Besluit van 11 oktober 1999, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 17 mei 1999 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies en enkele andere wetten (Stb. 233)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 4 oktober 1999, nr. MJZ1999218642, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel VII van de wet van 17 mei 1999 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies en enkele andere wetten (Stb. 233);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 17 mei 1999 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies en enkele andere wetten (Stb. 233) treedt in werking met ingang van 30 november 1999.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 11 oktober 1999

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Uitgegeven de zesentwintigste oktober 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven