Besluit van 27 oktober 1999, houdende wijziging van onder meer het Formatiebesluit WPO, het Formatiebesluit WEC, het Besluit trekkende bevolking WPO en het Formatiebesluit W.V.O. (onder meer wijziging opslag i.v.m. herbezetting arbeidsduurverkorting en bevordering arbeidsparticipatie ouderen 1998)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, drs. K. Y. I. J. Adelmund, van 10 augustus 1999, nr. 1999/31485 (2547), directie Wetgeving en Juridische Zaken, mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op de artikelen 33, 69, 120, eerste en tweede lid, en 185 van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 33, 117, eerste en tweede lid, van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 153 en 233, eerste en tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 3 september 1999, nr. W05.99.0438/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, drs. K.Y.I.J. Adelmund, van 21 oktober 1999, nr. 1999/39858 (2547), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Formatiebesluit WPO1 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 3 wordt aan het slot van onderdeel c toegevoegd «en», vervalt onderdeel d en wordt onderdeel e verletterd tot onderdeel d.

B

In artikel 12 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het vijfde lid wordt «, met dien verstande dat na 1 april van een schooljaar geen aanspraak op verhoging van de formatie meer ontstaat» vervangen door: , tenzij die toename van het aantal leerlingen heeft plaatsgevonden in de periode van 1 augustus tot de voor de school geldende eerste schooldag van het schooljaar in welk geval aanspraak op verhoging van de formatie ontstaat met ingang van de eerste dag van dat schooljaar. Geen aanspraak op verhoging van de formatie ontstaat meer na 1 april van een schooljaar.

2. Het zesde lid wordt vervangen door:

  • 6. Binnen twee weken nadat de telling, op grond waarvan de formatie ingevolge het eerste tot en met het derde lid opnieuw is berekend, heeft plaatsgevonden, wordt het aantal leerlingen op een daartoe bij ministeriële regeling vastgesteld formulier aan Onze Minister gemeld.

C

In artikel 13a worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het opschrift wordt vervangen door:

Artikel 13a. Opslag vanwege herbezetting i.v.m. arbeidsduurverkorting en i.v.m. toepassing regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen

2. Voor de bestaande tekst wordt het cijfer «1.» geplaatst.

3. In het eerste lid wordt «3,57%» vervangen door: 8,11%.

4. Toegevoegd wordt een tweede lid, luidend:

  • 2. Het aantal formatierekeneenheden, berekend op grond van artikel 15b en artikel 16 en verhoogd op grond van het eerste lid, wordt tevens verhoogd met het aantal formatierekeneenheden dat behoort bij het gedeelte van de betrekkingsomvang dat kan worden herbezet in verband met toepassing van de regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen, bedoeld in hoofdstuk I-V van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel. Het eerste lid, tweede en derde volzin, is van toepassing.

D

De artikelen 13b en 13c vervallen.

E

In artikel 15b worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt «0,305» vervangen door: 0,313.

2. In het tweede lid wordt «0,505» vervangen door: 0,519.

F

In artikel 16b worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het derde lid onderdeel b, wordt «wordt herbezet» vervangen door «kan worden herbezet» en wordt na «de regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen» toegevoegd: , bedoeld in hoofdstuk I-V van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel.

2. Het vijfde lid wordt vervangen door:

  • 5. Artikel 13a, eerste lid, tweede en derde volzin, is van overeenkomstige toepassing.

G

In artikel 17 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. De aanhef van het derde lid wordt vervangen door:

  • 3. Verbruikstabel functies schoolleiding, leraren en onderwijsondersteunend personeel.

2. In het vierde lid wordt «Bij het opnemen van onderwijsondersteunende functies, met uitzondering van de onderwijsassistenten, in de formatie van de school,» wordt vervangen door: Bij het opnemen van andere functies in de formatie van de school dan genoemd in de tabel in het derde lid,.

H

In artikel 18a, eerste lid, wordt «een instelling als bedoeld in de wet» vervangen door: een instelling als bedoeld in de Wet op de expertisecentra.

I

In artikel 19, eerste lid, onder b, wordt «, en» vervangen door een komma.

J

De inhoudsopgave wordt gewijzigd als volgt:

1. Na «Hoofdstuk 2. Formatie basisscholen» wordt ingevoegd: § 1. Algemeen.

2. De benaming van artikel 9 komt te luiden: Artikel 9. Nieuwe basisschool.

3. De omschrijving van artikel 13a komt te luiden: Opslag vanwege herbezetting i.v.m. arbeidsduurverkorting en i.v.m. toepassing regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen.

4. De omschrijving van artikel 13b komt te luiden: (vervallen).

5. De omschrijving van artikel 13c komt te luiden: (vervallen).

6. Aan de benaming van artikel 17a wordt toegevoegd: van een basisschool.

ARTIKEL II

Het Besluit trekkende bevolking WPO2 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel B 16c vervalt onderdeel d en worden de onderdelen e en f verletterd tot d en e.

B

In artikel B 16i worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het opschrift wordt vervangen door:

Artikel B16i. Opslag vanwege herbezetting i.v.m. arbeidsduurverkorting en i.v.m. toepassing regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen

2. Voor de bestaande tekst wordt het cijfer «1.» geplaatst.

3. In het eerste lid wordt «3,57%» vervangen door: 8,11%.

4. Toegevoegd wordt een tweede lid, luidend:

  • 2. Het aantal formatierekeneenheden, berekend op grond van artikel B 16m en verhoogd op grond van het eerste lid, wordt tevens verhoogd met het aantal formatierekeneenheden dat behoort bij het gedeelte van de betrekkingsomvang dat kan worden herbezet in verband met toepassing van de regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen, bedoeld in hoofdstuk I-V van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel. Het eerste lid, tweede en derde volzin, is van toepassing.

B

De artikelen B16i.1 en B16i.2 vervallen.

C

In artikel B 20, eerste lid, onder c, wordt «artikel 96d» vervangen door: artikel 126.

D

In artikel C 15d vervalt onderdeel d en worden de onderdelen e en f verletterd tot d en e.

E

In artikel C15i worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het opschrift wordt vervangen door:

Artikel C 15i. Opslag vanwege herbezetting i.v.m. arbeidsduurverkorting en i.v.m. toepassing regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen

2. Voor de bestaande tekst wordt het cijfer «1.» geplaatst.

3. In het eerste lid wordt «3,57%» vervangen door: 8,11%.

4. Toegevoegd wordt een tweede lid, luidend:

  • 2. Het aantal formatierekeneenheden, berekend op grond van artikel C 15m en verhoogd op grond van het eerste lid, wordt tevens verhoogd met het aantal formatierekeneenheden dat behoort bij het gedeelte van de betrekkingsomvang dat kan worden herbezet in verband met toepassing van de regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen, bedoeld in hoofdstuk I-V van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel. Het eerste lid, tweede en derde volzin, is van toepassing.

F

De artikelen C 15i.1 en C 15i.2 vervallen.

G

De inhoudsopgave wordt gewijzigd als volgt:

1. De omschrijving van artikel B 16i komt te luiden: Opslag vanwege herbezetting i.v.m. arbeidsduurverkorting en i.v.m. toepassing regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen.

2. De omschrijving van artikel B 16i.1 komt te luiden: (vervallen).

3. De omschrijving van artikel B 16i.2 komt te luiden: (vervallen).

4. De omschrijving van artikel C 15i komt te luiden: Opslag vanwege herbezetting i.v.m. arbeidsduurverkorting en i.v.m. toepassing regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen.

5. De omschrijving van artikel C 15i.1 komt te luiden: (vervallen).

6. De omschrijving van artikel C 15i.2 komt te luiden: (vervallen).

ARTIKEL III

Het Formatiebesluit WEC3 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 wordt in de begripsomschrijving van school «artikel 9, eerste lid, tweede volzin,» vervangen door: artikel 8, eerste lid, tweede volzin,.

B

In artikel 3 wordt aan het slot van onderdeel c toegevoegd «en», vervalt onderdeel d en wordt onderdeel e verletterd tot onderdeel d.

C

In artikel 11, eerste lid, wordt «artikel 2, tweede lid onderdeel a tot en met c, f en h, k, m en n,» vervangen door: artikel 2, tweede lid onderdeel a tot en met c, f en h, j, k, m en n,.

D

In artikel 20a worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het opschrift wordt vervangen door:

Artikel 20a. Opslag vanwege herbezetting i.v.m. arbeidsduurverkorting en i.v.m. toepassing regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen.

2. In het eerste lid wordt «3,57%» vervangen door: 8,11%.

3. In het tweede lid wordt «2,42%» vervangen door: 5,68%.

4. Het derde lid wordt vernummerd tot vierde lid en ingevoegd wordt een nieuw derde lid, luidend:

  • 3. Het aantal formatierekeneenheden, berekend op grond van artikel 23 en verhoogd op grond van het eerste en het tweede lid, wordt tevens verhoogd met het aantal formatierekeneenheden dat behoort bij het gedeelte van de betrekkingsomvang dat kan worden herbezet in verband met toepassing van de regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen, bedoeld in hoofdstuk I-V van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel.

5. In het nieuwe vierde lid wordt «het eerste en tweede lid,» vervangen door: het eerste, het tweede en het derde lid,.

E

De artikelen 20b en 20c vervallen.

F

In artikel 26, eerste lid onder b, wordt «, en» vervangen door een komma.

G

De inhoudsopgave wordt gewijzigd als volgt:

1. In de benaming van artikel 11 vervalt: voor scholen die niet deelnemen aan een samenwerkingsverband.

2. De benaming van artikel 12 komt te luiden: Categorieën onderwijsondersteunend personeel.

3. De omschrijving van artikel 20a komt te luiden: Opslag vanwege herbezetting i.v.m. arbeidsduurverkorting en i.v.m. toepassing regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen.

4. De omschrijving van artikel 20b komt te luiden: (vervallen).

5. De omschrijving van artikel 20c komt te luiden: (vervallen).

ARTIKEL IV

Het Formatiebesluit W.V.O.4 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 14 wordt aan het slot van onderdeel c toegevoegd «en», vervalt onderdeel d en wordt onderdeel e verletterd tot onderdeel d.

B

In artikel 30 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het opschrift wordt vervangen door:

Artikel 30. Opslag vanwege herbezetting i.v.m. arbeidsduurverkorting en i.v.m. toepassing regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen.

2. In het eerste lid wordt «artikel 36» vervangen door «artikel 35, eerste lid,» en wordt «3,57%» vervangen door: 8,11%.

3. In het tweede lid wordt «artikel 36» vervangen door «artikel 35, tweede lid,» en wordt «2,42%» vervangen door: 5,68%.

4. Het derde lid wordt vernummerd tot vierde lid en ingevoegd wordt een nieuw derde lid, luidend:

  • 3. Het aantal formatierekeneenheden, berekend op grond van artikel 35 en verhoogd op grond van het eerste en het tweede lid, wordt tevens verhoogd met het aantal formatierekeneenheden dat behoort bij het gedeelte van de betrekkingsomvang dat kan worden herbezet in verband met toepassing van de regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen, bedoeld in hoofdstuk I-V van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel.

5. In het nieuwe vierde lid wordt «het eerste en tweede lid,» vervangen door: het eerste, het tweede en het derde lid,.

C

Artikel 31 en artikel 32 vervallen.

ARTIKEL V

In artikel 14, tweede lid, van het Bekostigingsbesluit WPO5 wordt

«C=(N x 0,305 x 0,95) : 179» vervangen door: C= (N x 0,313 x 0,92) : 179.

ARTIKEL VI

Artikel 1, onderdeel c, van het tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel6 wordt gewijzigd als volgt:

1. In punt 1 wordt «de artikelen 20a en 48 van de Wet op het basisonderwijs» vervangen door: de artikelen 34 en 68 van de Wet op het primair onderwijs.

2. In punt 2 wordt «de artikelen 28a en 56 van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs» vervangen door: de artikelen 34 en 69 van de Wet op de expertisecentra of de artikelen 154 en 187 van de Wet op het voortgezet onderwijs.

ARTIKEL VII

In artikel 22, eerste volzin onder b6°, van het Onderwijskundig besluit WEC7 wordt «170» telkens vervangen door: 171.

ARTIKEL VIII

  • 1. De artikelen I, onderdelen A, C, D, E, F, G, H, I en J, II, III en IV zijn voor het eerst van toepassing voor de vaststelling van de formatie voor het schooljaar 1998–1999.

  • 2. Artikel V is voor het eerst van toepassing voor de berekening van de vergoeding voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding voor het jaar 1999.

ARTIKEL IX

  • 1. De artikelen I, onderdelen A, C, D, E, F, G, H, I en J, III, IV, VI, VII en VIII treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I, onderdeel B, treedt in werking met ingang van 1 augustus 2000.

  • 3. De artikelen II en V treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Laatstbedoeld besluit wordt niet genomen voordat vier weken zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is overgelegd aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en gedurende die termijn niet door of namens de Tweede Kamer de wens wordt te kennen gegeven dat het in het onderhavige besluit geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 27 oktober 1999

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de achttiende november 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit, waarbij de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij mede is betrokken, werkt in de diverse formatiebesluiten (WPO, WEC en deel II-WVO) een aantal maatregelen uit die voortvloeien uit de CAO sector Onderwijs en Wetenschappen 1996–1998 en het akkoord inzake «De jaren tellen» dat in juni 1997 door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de Centrales voor Overheids- en Onderwijspersoneel en de Werkgeversorganisaties is gesloten over leeftijdsbewust personeelsbeleid en de vermindering van de regels voor wachtgelden in het onderwijs.

Een van de maatregelen is de vertaling van de arbeidsduurverkorting (tot uitdrukking gebracht door een verlaging van de normjaartaak van 1710 uur op jaarbasis naar 1659 uur) in een verhoging van de formatieve herbezettingsruimte. Ook de wijziging van artikel I, onderdeel E, is een gevolg van die verhoging.

Tot nu toe waren in de formatiebesluiten 2 opslagen opgenomen in verband met arbeidsduurverkorting. De reden hiervoor was dat één van die opslagen voor een deel voorwaardelijk en voor een ander deel onvoorwaardelijk werd toegekend. Ook de opslag in verband met de toepassing van de regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen werd deels voorwaardelijk en deels onvoorwaardelijk toegekend. Om het voorwaardelijk deel toegekend te krijgen, golden in beide gevallen voorwaarden ten aanzien van de benoeming van wachtgelders of het voorkomen van wachtgelders. Met het oog op de vermindering van regels ten aanzien van wachtgelden zijn deze voorwaarden vervallen. De bestaande opslagen in verband met arbeidsduurverkorting behoeven daardoor niet langer te worden onderscheiden en om die reden zijn de tot nu toe geldende percentages samengevoegd en verhoogd met de nieuwe opslag. Het resultaat daarvan is één nieuw opslagpercentage.

Omdat ook de opslag in verband met de toepassing van de regeling bevordering arbeidsparticipatie ouderen vereenvoudigd is, is er voor gekozen beide opslagen (arbeidsduurverkorting en arbeidsparticipatie ouderen) nu in één artikel op te nemen.

De hierbedoelde wijzigingen zijn voor het eerst van toepassing voor de vaststelling van de formatie voor het schooljaar 1998–1999. Omdat geen sprake is van belastende regelingen, behoeft daartegen geen bezwaar te bestaan.

Daarnaast voorziet de wijziging in artikel I, onder B, erin dat basisscholen die tussen 1 augustus en de eerste schooldag van het schooljaar – dat is de per regio vastgestelde eerste schooldag na de zomervakantie – worden geconfronteerd met een toename van het aantal leerlingen nu op grond van het Formatiebesluit WPO aanspraak maken op groeiformatie met ingang van eerste dag van het schooljaar. Tot nu toe werd in zo'n situatie de «groeiformatie» voor de periode van de eerste dag van het schooljaar tot de eerste dag van de maand volgend op die waarin de groei zich had voorgedaan (dit was de ingangsdatum van groeiformatie op grond van artikel 12 van het Formatiebesluit WPO), overbrugd door toekenning van aanvullende formatie op grond van bijzondere omstandigheden. Aangezien deze voorziening jaarlijks werd opgenomen in de regeling aanvullende formatie op grond van bijzondere omstandigheden, is er voor gekozen dit deel van de aanvullende formatie nu over te hevelen naar de structurele formatie.

De wijziging in artikel V betreft een aanpassing van de berekening van de vergoeding voor de materiële instandhouding in verband met de verhoging van de arbeidsduurverkorting. Ook hiervoor geldt dat geen sprake is van een belastende regeling, zodat geen bezwaar behoeft te bestaan tegen het voor het eerst van toepassing laten zijn van de nieuwe formule voor de berekening van de vergoeding voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding voor het jaar 1999.

Tevens bevat dit besluit enkele technische aanpassingen in verband met onvolledige wijzigingsopdrachten in het besluit van 2 juni 1998, Stb. 413, en het besluit van 17 juni 1998, Stb. 395.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund


XNoot
1

Stb. 1998, 569.

XNoot
2

Stb. 1993, 232, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 mei 1999, Stb. 284.

XNoot
3

Stb. 1998, 576, gewijzigd bij besluit van 24 maart 1999, Stb. 151.

XNoot
4

Stb. 1993, 430, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 mei 1999, Stb. 230.

XNoot
5

Stb. 1997, 151, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 mei 1999, Stb. 284.

XNoot
6

Stb. 1995, 703, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 juli 1999, Stb. 344.

XNoot
7

Stb. 1985, 517, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 mei 1999, Stb. 284.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 14 december 1999, nr. 241.

Naar boven