Wet van 22 december 1999 tot wijziging van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf teneinde het begunstigingsverbod te doen vervallen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf te wijzigen teneinde het begunstigingsverbod te doen vervallen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 16 van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf1 komt te vervallen.

ARTIKEL II

In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten2 vervalt in de zinsnede met betrekking tot de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf «16, eerste lid,».

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 22 december 1999

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de achtentwintigste december 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1995, 179, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1 juli 1998, Stb. 448.

XNoot
2

Stb. 1950, K 258, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 december 1999, Stb. 535.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1996/1997, 1997/1998, 1998/1999, 1999/2000, 25 507.

Handelingen II 1999/2000, blz. 1834–1849; 1867.

Kamerstukken I 1999/2000, 25 507 (73, 73a (herdr.), 73b).

Handelingen I 1999/2000, zie vergadering d.d. 20 december 1999.

Naar boven