Wet van 2 december 1999 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de mogelijkheid een registratiedatum te bepalen voor de uitoefening van stem- en vergaderrechten in de naamloze vennootschap

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van de communicatie met aandeelhouders en de verwerving en uitoefening van volmachten wenselijk is dat het bestuur van een naamloze vennootschap kan bepalen dat slechts diegenen die op een bepaalde datum als aandeelhouder of certificaathouder of als pandhouder of vruchtgebruiker zijn geregistreerd, stem- en vergaderrechten kunnen uitoefenen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Na artikel 118 van boek 21 wordt een nieuw artikel 119 ingevoegd, luidende:

Artikel 119

  • 1. De algemene vergadering van aandeelhouders kan het bestuur voor een periode van ten hoogste vijf jaren machtigen bij de bijeenroeping van een algemene vergadering te bepalen dat voor de toepassing van artikel 117 leden 1 en 2 als stem- of vergadergerechtigde hebben te gelden zij die op een daarbij te bepalen tijdstip die rechten hebben en als zodanig zijn ingeschreven in een door het bestuur aangewezen register, ongeacht wie ten tijde van de algemene vergadering de rechthebbenden op de aandelen of certificaten zijn. De machtiging kan ook voor onbepaalde tijd worden verleend bij de statuten.

  • 2. De uiterste dag van registratie mag niet vroeger worden gesteld dan op de zevende dag voor die der vergadering.

  • 3. Bij de oproeping voor de vergadering wordt de dag van registratie vermeld alsmede de wijze waarop de stem- of vergadergerechtigden zich kunnen laten registreren en de wijze waarop zij hun rechten kunnen uitoefenen.

ARTIKEL II

In afwijking van artikel 119 lid 1, zoals vastgesteld bij deze wet, kan het bestuur voor een algemene vergadering van aandeelhouders die in het jaar 2000 wordt gehouden, zonder machtiging van de algemene vergadering een registratiedatum bepalen.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de datum na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 2 december 1999

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de veertiende december 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 oktober 1999, Stb. 468.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1998/1999, 1999/2000, 26 668.

Handelingen II 1999/2000, blz. 1779.

Kamerstukken I 1999/2000, 26 668 (72, 72a).

Handelingen I 1999/2000, zie vergadering d.d. 30 november 1999.

Naar boven