Besluit van 26 november 1999, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Rijkswet tot wijziging van de Wet militair tuchtrecht, het Wetboek van Militair Strafrecht en de Wet militaire strafrechtspraak naar aanleiding van het gehouden evaluatie-onderzoek (Stb. 1999, 343)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie, mede namens de Minister van Justitie, van 22 november 1999, nr. CST 99/0117/016, directie juridische zaken, afdeling bestuurs-, straf- en tuchtrecht;

Gelet op artikel VI van de Rijkswet tot wijziging van de Wet militair tuchtrecht, het Wetboek van Militair Strafrecht en de Wet militaire strafrechtspraak naar aanleiding van het gehouden evaluatie-onderzoek;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Rijkswet tot wijziging van de Wet militair tuchtrecht, het Wetboek van Militair Strafrecht en de Wet militaire strafrechtspraak naar aanleiding van het gehouden evaluatie-onderzoek (Stb. 1999, 343) treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 november 1999

Beatrix

De Staatssecretaris van Defensie,

H. A. L. van Hoof

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de dertigste november 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven