Besluit van 22 januari 1999, houdende de toekenning
van een vaste beloning aan de voorzitter en de leden van het Adviescollege
uitvoering wetten voor oorlogsgetroffenen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
van 12 januari 1999, kenmerk DVVB/MB-U-981572;
Gelet op artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
1. Aan de voorzitter van het Adviescollege uitvoering wetten voor oorlogsgetroffenen
wordt in plaats van een vacatiegeld een vaste beloning ten bedrage van zesduizendzeshonderd
gulden per zes maanden toegekend.
2. Aan de leden van het adviescollege, genoemd in het eerste lid, wordt in
plaats van een vacatiegeld een vaste beloning ten bedrage van tweeduizendachthonderd
gulden per zes maanden toegekend.
3. Indien de voorzitter of een lid van het adviescollege, genoemd in het
eerste lid, niet gedurende de hele termijn van zes maanden de functie van
voorzitter of lid bekleedt, wordt zijn beloning, genoemd in respectievelijk
het eerste en tweede lid, naar evenredigheid vastgesteld.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1
november 1998.
Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met
de uitvoering van dit besluit.
's-Gravenhage, 22 januari 1999
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
Uitgegeven de drieëntwintigste februari 1999
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
Met ingang van 1 november 1998 is het Adviescollege uitvoering wetten
voor oorlogsgetroffenen met zijn werkzaamheden aangevangen.
Het adviescollege heeft tot taak te adviseren over de mogelijkheden van
vereenvoudiging van procedures in het kader van de uitvoering van de wetten
voor oorlogsgetroffenen zonder dat daardoor de bestaande wetssystematiek zal
worden aangetast. In het advies zal worden aangegeven welke maatregelen voor
deze vereenvoudiging noodzakelijk worden geacht.
Het adviescollege is verzocht zijn advies binnen een half jaar uit te
brengen. Gezien deze zeer korte termijn en gelet op de omvang, de gevoeligheid
en daarmee samenhangend de zwaarte van de te verrichten werkzaamheden is besloten
om aan de voorzitter en de leden van het adviescollege een vaste beloning
toe te kennen. Uitgegaan wordt van zeven vergaderdagen voor het adviescollege,
waarbij aan de voorzitter nog eens een viertal extra voorbereidingsdagen wordt
toegekend.
De vaste beloning moet overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van het Vacatiegeldenbesluit
1988 al naar gelang de zwaarte van de werkzaamheden worden vastgesteld op
een bedrag overeenkomende met een evenredig deel van de jaarwedde volgens
de schalen van burgerlijke rijksambtenaren, met een maximum van 50% van de
jaarwedde volgens het eerste niveau na schaal 18.
Daarop gelet, alsmede op het aantal voorbereidings- en vergaderdagen,
is de vergoeding van de voorzitter en de leden vastgesteld op respectievelijk
f 6600,– en f 2800,– per zes maanden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers