Besluit van 6 februari 1999 tot wijziging van het Kiesbesluit en het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens betreffende de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten behoeve van burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gedaan mede namens Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid van 18 januari 1999, nummer CW98/U61483;

Gelet op artikel Y 32, vierde lid, van de Kieswet en artikel 34 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

De Raad van State gehoord (advies van 28 januari 1999, nummer W04.99.0026);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, uitgebracht mede namens Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid van 29 januari 1999, nummer CW99/U53726;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Het Kiesbesluit1 wordt als volgt gewijzigd:

In Hoofdstuk Y wordt na artikel Y 1 een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel Y 1a

De formulieren voor het verzoek, bedoeld in artikel Y 32, eerste lid, van de Kieswet, zijn ten minste 6 weken voor de dag en op de dag van kandidaatstelling verkrijgbaar ter secretarie van elke gemeente.

Artikel II

Het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens2 wordt als volgt gewijzigd:

Onderdeel 2 van bijlage 2 bij artikel 59, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens komt te luiden:

2. Gegevens die noodzakelijk zijn in verband met de uitvoering van de Kieswet

aanduiding omtrent het Europees kiesrecht;

datum verzoek of mededeling Europees kiesrecht;

einddatum uitsluiting Europees kiesrecht;

aanduiding omtrent de uitsluiting van het kiesrecht;

einddatum uitsluiting kiesrecht;

gemeentecode van de gemeente waar het document waaraan de gegevens over het kiesrecht zijn ontleend zich bevindt;

datum van ontlening van de gegevens over het kiesrecht;

beschrijving van het document waaraan de gegevens over het kiesrecht zijn ontleend.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 1999.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 6 februari 1999

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R. H. L. M. van Boxtel

Uitgegeven de drieëntwintigste februari 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Ter nadere uitvoering van richtlijn nr. 93/109/EG van de Raad van de Europese Unie van 6 december 1993 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten behoeve van burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (PbEG L 329), is de Kieswet gewijzigd (kamerstukken 26 052). De wijziging in de Kieswet heeft een wijziging in het Kiesbesluit en een wijziging in het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens tot gevolg.

Artikel I Wijziging van het Kiesbesluit

In artikel Y 32 van de Kieswet is de registratie van de kiesgerechtigden die onderdaan zijn van een andere lidstaat geregeld. De onderdaan van een andere lidstaat heeft in beginsel de mogelijkheid om zich als kiezer voor de verkiezingen van het Europees Parlement in de lidstaat van verblijf te laten registreren. Registratie zal, overeenkomstig artikel 9, eerste lid, van de bovengenoemde richtlijn, uitsluitend nog op verzoek van de kiesgerechtigde plaatshebben. Hiertoe dient een formulier te worden ingevuld. Dit formulier, het zogenoemde model Y 32, wordt bij ministeriële regeling vastgesteld.

Aan het Kiesbesluit wordt een bepaling toegevoegd, te weten artikel Y 1a, waarin wordt geregeld dat het bedoelde formulier kosteloos ter secretarie van iedere gemeente in Nederland verkrijgbaar is. Zoals in de memorie van toelichting bij het voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet (kamerstukken II 1997/98, 26 052, nr. 3, p. 6) is aangegeven, stellen wij ons voor dat een onderdaan van een andere lidstaat, die aangifte van verblijf en adres doet bij het bestuur van de gemeente waar hij zich vestigt, wordt gewezen op de mogelijkheid zich als kiezer voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement te laten registreren en dat hem daartoe het bewuste formulier wordt overhandigd.

Artikel II Wijziging van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

De eerdergenoemde richtlijn bepaalt in artikel 9, eerste lid, dat onderdanen van andere lidstaten dan de lidstaat waarin zij verblijven, op hun verzoek als kiezer worden geregistreerd voor de verkiezingen van het Europees Parlement. Op grond van artikel 34 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA), worden gegevens die noodzakelijk zijn in verband met de uitvoering van de Kieswet opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Door de wijziging van de Kieswet geldt dit eveneens voor de registratie van de kiesgerechtigdheid voor het Europees Parlement van onderdanen van andere lidstaten, die in Nederland verblijven.

De te registreren kiesrechtgegevens zijn vermeld in bijlage 2 bij het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Besluit GBA). De wijziging van de Kieswet noodzaakt tot een aanvulling van bijlage 2 bij het Besluit GBA. Artikel II van dit besluit voorziet hierin.

Artikel III Inwerkingtreding

De inwerkingtreding van dit besluit en de daaraan verbonden terugwerkende kracht sluiten aan bij die van het wetsvoorstel 26 052 tot wijziging van de Kieswet. Artikel Y 1a Kiesbesluit bepaalt dat de registratieformulieren ten minste 6 weken voor de dag van kandidaatstelling (28 april 1999) en op de dag van kandidaatstelling verkrijgbaar zijn bij de gemeentesecretarie. Dit staat er uiteraard niet aan in de weg dat de formulieren ook eerder verkrijgbaar zijn. Bovendien is het noodzakelijk dat de gemeentelijke basisadministratie tijdig is ingericht, teneinde de van belang zijnde gegevens te kunnen registreren ruim voor de laatste dag waarop kiezers een registratieverzoek kunnen indienen. Om deze redenen wordt een terugwerkende kracht tot en met 1 januari 1999 aan het besluit gegeven.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R. H. L. M. van Boxtel


XNoot
1

Stb. 1989, 471, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 9 april 1998, Stb. 257.

XNoot
2

Stb. 1995, 30, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 22 december 1998, Stb. 1999, 5.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven