Wet van 4 februari 1999 tot wijziging van de artikelen 140 en 443 van het Wetboek van Strafrecht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een zwaardere straf te stellen op het deelnemen aan en leiden van organisaties die tot oogmerk hebben het plegen van misdrijven, alsmede op het overtreden van een noodverordening;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 140 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt het woord «vijf» vervangen door «zes» en wordt het woord «vierde» vervangen door «vijfde»;

b. Het derde lid komt als volgt te luiden:

  • 3. Ten aanzien van de oprichters, leiders of bestuurders kunnen de gevangenisstraffen met een derde worden verhoogd.

B

In artikel 443 wordt het woord «twee» vervangen door «drie».

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 4 februari 1999

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de vijfentwintigste februari 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 januari 1999, Stb. 30.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1997/98, 25 638.

Handelingen II 1997/98, blz. 5910–5927; 6014.

Kamerstukken I 1997/98, 25 638, (376); 1998/99, 25 638 (7, 7a, 7b, 7c, 7d).

Handelingen I 1998/99, zie vergadering d.d. 2 februari 1999.

Naar boven