elfde april 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1998/1999, 1999/2000, 26 685.

Handelingen II 1999/2000, blz. 3513.

Kamerstukken I 1999/2000, 26 685 (178).

Handelingen I 1999/2000, blz. 819–820.

Naar boven