Besluit van 25 november 1999 tot wijziging van het Besluit werkingssfeer WTG 1992 en het Besluit werkingssfeer maximumtarieven WTG in verband met de afzonderlijke vermelding van de zelfstandige behandelcentra en daarmee gelijk te stellen zorgaanbieders als orgaan voor gezondheidszorg (zelfstandige behandelcentra WTG)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 oktober 1999, Z/P-2000870, gedaan mede namens Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 17a, van de Wet tarieven gezondheidszorg;

De Raad van State gehoord (advies van 4 november 1999, No.W13.99.0515/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 november 1999, Z/P-2016927, gedaan mede namens Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 1, onder A, van het Besluit werkingssfeer WTG 19921 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel 29 worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

29a. zelfstandige behandelcentra die als zodanig een vergunning ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Wet ziekenhuisvoorzieningen hebben verkregen,

29b. instellingen, niet behorende tot de onder 1 tot en met 29a bedoelde categorieën en niet behorend tot de instellingen, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4, in het kader waarvan prestaties worden geleverd door meerdere beroepsbeoefenaren als bedoeld onder B, onderdeel 5, welke met zelfstandige behandelcentra als bedoeld in 29a gelijk zijn te stellen, en die geen medisch-specialistische zorg verlenen als waarop bij of krachtens de Ziekenfondswet aanspraak bestaat, ongeacht de wijze waarop de kosten daarvan worden vergoed,.

2. In nummer 30 wordt «29» vervangen door: 29b.

ARTIKEL II

In artikel 1, eerste lid, onder a, van het Besluit werkingssfeer maximumtarieven WTG2 worden na onderdeel 2 twee onderdelen ingevoegd, luidende:

2a. zelfstandige behandelcentra die als zodanig een vergunning ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Wet ziekenhuisvoorzieningen hebben verkregen;

2b. instellingen, niet behorende tot de onder 1 tot en met 29a bedoelde categorieën en niet behorend tot de instellingen, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4 van het Besluit werkingssfeer WTG 1992, in het kader waarvan prestaties worden geleverd door meerdere beroepsbeoefenaren als bedoeld onder b, onderdeel 5, welke met zelfstandige behandelcentra als bedoeld in 2a gelijk zijn te stellen, en die geen medisch-specialistische zorg verlenen als waarop bij of krachtens de Ziekenfondswet aanspraak bestaat, ongeacht de wijze waarop de kosten daarvan worden vergoed;.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 25 november 1999

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de negende december 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Dit besluit strekt tot wijziging van het Besluit werkingssfeer WTG 1992 en het Besluit werkingssfeer maximumtarieven WTG. Deze wijziging houdt verband met de aanwijzing van zelfstandige behandelcentra als inrichting voor gezondheidszorg in het kader van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV).

2. Regeling zelfstandige behandelcentra

In de regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 februari 1998, nr. VPZ/PBIZ-98506, houdende aanwijzing zelfstandige behandelcentra (Stcrt. 30) zijn de zelfstandige behandelcentra met ingang van 15 februari 1998 aangewezen als ziekenhuisvoorziening als bedoeld in de WZV. Hiermee vallen deze zelfstandige behandelcentra onder het vergunningensysteem van de WZV.

Onder zelfstandige behandelcentra worden volgens die regeling verstaan organisatorische verbanden die niet deel uitmaken van of fungeren ten behoeve van een ziekenhuis en die strekken tot de verlening van medisch-specialistische zorg als waarop bij of krachtens de Ziekenfondswet aanspraak bestaat, ongeacht de wijze waarop de kosten daarvan worden vergoed. Met andere woorden, de zorg van het tweede compartiment. Door de aanwijzing van de zelfstandige behandelcentra als ziekenhuisvoorziening als bedoeld in de WZV is een nieuw te onderscheiden categorie van inrichtingen voor gezondheidszorg ontstaan.

3. Plaats zelfstandige behandelcentra in de Wet tarieven gezondheidszorg (WTG)

Op de organisatorische verbanden die vallen onder de beschrijving van zelfstandige behandelcentra is de WTG van toepassing. De zelfstandige behandelcentra vallen thans onder een tweetal categorieën van organen voor gezondheidszorg die zijn aangewezen onder artikel 1, onderdeel A, onder 32 en 33, van het Besluit werkingssfeer WTG 1992 (de zogenaamde A-32 en A-33 instellingen). Onder die categorieën van organen voor gezondheidszorg worden tot op heden onder meer begrepen alle organisatorische eenheden of samenwerkingsverbanden in het kader waarvan prestaties worden geleverd door de in het Besluit werkingssfeer WTG 1992 aangewezen beroepsbeoefenaren of personen.

Om de zelfstandige behandelcentra te onderscheiden van de algemene categorie van de A-32 en A-33 instellingen is besloten de zelfstandige behandelcentra als afzonderlijke categorie van organen voor gezondheidszorg te vermelden in het Besluit werkingssfeer WTG 1992 (onder 29a). Op deze wijze kan het Centraal orgaan tarieven gezondheidszorg (COTG) afzonderlijke kostentarieven voor de zelfstandige behandelcentra goedkeuren dan wel vaststellen.

4. Met zelfstandige behandelcentra gelijk te stellen instellingen

Op organisatorische verbanden van meerdere medisch-specialisten waar alleen medisch-specialistische zorg wordt verleend die niet onder het tweede compartiment valt is de Regeling zelfstandige behandelcentra niet van toepassing. Een WZV-vergunning is voor deze instellingen aldus niet verplicht.

Op deze organisatorische verbanden is de WTG wel van toepassing (de A-32 en A-33 instellingen). Omdat het hier instellingen betreft die wat betreft organisatie, omvang, infrastructuur en kostenstructuur vergelijkbaar zijn met de zelfstandige behandelcentra ligt het voor de hand ook deze instellingen als afzonderlijke categorie van organen voor gezondheidszorg te vermelden in de werkingssfeer van de WTG (onder 29b). Voor de tarieven worden deze verbanden gelijk behandeld als de categorie zelfstandige behandelcentra als bedoeld onder 29a.

5. Resterende instellingen

Door de expliciete vermelding van de zelfstandige behandelcentra en de daarmee gelijk te stellen instellingen in het Besluit werkingssfeer WTG 1992 wordt de werkingssfeer van de A-32 en A-33 categorie van organen voor gezondheidszorg voor wat betreft de medisch-specialisten zeer beperkt. Voor wat betreft de in deze categorie overblijvende organisatorische eenheden of samenwerkingsverbanden van medisch-specialisten valt te denken aan de eenmanspraktijken (waaronder ook wordt begrepen een organisatorisch verband van één medisch-specialist en andere beroepsbeoefenaren) en de maatschappen/zelfstandige klinieken in ziekenhuizen. Verder resteren alle organisatorische eenheden of samenwerkingsverbanden van andere beroepsbeoefenaren onder de A-32 dan wel A-33 categorie.

Voor deze restcategorieën bestaat geen aanleiding afzonderlijke kostentarieven te maken, gelet op het feit dat ofwel de infrastructuur gering is, of in ieder geval gering geacht wordt te zijn, ofwel de benodigde infrastructuur op ander wijze (het ziekenhuis) bekostigd wordt, ofwel er sprake is van beroepsbeoefenaren waarvoor in de vigerende maximumtarieven reeds rekening is gehouden met extramuraal werken.

6. Tarievensystematiek

Voor alle organisatorische verbanden van beroepsbeoefenaren of personen waarop artikel 1, onderdeel A, onder 32 en 33, van het Besluit werkingssfeer WTG 1992 van toepassing is geldt de maximumtarievensystematiek als bedoeld in titel 4A van de wet (artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 3 en 4 van het Besluit werkingssfeer maximumtarieven WTG). De reden hiervan is dat op alle individuele beroepsbeoefenaren die onder de WTG vallen de maximumtarievensystematiek van toepassing is. Het in organisatorisch verband werken door deze beroepsbeoefenaren doet niet af aan één van de belangrijkste doelen die de wetgever voor ogen heeft gestaan met de invoering van maximumtarieven in de WTG, namelijk stimulering van de prijsconcurrentie. Bovendien wordt op die manier voorkomen dat individuele beroepsbeoefenaren zich eventueel aan de werking van de regeling van maximumtarieven zouden onttrekken door hun werkzaamheden onder te brengen in een instelling. Gelet op het voorgaande is het wenselijk dat ook de zelfstandige behandelcentra en de daarmee gelijk te stellen instellingen (onder 29a en 29b) onder de maximumtarievensystematiek gebracht worden.

Doordat de zelfstandige behandelcentra en de daarmee gelijk te stellen instellingen met dit besluit een afzonderlijke plaats in het Besluit werkingssfeer WTG 1992 krijgen en daarmee niet meer vallen onder de A-32 en A-33 instellingen moeten deze verbanden ook vermeld worden in het Besluit werkingssfeer maximumtarieven WTG.

7. Inwerkingtreding

Het voornemen bestaat om vanaf 1 januari 2000 over te gaan tot het verlenen van vergunningen in het kader van de WZV aan de zelfstandige behandelcentra. Om de datum van vergunningverlening en de wijziging van het Besluit werkingssfeer WTG 1992 en het Besluit werkingssfeer maximumtarieven WTG paralel te laten lopen is expliciet gekozen voor inwerkingtreding van dit besluit met ingang van 1 januari 2000.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1991, 732; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 juli 1999 (Stb. 335).

XNoot
2

Stb. 1991, 733; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 juli 1999 (Stb. 335).

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven