Besluit van 25 november 1999, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 28 oktober 1999 (Stb. 469) tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, strekkende tot vervanging van de mogelijkheid van beroep in cassatie door de mogelijkheid van hoger beroep, alsmede het aanbrengen van enige andere wijzigingen (vervanging in Mulder-zaken van beroep in cassatie door hoger beroep bij het gerechtshof Leeuwarden);

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 18 november 1999, Directie Wetgeving nr. 803770/99/6;

Gelet op artikel V van de Wet van 28 oktober 1999 (Stb. 469) tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, strekkende tot vervanging van de mogelijkheid van beroep in cassatie door de mogelijkheid van hoger beroep, alsmede het aanbrengen van enige andere wijzigingen (vervanging in Mulder-zaken van beroep in cassatie door hoger beroep bij het gerechtshof Leeuwarden)

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 28 oktober 1999 (Stb. 469) tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, strekkende tot vervanging van de mogelijkheid van beroep in cassatie door de mogelijkheid van hoger beroep, alsmede het aanbrengen van enige andere wijzigingen (vervanging in Mulder-zaken van beroep in cassatie door hoger beroep bij het gerechtshof Leeuwarden) treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 november 1999

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de zevende december 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven