Besluit van 8 december 1999, houdende wijziging van de bijlagen bij de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de Wet inzake de wisselkantoren, de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 en de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994, alsmede wijziging van het Besluit toezicht beleggingsinstellingen, het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 en enkele uitvoeringsbesluiten van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf en van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 6 augustus 1999, no. BGW 99/1761-M, Generale Thesaurie, Directie Binnenlands Geldwezen;

Gelet op de artikelen 33d, eerste lid, tweede volzin, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, 48d, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, 90d, eerste lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992, 93d, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, 188d, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, artikel 23c, eerste lid, van de Wet inzake de wisselkantoren, artikel 13c, eerste lid, van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 en artikel 9c, eerste lid, van de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994;

De Raad van State gehoord (advies van 26 augustus 1999, no. WO6.99.0440/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 2 december 1999, no. BGW 99-1944-U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De bijlage als bedoeld in artikel 33d van de Wet toezicht beleggingsinstellingen1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Het opschrift komt te luiden: Bijlage, bedoeld in artikel 33d, eerste lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Op grond van artikel 33f, tweede lid, behoeft de betrokkene niet in de gelegenheid te worden gesteld om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd, indien het een overtreding betreft waarvoor tariefnummer 1 of 2 is vastgesteld.

C

In de tabellen 1 en 2 wordt het opschrift «Overtreding van voorschriften gesteld, bij of krachtens artikel:» vervangen door: Overtreding van voorschriften, gesteld bij artikel:.

ARTIKEL II

Het Besluit toezicht beleggingsinstellingen2 wordt gewijzigd als volgt:

A

Na paragraaf V wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ V A. Bepaling ter uitvoering van artikel 33d, eerste lid, van de wet

Artikel 45a
  • 1. Het bedrag van de boete, bedoeld in artikel 33d, eerste lid, van de wet wordt bepaald op de wijze, voorzien in bijlage C.

  • 2. De toezichthoudende autoriteit kan het bedrag van de boete lager stellen dan in de bijlage is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.

B

Toegevoegd wordt een bijlage, luidende:

Bijlage C behorende bij artikel 45a van het Besluit toezicht beleggingsinstellingen

Artikel 1

Voor de overtredingen, genoemd in de tabel, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk VII B van de wet, zijn de bedragen als volgt vastgesteld:

Tariefnummer:Bedrag (vast tarief):
1. f 1 000,=
2. f 2 000,=
2a. f 4 000,=
3. f 12 000,=
4. f 48 000,=
5.f 192 000,=
Artikel 2
  • 1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar eigen vermogen van toepassing, met de daarbij behorende factor:

    Categorie-indeling normgeadresseerden

    Categorie I: beleggingsmaatschappijen, beleggingsfondsen en bewaarders, met een eigen vermogen van minder dan f 1 miljoen; Factor 1;

    Categorie II: beleggingsmaatschappijen, beleggingsfondsen en bewaarders met een eigen vermogen van ten minste f 1 miljoen maar minder dan f 10 miljoen; Factor 2;

    Categorie III: beleggingsmaatschappijen, beleggingsfondsen en bewaarders met een eigen vermogen van ten minste f 10 miljoen maar minder dan f 100 miljoen; Factor 3;

    Categorie IV: beleggingsmaatschappijen, beleggingsfondsen en bewaarders met een eigen vermogen van ten minste 100 miljoen maar minder dan f 1 miljard; Factor 4;

    Categorie V: beleggingsmaatschappijen, beleggingsfondsen en bewaarders met een eigen vermogen van ten minste f 1 miljard; Factor 5.

  • 2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, bedoeld in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor behorende bij de categorie naar eigen vermogen, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de gegevens omtrent het vermogen niet aan de toezichthoudende autoriteit beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

Artikel 3

Op grond van artikel 33f, tweede lid, van de wet behoeft de betrokkene niet in de gelegenheid te worden gesteld om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd, indien het een overtreding betreft waarvoor tariefnummer 1 of 2 is vastgesteld.

TABEL

Overtreding van voorschriften, gesteld bij artikel:Tariefnummer:
103
11, eerste lid, eerste volzin3
11, tweede lid3
12, eerste lid, eerste volzin3
12, eerste lid, tweede volzin1
12, tweede lid, eerste volzin3
12, tweede lid, tweede volzin1
12, derde lid, eerste volzin3
12, derde lid, tweede volzin1
133
14, eerste lid2
14, tweede lid3
152a
17, eerste lid1
18, eerste lid3
18, tweede lid3
18, derde lid3
18, vierde lid3
18, vijfde lid1
19, eerste lid3
19, derde lid3
19, vierde lid1
20, eerste lid3
20, tweede lid, eerste volzin3
20, tweede lid, tweede volzin3
20, derde lid, eerste volzin1
20, derde lid, tweede volzin1
20, vierde lid, eerste volzin3
20, vierde lid, tweede volzin3
20, vierde lid, derde volzin1
21, eerste lid3
21, tweede lid3
22, eerste lid4
22, tweede lid3
22, derde lid1
23, eerste lid3
23, tweede lid1
23, derde lid3
23, vierde lid3
23, vijfde lid1
254
264
27, eerste lid4
27, tweede lid3
28, eerste lid4
28, tweede lid4
304
31, eerste lid4
32, eerste lid4
32, tweede lid4
33, eerste lid3
33, tweede lid4
354
374
38, eerste lid4
38, derde lid4
39, eerste lid2
39, tweede lid4
423
431
44, eerste lid3
44, tweede lid4
45, eerste lid3

ARTIKEL III

De bijlage als bedoeld in artikel 48d van de Wet toezicht effectenverkeer 19953 wordt gewijzigd als volgt:

A

Het opschrift komt te luiden: Bijlage, bedoeld in artikel 48d, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.

B

In artikel 1 wordt na tariefnummer «2» en het daarbij behorende bedrag «f 2 000,=» ingevoegd «2a» met het daarbij behorende bedrag «f 4 000,=».

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Op grond van artikel 48f, tweede lid, behoeft de betrokkene niet in de gelegenheid te worden gesteld om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd, indien het een overtreding betreft waarvoor tariefnummer 1 of 2 is vastgesteld.

D

1. In tabel 1 wordt het opschrift «Overtreding van voorschriften gesteld, bij of krachtens artikel:» vervangen door «Overtreding van voorschriften, gesteld bij artikel:» en wordt aan het slot van tabel 1 toegevoegd «46d» met het daarbij behorende tariefnummer «2a».

2. In tabel 2 wordt het opschrift «Overtreding van voorschriften gesteld, bij of krachtens artikel:» vervangen door «Overtreding van voorschriften, gesteld bij artikel:» en wordt in tabel 2 «29, vijfde lid» vervangen door «29, tweede lid».

ARTIKEL IV

Het Besluit toezicht effectenverkeer 19954 wordt gewijzigd als volgt:

A

Na Hoofdstuk VI wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK VI A. Bepaling ter uitvoering van artikel 48d, vijfde lid, van de wet

Artikel 45a
  • 1. Het bedrag van de boete, bedoeld in artikel 48d, vijfde lid, van de wet, wordt bepaald op de wijze, voorzien in bijlage B.

  • 2. De toezichthouder kan het bedrag van de boete lager stellen dan in de bijlage is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.

B

In de kop van de bijlage wordt het woord «BIJLAGE» vervangen door: BIJLAGE A.

C

Toegevoegd wordt een bijlage, luidende:

BIJLAGE B Behorende bij artikel 45a

Artikel 1

Voor de overtredingen, genoemd in de tabel, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk XII B van de wet, zijn de bedragen als volgt vastgesteld:

Tariefnummer:Bedrag (vast tarief):
1.f 1 000,=
2.f 2 000,=
2a.f 4 000,=
3.f 12 000,=
4.f 48 000,=
5.f 192 000,=
Artikel 2
  • 1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar eigen vermogen van toepassing, met de daarbij behorende factor:

    Categorie-indeling normgeadresseerden

    Categorie I: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van minder dan f 300 000; Factor 1;

    Categorie II: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van ten minste f 300 000 maar minder dan f 600 000; Factor 2;

    Categorie III: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van ten minste f 600 000 maar minder dan f 1 miljoen; Factor 3;

    Categorie IV: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van ten minste f 1 miljoen maar minder dan f 10 miljoen; Factor 4;

    Categorie V: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van ten minste f 10 miljoen; Factor 5.

  • 2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, bedoeld in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor behorende bij de categorie naar eigen vermogen, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de gegevens omtrent het vermogen niet aan Onze Minister beschikbaar zijn gesteld, kan Onze Minister aan degene aan wie de boete wordt opgelegd, verzoeken deze gegevens binnen een door hem te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

Artikel 3

Op grond van artikel 48f, tweede lid, van de wet behoeft de betrokkene niet in de gelegenheid te worden gesteld om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd, indien het een overtreding betreft waarvoor tariefnummer 1 of 2 is vastgesteld.

TABEL

Overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens artikel:Tariefnummer:
23
3, eerste lid4
4, eerste volzin3
4, tweede volzin3
5, eerste lid3
5, tweede lid3
5, derde lid3
6, eerste lid3
6, tweede lid3
7, tweede lid, eerste volzin3
7, tweede lid, tweede volzin3
7, derde lid2a
7, vierde lid2a
7, vijfde lid3
7, zesde lid2a
7, zevende lid2a
7, achtste lid2a
7, tiende lid2a
7, twaalfde lid1
9, eerste volzin4
9, tweede volzin1
22, eerste lid2
22, vierde lid2a
22, vijfde lid2
23, eerste lid2a
23, tweede lid2
23, derde lid4
242a
25, eerste lid2a
25, tweede lid2a
25, derde lid2a
272a
282
29, eerste lid, eerste volzin2a
29, eerste lid, tweede volzin2a
30, eerste lid2a
30, tweede lid2a
321
34, eerste lid2a
34, derde lid2
34, vijfde lid2a
352a
36, eerste lid2a
36, tweede lid2a
36, derde lid2a
382
39, eerste lid, eerste volzin3
39, eerste lid, tweede volzin2a
40, eerste lid2a
40, tweede lid2a

ARTIKEL V

De bijlage als bedoeld in artikel 90d van de Wet toezicht kredietwezen 19925 wordt gewijzigd als volgt:

A

Het opschrift komt te luiden: Bijlage, bedoeld in artikel 90d, eerste lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Op grond van artikel 90f, tweede lid, behoeft de betrokkene niet in de gelegenheid te worden gesteld om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd, indien het een overtreding betreft waarvoor tariefnummer 1 of 2 is vastgesteld.

ARTIKEL VI

De bijlage als bedoeld in artikel 93d van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf6 wordt gewijzigd als volgt:

A

Het opschrift komt te luiden: Bijlage, bedoeld in artikel 93d, eerste lid, van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Indien het een overtreding betreft waarvoor tariefnummer 1 is vastgesteld en waarop de tabellen 1 of 2 van toepassing zijn of waarvoor tariefnummer 2 is vastgesteld indien tabel 2 van toepassing is, behoeft op grond van artikel 93f, tweede lid, de betrokkene niet in de gelegenheid te worden gesteld om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd.

C

In de tabellen 1 en 2 wordt telkens het opschrift «Overtreding van voorschriften gesteld, bij of krachtens artikel:» vervangen door: Overtreding van voorschriften, gesteld bij artikel:.

ARTIKEL VII

Het Besluit solvabiliteitsmarge natura-uitvaartverzekeringsbedrijf7 wordt gewijzigd als volgt:

A

Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a

  • 1. Het bedrag van de boete, bedoeld in artikel 93d, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf wordt bepaald op de wijze, voorzien in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. De Verzekeringskamer kan het bedrag van de boete lager stellen dan in de bijlage is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.

B

Toegevoegd wordt een bijlage, luidende:

Bijlage, bedoeld in artikel 7a, eerste lid

Artikel 1

Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij de artikelen 4, 5 en 6, eerste lid, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk 10 B van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, bedraagt f 12 000,=.

Artikel 2
  • 1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing, met de daarbij behorende factor:

    Categorie-indeling normgeadresseerden

    Categorie I: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van minder dan f 10 miljoen; factor 1;

    Categorie II: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 10 miljoen maar minder dan f 50 miljoen; factor 2;

    Categorie III: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 50 miljoen maar minder dan f 250 miljoen; factor 3;

    Categorie IV: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 250 miljoen maar minder dan f 1 miljard; factor 4;

    Categorie V: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 1 miljard; factor 6.

  • 2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal.

  • 3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de Verzekeringskamer beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

ARTIKEL VIII

Het Besluit staten natura-uitvaartverzekeringsbedrijf8 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt «in de bijlage» vervangen door: in bijlage A.

B

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

  • 1. Het bedrag van de boete, bedoeld in artikel 93d, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf wordt bepaald op de wijze, voorzien in bijlage B bij dit besluit.

  • 2. De Verzekeringskamer kan het bedrag van de boete lager stellen dan in bijlage B is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.

C

In de kop van de bijlage wordt het woord «BIJLAGE» vervangen door: BIJLAGE A.

D

Toegevoegd wordt een bijlage, luidende:

BIJLAGE B Bijlage, bedoeld in artikel 5a, eerste lid

Artikel 1
  • 1. Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij de artikelen 2, tweede lid, eerste en derde volzin, en 3, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk 10 B van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, bedraagt f 12 000,=1.

  • 2. Het bedrag van de boete voor overtreding van voorschriften, gesteld bij artikel 2, tweede lid, vierde volzin, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk 10 B van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, bedraagt f 12 000,=2.

    1 In dit lid zijn bepalingen opgesomd die zich uitsluitend richten tot verzekeraars.

    2 In dit lid is een bepaling vermeld die zich in beginsel tot een ieder (inclusief verzekeraars) richt.

Artikel 2
  • 1. Indien een boete wordt opgelegd voor het overtreden van een voorschrift als bedoeld in artikel 1, eerste lid, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing, met de daarbij behorende factor:

    Categorie-indeling normgeadresseerden

    Categorie I: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van minder dan f 10 miljoen; factor 1;

    Categorie II: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 10 miljoen maar minder dan f 50 miljoen; factor 2;

    Categorie III: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 50 miljoen maar minder dan f 250 miljoen; factor 3;

    Categorie IV: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 250 miljoen maar minder dan f 1 miljard; factor 4;

    Categorie V: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 1 miljard; factor 6.

  • 2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, eerste lid, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal.

  • 3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de Verzekeringskamer beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

ARTIKEL IX

Het Besluit technische voorzieningen natura-uitvaartverzekeringsbedrijf9 wordt gewijzigd als volgt:

A

In «HOOFDSTUK III. OVERIGE BEPALINGEN» wordt vóór artikel 6 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

  • 1. Het bedrag van de boete, bedoeld in artikel 93d, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf wordt bepaald op de wijze, voorzien in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. De Verzekeringskamer kan het bedrag van de boete lager stellen dan in de bijlage is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.

B

Toegevoegd wordt een bijlage, luidende:

Bijlage, bedoeld in artikel 5a, eerste lid

Artikel 1

Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij de artikelen 1, tweede lid, eerste volzin, en 3, eerste lid, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk 10 B van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, bedraagt f 48 000,=.

Artikel 2
  • 1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing, met de daarbij behorende factor:

    Categorie-indeling normgeadresseerden

    Categorie I: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van minder dan f 10 miljoen; factor 1;

    Categorie II: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 10 miljoen maar minder dan f 50 miljoen; factor 2;

    Categorie III: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 50 miljoen maar minder dan f 250 miljoen; factor 3;

    Categorie IV: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 250 miljoen maar minder dan f 1 miljard; factor 4;

    Categorie V: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 1 miljard; factor 6.

  • 2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal.

  • 3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de Verzekeringskamer beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

ARTIKEL X

De bijlage als bedoeld in artikel 188d van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 199310 wordt gewijzigd als volgt:

A

Het opschrift komt te luiden: Bijlage, bedoeld in artikel 188d, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Indien het een overtreding betreft waarvoor tariefnummer 1 is vastgesteld en waarop de tabellen 1 of 2 van toepassing zijn of waarvoor tariefnummer 2 is vastgesteld indien tabel 2 van toepassing is, behoeft op grond van artikel 188f, tweede lid, de betrokkene niet in de gelegenheid te worden gesteld om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd.

C

1. In tabel 1 wordt telkens het opschrift «Overtreding van voorschriften gesteld, bij of krachtens artikel:» vervangen door: Overtreding van voorschriften, gesteld bij artikel:.

2. In tabel 2 wordt telkens het opschrift «Overtreding van voorschriften gesteld, bij of krachtens artikel:» vervangen door: Overtreding van voorschriften, gesteld bij artikel:.

3. In tabel 2 wordt «artikel 80, tweede lid» vervangen door: artikel 80, tweede lid, onderdelen a en c tot en met e.

ARTIKEL XI

Het Besluit solvabiliteitsmarge verzekeringsbedrijf 199411 wordt gewijzigd als volgt:

A

In «HOOFDSTUK IV. OVERIGE BEPALINGEN» wordt vóór artikel 12 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11a

  • 1. Het bedrag van de boete, bedoeld in artikel 188d, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, wordt bepaald op de wijze, voorzien in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. De Verzekeringskamer kan het bedrag van de boete lager stellen dan in de bijlage is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.

B

Toegevoegd wordt een bijlage, luidende:

Bijlage, bedoeld in artikel 11a, eerste lid

Artikel 1

Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij de artikelen 7, 8, en 9, eerste lid, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk XI B van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, bedraagt f 12 000,=.

Artikel 2
  • 1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing, met de daarbij behorende factor:

    Categorie-indeling normgeadresseerden

    Categorie I: schadeverzekeraars met een balanstotaal van minder dan f 10 miljoen en levensverzekeraars met een balanstotaal van minder dan f 30 miljoen; factor 1;

    Categorie II: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 10 miljoen maar minder dan f 50 miljoen en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 30 miljoen maar minder dan f 150 miljoen; factor 2;

    Categorie III: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 50 miljoen maar minder dan f 250 miljoen en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 150 miljoen maar minder dan f 750 miljoen; factor 3;

    Categorie IV: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 250 miljoen maar minder dan f 1 miljard en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 750 miljoen maar minder dan f 3 miljard; factor 4;

    Categorie V: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 1 miljard en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 3 miljard; factor 6.

  • 2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal.

  • 3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de Verzekeringskamer beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

ARTIKEL XII

Het Besluit staten verzekeringsbedrijf 199412 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt «in de bijlage» vervangen door: in bijlage A.

B

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

  • 1. Het bedrag van de boete, bedoeld in artikel 188d, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, wordt bepaald op de wijze, voorzien in bijlage B bij dit besluit.

  • 2. De Verzekeringskamer kan het bedrag van de boete lager stellen dan in bijlage B is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.

C

In de kop van de bijlage wordt het woord «BIJLAGE» vervangen door: BIJLAGE A.

D

Toegevoegd wordt een bijlage, luidende:

BIJLAGE B Bijlage, bedoeld in artikel 5a, eerste lid

Artikel 1
  • 1. Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij de artikelen 2, tweede lid, eerste en tweede volzin, en 3, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk XI B van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, bedraagt f 12 000,=1.

  • 2. Het bedrag van de boete voor overtreding van het voorschrift, gesteld bij artikel 2, tweede lid, derde volzin, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk XI B van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, bedraagt f 12 000,=2.

    1 In dit lid zijn bepalingen opgesomd die zich uitsluitend richten tot verzekeraars.

    2 In dit lid is een bepaling vermeld die zich in beginsel tot een ieder (inclusief verzekeraars) richt.

Artikel 2
  • 1. Indien een boete wordt opgelegd voor het overtreden van een voorschrift als bedoeld in artikel 1, eerste lid, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing met de daarbij behorende factor:

    Categorie-indeling normgeadresseerden

    Categorie I: schadeverzekeraars met een balanstotaal van minder dan f 10 miljoen en levensverzekeraars met een balanstotaal van minder dan f 30 miljoen; factor 1;

    Categorie II: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 10 miljoen maar minder dan f 50 miljoen en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 30 miljoen maar minder dan f 150 miljoen; factor 2;

    Categorie III: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 50 miljoen maar minder dan f 250 miljoen en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 150 miljoen maar minder dan f 750 miljoen; factor 3;

    Categorie IV: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 250 miljoen maar minder dan f 1 miljard en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 750 miljoen maar minder dan f 3 miljard; factor 4;

    Categorie V: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 1 miljard en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 3 miljard; factor 6.

  • 2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, eerste lid, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal.

  • 3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de Verzekeringskamer beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

ARTIKEL XIII

Het Besluit technische voorzieningen verzekeringsbedrijf 199413 wordt gewijzigd als volgt:

A

In «HOOFDSTUK III. OVERIGE BEPALINGEN» wordt vóór artikel 11 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10a

  • 1. Het bedrag van de boete, bedoeld in artikel 188d, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, wordt bepaald op de wijze, voorzien in bijlage D bij dit besluit.

  • 2. De Verzekeringskamer kan het bedrag van de boete lager stellen dan in bijlage D is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.

B

Toegevoegd wordt een bijlage, luidende:

BIJLAGE D Bijlage, bedoeld in artikel 10a, eerste lid

Artikel 1

Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij de artikelen 1, tweede lid, eerste volzin, 2, tweede lid, eerste volzin, 3, tweede lid, 4, tweede, derde en vierde lid, 8, eerste lid, en 9, eerste en tweede lid, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk XI B van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, bedraagt f 48 000,=.

Artikel 2
  • 1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing, met de daarbij behorende factor:

    Categorie-indeling normgeadresseerden

    Categorie I: schadeverzekeraars met een balanstotaal van minder dan f 10 miljoen en levensverzekeraars met een balanstotaal van minder dan f 30 miljoen; factor 1;

    Categorie II: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 10 miljoen maar minder dan f 50 miljoen en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 30 miljoen maar minder dan f 150 miljoen; factor 2;

    Categorie III: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 50 miljoen maar minder dan f 250 miljoen en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 150 miljoen maar minder dan f 750 miljoen; factor 3;

    Categorie IV: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 250 miljoen maar minder dan f 1 miljard en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 750 miljoen maar minder dan f 3 miljard; factor 4;

    Categorie V: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 1 miljard en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 3 miljard; factor 6.

  • 2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal.

  • 3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de Verzekeringskamer beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

ARTIKEL XIV

Het Besluit vrijgestelde instellingen voor publiekrechtelijke ziektekostenregelingen 199414 wordt gewijzigd als volgt:

A

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

  • 1. Het bedrag van de boete, bedoeld in artikel 188d, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, wordt bepaald op de wijze, voorzien in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. De Verzekeringskamer kan het bedrag van de boete lager stellen dan in de bijlage is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.

B

Toegevoegd wordt een bijlage, luidende:

Bijlage, bedoeld in artikel 2a, eerste lid

Artikel 1

Het bedrag van de boete voor overtreding van het voorschrift, gesteld bij artikel 2 van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk XI B van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, bedraagt f 12 000,=.

Artikel 2
  • 1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing, met de daarbij behorende factor:

    Categorie-indeling normgeadresseerden

    Categorie I: instellingen met een balanstotaal van minder dan f 10 miljoen; factor 1;

    Categorie II: instellingen met een balanstotaal van ten minste f 10 miljoen maar minder dan f 50 miljoen; factor 2;

    Categorie III: instellingen met een balanstotaal van ten minste f 50 miljoen maar minder dan f 250 miljoen; factor 3;

    Categorie IV: instellingen met een balanstotaal van ten minste f 250 miljoen maar minder dan f 1 miljard; factor 4;

    Categorie V: instellingen met een balanstotaal van ten minste f 1 miljard; factor 6.

  • 2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal.

  • 3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de Verzekeringskamer beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

ARTIKEL XV

Het Besluit vrijgestelde onderlinge waarborgmaatschappijen 199415 wordt gewijzigd als volgt:

A

In «HOOFDSTUK 3. OVERIGE BEPALINGEN» wordt vóór artikel 14 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13a

  • 1. Het bedrag van de boete, bedoeld in artikel 188d, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, wordt bepaald op de wijze, voorzien in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. De Verzekeringskamer kan het bedrag van de boete lager stellen dan in de bijlage is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.

B

Toegevoegd wordt een bijlage, luidende:

Bijlage, bedoeld in artikel 13a, eerste lid

Artikel 1
  • 1. Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij artikel 4, eerste lid, onderdeel a, en 5, eerste lid, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk XI B van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, bedraagt f 1 000,=1.

  • 2. Het bedrag van de boete voor overtreding van het voorschrift, gesteld bij artikel 4, eerste lid, onderdeel d, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk XI B van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, bedraagt f 12 000,=2.

  • 3. Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij de artikelen 4, eerste lid, onderdelen b en c, 7, tweede lid, 8, 12, eerste en tweede lid, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk XI B van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, bedraagt f 48 000,=3

  • 4. Het bedrag van de boete voor overtreding van het voorschrift, gesteld bij artikel 4, tweede lid, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk XI B van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, bedraagt f 12 000,=4

    1 In dit lid zijn bepalingen opgesomd die zich uitsluitend richten tot verzekeraars.

    2 In dit lid is een bepaling vermeld die zich uitsluitend richt tot verzekeraars.

    3 In dit lid zijn bepalingen opgesomd die zich uitsluitend richten tot verzekeraars.

    4 In dit lid is een bepaling vermeld die zich in beginsel tot een ieder (inclusief verzekeraars) richt.

Artikel 2
  • 1. Indien een boete wordt opgelegd voor het overtreden van een voorschrift als bedoeld in artikel 1, eerste tot en met derde lid, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing, met de daarbij behorende factor:

    Categorie-indeling normgeadresseerden

    Categorie I: schadeverzekeraars met een balanstotaal van minder dan f 10 miljoen; factor 1;

    Categorie II: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 10 miljoen maar minder dan f 50 miljoen; factor 2;

    Categorie III: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 50 miljoen maar minder dan f 250 miljoen; factor 3.

  • 2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, eerste tot en met derde lid, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal.

  • 3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de Verzekeringskamer beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie III van toepassing.

  • 4. Op grond van artikel 188f, tweede lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 behoeft de betrokkene niet in de gelegenheid te worden gesteld om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete, bedoeld in artikel 1, eerste lid, wordt opgelegd.

ARTIKEL XVI

De bijlage als bedoeld in artikel 23c van de Wet inzake de wisselkantoren16 wordt gewijzigd als volgt:

A

Het opschrift komt te luiden: Bijlage, bedoeld in artikel 23c, eerste lid, van de Wet inzake de wisselkantoren.

B

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Indien een boete wordt opgelegd voor het overtreden van een bepaling als genoemd in tabel 11, is bij de vaststelling van de hoogte van deze boete de volgende categorie-indeling naar opbrengst respectievelijk balanstotaal van toepassing met de daarbij behorende factor2:

    Categorie-indeling normgeadresseerden

    Categorie I: geregistreerde wisselkantoren met een opbrengst van minder dan f 100 000; Factor: 0,25;

    Categorie II: geregistreerde wisselkantoren met een opbrengst van ten minste f 100 000 maar minder dan f 200 000; Factor: 0,5;

    Categorie III: geregistreerde wisselkantoren met een opbrengst van ten minste f 200 000 maar minder dan f 500 000, alsmede kredietinstellingen en financiële instellingen opgenomen in het register, bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992, met een balanstotaal van minder dan f 1 000 000; Factor: 1;

    Categorie IV: geregistreerde wisselkantoren met een opbrengst van ten minste f 500 000 maar minder dan f 1 000 000, alsmede kredietinstellingen en financiële instellingen opgenomen in het register, bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992, met een balanstotaal van ten minste f 100 000 000 maar minder dan f 1 000 000 000; Factor: 2;

    Categorie V: geregistreerde wisselkantoren met een opbrengst van ten minste f 1 000 000, alsmede kredietinstellingen en financiële instellingen opgenomen in het register, bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992, met een balanstotaal van ten minste f 1 000 000 000 maar minder dan f 10 000 000 000; Factor: 3;

    Categorie VI: kredietinstellingen en financiële instellingen opgenomen in het register, bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992, met een balanstotaal van ten minste f 10 000 000 000 maar minder dan f 100 000 000 000; Factor: 4;

    Categorie VII: kredietinstellingen en financiële instellingen opgenomen in het register, bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992, met een balanstotaal van ten minste f 100 000 000 000; Factor: 5.

    1 In tabel 1 zijn die bepalingen opgesomd die zich uitsluitend richten tot instellingen (geregistreerde wisselkantoren, alsmede kredietinstellingen en financiële instellingen in de zin van de Wtk 1992). In tabel 2 zijn die bepalingen opgesomd die zich in beginsel tot een ieder (al dan niet instellingen) richten.

    2 Onder opbrengst wordt in dit verband verstaan het bedrag aan totale baten overeenkomstig rubriek 2500 van het rapportageformulier wisselkantoren.

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Op grond van artikel 23e, tweede lid, behoeft de betrokkene niet in de gelegenheid te worden gesteld om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd, indien het een overtreding betreft waarvoor tariefnummer 1 of 2 is vastgesteld.

ARTIKEL XVII

De bijlage als bedoeld in artikel 13c van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 199617 wordt gewijzigd als volgt:

A

Het opschrift komt te luiden: Bijlage, bedoeld in artikel 13c van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Op grond van artikel 13e, tweede lid, behoeft de betrokkene niet in de gelegenheid te worden gesteld om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd, indien het een overtreding betreft waarvoor tariefnummer 1 of 2 is vastgesteld.

ARTIKEL XVIII

De bijlage als bedoeld in artikel 9c van de Wet financiële betrekkingen buitenland 199418 wordt gewijzigd als volgt:

Het opschrift komt te luiden: Bijlage, bedoeld in artikel 9c van de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994.

ARTIKEL XIX

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 28 oktober 1999, houdende opneming in de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de Wet inzake de wisselkantoren, de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 en de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994, van bepalingen betreffende handhaving door middel van een dwangsom of een bestuurlijke boete en van bepalingen betreffende de rechtsgang (Stb. 509) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 8 december 1999

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de dertigste december 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

In de Wet van 28 oktober 1999, houdende opneming in de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de Wet inzake de wisselkantoren, de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 en de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994, van bepalingen betreffende handhaving door middel van een dwangsom of een bestuurlijke boete en van bepalingen betreffende de rechtsgang (Stb. 509) is voorzien in de mogelijkheid om een passende boete op te leggen naar gelang de ernst van de overtreding van een voorschrift opgenomen in een op een van die wetten gebaseerde algemene maatregel van bestuur.

Het onderhavige besluit strekt tot aanpassing van de bijlagen bij de hiervoor genoemde wetten en tot vaststelling van de tarieven bij schending van voorschriften die zijn opgenomen in het Besluit toezicht beleggingsinstellingen, het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 en enkele uitvoeringsbesluiten van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf en van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993.

De opschriften van de bijlagen met de tarieven bij de betrokken wetten zijn aangepast conform de Aanwijzingen voor de regelgeving, waarbij tevens het artikellid is aangegeven waarop de bijlage is gebaseerd. Daarnaast wijzigt het besluit de formulering van artikel 3 van die bijlagen. Uit de tekst blijkt thans duidelijker dan voorheen dat de «hoorplicht» niet geldt bij geringe boeten (maximaal f 10 000,–). Bovendien geschiedt dit in de daarvoor in aanmerking komende gevallen voor tabel 2 op consequente wijze. Ook is het opschrift van de tabellen aangepast. Nu het bedrag van een boete voor overtreding van voorschriften in algemene maatregelen van bestuur wordt bepaald op de wijze, voorzien in een bijlage bij die maatregelen, is het onjuist in de bijlage bij de betrokken wetten te spreken van «Overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens artikel». Daarom vervalt in die bijlagen «of krachtens». De bijlage, bedoeld in artikel 23c van de Wet inzake de wisselkantoren, bevatte enkele misslagen. Deze waren deels ontstaan in de fase dat het wetsvoorstel werd omgezet naar de opmaak van Kamerstukken. Daarbij zijn de factoren voor de categorieën I en II die 0,25 respectievelijk 0,5 moeten luiden, onjuist weergegeven. Bovendien was in categorie V een onjuist bedrag vermeld. In artikel XVI, onderdeel B, van dit besluit is dit hersteld.

In de bijlagen bij de bovengenoemde wet zijn de overtredingen ingedeeld in tariefgroepen, waarbij de zwaarte van de overtreding een belangrijk element vormt bij de tariefgroep-indeling. Bij de onderhavige vaststelling van de tarieven voor schending van in de verschillende uitvoeringsbesluiten opgenomen normen is zo veel mogelijk gestreefd naar consistentie, zowel binnen één toezichtswet als tussen de verschillende toezichtswetten. Dit betekent dat bijvoorbeeld het overtreden van een administratief voorschrift opgenomen in een algemene maatregel van bestuur op eenzelfde wijze wordt behandeld als het overtreden van een administratief voorschrift opgenomen in de wet.

Voorts is eenzelfde systematiek gevolgd ten aanzien van de draagkracht van de betrokken overtreder, door vaststelling van draagkracht-categorieën. Deze categorieën zijn gelijk aan de categorieën die zijn opgenomen in de tarievenbijlagen die zijn toegevoegd aan de betrokken wetten. In de tarievenbijlagen bij de Wet toezicht beleggingsinstellingen en de Wet toezicht effectenverkeer 1995 is evenwel een aparte tabel opgenomen voor bepalingen die zich niet uitsluitend tot instellingen, maar tot een ieder richten. De gedachte is, dat het in voorkomende gevallen voor de toezichthouder niet steeds mogelijk zal zijn om informatie omtrent het vermogen van natuurlijke personen te achterhalen, aangezien geen toezichtsinstrumenten voorhanden zijn. In het Besluit toezicht beleggingsinstellingen en het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 zijn geen bepalingen opgenomen die zich richten tot een ieder, zodat voor alle overtredingen de categorie-indeling naar draagkracht van toepassing is. Dit betekent dat in die gevallen één tabel volstaat.

De uitzondering op de in afdeling 4.1.2. van de Algemene wet bestuursrecht vastgelegde hoorplicht is eveneens overeenkomstig de wettelijk vastgestelde tarievenbijlagen geregeld.

Met betrekking tot de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 (Wtv 1993) wordt nog het volgende opgemerkt. In artikel 188d, vijfde lid, eerste volzin, van de Wtv 1993 wordt artikel 19 van die wet genoemd. Het Besluit uitvoering overeenkomst betreffende de EER inzake verzekeringstoezicht 1994 is op artikel 19 van de Wtv 1993 gebaseerd. Dit besluit is niet gewijzigd, omdat nadere beschouwing heeft geleerd dat het overtreden van de voorschriften van het besluit niet afzonderlijk met een boete behoeft te worden bedreigd.

De opzet van de bijlagen bij de Wtv 1993 en de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf is in essentie overgenomen voor de opzet van de bijlagen bij de desbetreffende algemene maatregelen van bestuur. Gezien het beperkte aantal artikelen dat in aanmerking kwam om opgenomen te worden in de bijlagen, is afgezien van het gebruik van de opsomming van tariefnummers in artikel 1 van de bijlagen en het gebruik van tabellen. Hierdoor kon de omvang van de bijlagen bij de desbetreffende algemene maatregelen van bestuur beperkt blijven. Met betrekking tot het Besluit vrijgestelde onderlinge waarborgmaatschappijen 1994 wordt nog opgemerkt dat in artikel 2 van de bijlage, bedoeld in artikel 13a, eerste lid, de «categorie-indeling normgeadresseerden» in verkorte vorm is opgenomen, omdat het balanstotaal van deze kleine onderlinge waarborgmaatschappijen niet dusdanig groot is dat wordt toegekomen aan de categorieën IV en V.

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XNoot
1

Stb. 1990, 380, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 oktober 1999, Stb. 509.

XNoot
2

Stb. 1990, 504, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 december 1997, Stb. 703.

XNoot
3

Stb. 1995, 574, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 oktober 1999, Stb. 509.

XNoot
4

Stb. 1995, 623, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 december 1999, Stb. 530.

XNoot
5

Stb. 1992, 722, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 oktober 1999, Stb. 509.

XNoot
6

Stb. 1995, 368, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 oktober 1999, Stb. 509.

XNoot
7

Stb. 1995, 555, gewijzigd bij besluit van 11 december 1997, Stb. 703.

XNoot
8

Stb. 1995, 643.

XNoot
9

Stb. 1995, 556.

XNoot
10

Stb. 1994, 252, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 oktober 1999, Stb. 509.

XNoot
11

Stb. 1994, 449, gewijzigd bij besluit van 11 december 1997, Stb. 703.

XNoot
12

Stb. 1994, 478.

XNoot
13

Stb. 1994, 448, gewijzigd bij besluit van 15 januari 1997, Stb. 20.

XNoot
14

Stb. 1994, 316, gewijzigd bij besluit van 11 december 1997, Stb. 703.

XNoot
15

Stb. 1994, 314, gewijzigd bij besluit van 11 december 1997, Stb. 703.

XNoot
16

Stb. 1994, 903, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 oktober 1999, Stb. 509.

XNoot
17

Stb. 1996, 629, gewijzigd bij de wet van 28 oktober 1999, Stb. 509.

XNoot
18

Stb. 1994, 258, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 oktober 1999, Stb. 509.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

Naar boven