Besluit van 13 november 1999, houdende inwerkingtreding van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 november 1999, kenmerk CSZ/ME 2016985, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie;

Gelet op artikel 38 van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, artikel 2 van het Besluit centrale beoordeling medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en artikel 8 van het Tijdelijk besluit verplichte verzekering bij medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen;

Artikel 1

De artikelen 1 tot en met 13, 19 tot en met 23, 27 tot en met 31 en 33 tot en met 37 van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen treden in werking met ingang van 1 december 1999.

Artikel 2

Het Besluit centrale beoordeling medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen treedt in werking met ingang van 1 december 1999.

Artikel 3

Het Tijdelijk besluit verplichte verzekering bij medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen treedt in werking met ingang van 1 december 1999.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 13 november 1999

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de dertigste november 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven