Besluit van 23 september 1999, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en van het Warenwetbesluit Verpakte Waters

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 juni 1999, nr. GZB/VVB/992495, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, en na overleg met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op richtlijn nr. 98/83/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PbEG L 330), alsmede op artikel 4, eerste lid, onder a, en artikel 13, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 26 juli 1999, no. W13.99.0296/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 september 1999, nr. GZB/VVB/994028, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt de punt aan het slot vervangen door een puntkomma, waarna twee onderdelen worden toegevoegd, luidende:

f. richtlijn 98/83/EG: richtlijn nr. 98/83/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PbEG L 330);

g. voor menselijke consumptie bestemd water: al het water, niet zijnde natuurlijk mineraalwater, bronwater of een geneesmiddel, dat in enig levensmiddelenbedrijf wordt gebruikt voor de vervaardiging, de behandeling, de conservering of het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde waren of stoffen.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Bij de bereiding en behandeling van eet- of drinkwaren en grondstoffen mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van voor menselijke consumptie bestemd water dat op het punt waar het in het desbetreffende bedrijf gebruikt wordt:

    a. ten minste voldoet aan de bij of krachtens de Waterleidingwet aan drinkwater gestelde eisen; of

    b. een zodanige kwaliteit heeft dat het naar het oordeel van de Inspectie Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken, de deugdelijkheid van de daarmee bereide of behandelde eet- of drinkwaren niet kan aantasten.

2. Het derde lid vervalt, waarna het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.

C

In artikel 18 wordt onder vernummering van het tweede lid tot derde lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Onverminderd het eerste lid worden bij de vaststelling of al dan niet is voldaan aan artikel 5, eerste lid, de specificaties in acht genomen die zijn omschreven in bijlage III van richtlijn 98/83/EG, met dien verstande dat:

    a. andere dan in bijlage III, deel 1, van die richtlijn vermelde methoden gebruikt mogen worden voor zover kan worden aangetoond dat de daarmee verkregen resultaten ten minste even betrouwbaar zijn als die van de gespecificeerde methoden;

    b. voor de in bijlage III, delen 2 en 3, van die richtlijn genoemde parameters elke methode van onderzoek mag worden gebruikt die aan de aldaar gestelde eisen voldoet.

D

Aan artikel 20 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Een wijziging van bijlage III van richtlijn 98/83/EG gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel II

Het Warenwetbesluit Verpakte waters2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onder b en e, komt te luiden:

b. richtlijn 98/83/EG: richtlijn nr. 98/83/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PbEG L 330);

e. water: al het andere water dan natuurlijk mineraalwater en bronwater, dat onbehandeld of na behandeling bestemd is voor drinken, koken of voedselbereiding, ongeacht de herkomst, en dat is voorverpakt in de zin van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen.

B

In artikel 4, derde lid, wordt «Hoofdinspectie Gezondheidsbescherming» vervangen door: Hoofdinspectie Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken.

C

Artikel 12, eerste en tweede lid, komen te luiden:

  • 1. De artikelen 3 tot en met 7, en artikel 10, met uitzondering van het eerste lid, onder a, zijn van overeenkomstige toepassing op bronwater.

  • 2. Onverminderd het eerste lid voIdoet bronwater aan de ter uitvoering van richtlijn 98/83/EG bij of krachtens de Waterleidingwet aan drinkwater gestelde eisen.

D

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

  • 1. Water voldoet op het punt waar flessen of verpakkingen worden gevuld ten minste aan de bij of krachtens de Waterleidingwet aan voor drinkwater gestelde eisen.

  • 2. Onverminderd het eerste lid:

    a. voldoet water aan de volgende microbiologische parameters:

    parameterparameterwaarde
    Escherichia coli (E. Coli) afwezig in 250 ml
    Enterokokken afwezig in 250 ml
    Pseudomonas aeruginosaafwezig in 250 ml
    Telling kolonies bij 22° C 100/ml
    Telling kolonies bij 37° C 20/ml; en

    b. is de pH van niet-bruisend water ten minste 4,5 en ten hoogste 9,5, met dien verstande dat de minimumwaarde lager kan zijn voor water in flessen of verpakkingen dat van nature rijk is aan kooldioxide of kunstmatig verrijkt is met kooldioxide.

E

Aan § 5 wordt een artikel 14a toegevoegd, luidende:

Artikel 14a

Bij de vaststelling of al dan niet is voldaan aan artikel 14, worden de specificaties in acht genomen die zijn omschreven in bijlage III van richtlijn 98/83/EG, met dien verstande dat:

a. andere dan in bijlage III, deel 1, van die richtlijn vermelde methoden gebruikt mogen worden voor zover kan worden aangetoond dat de daarmee verkregen resultaten ten minste even betrouwbaar zijn als die van de gespecificeerde methoden;

b. voor de in bijlage III, delen 2 en 3, van die richtlijn genoemde parameters elke methode van onderzoek mag worden gebruikt die aan de aldaar gestelde eisen voldoet.

F

Aan artikel 17 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Een wijziging van bijlage III van richtlijn 98/83/EG gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

ArtikeI III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 25 december 2000.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 23 september 1999

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de veertiende oktober 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Inleiding

Op 5 december 1998 is gepubliceerd richtlijn nr. 98/83/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PbEG L 330), verder te noemen: richtlijn 98/83/EG. Ter uitvoering van richtlijn 98/83/EG dient een groot aantal wettelijke regelingen te worden aangepast. Uit praktische overwegingen is besloten die aanpassingen voor ieder wettelijk kader separaat te laten verlopen. Krachtens de Warenwet dienen de bepalingen in richtlijn 98/83/EG ten uitvoer te worden gelegd die betrekking hebben op verpakt water (niet zijnde natuurlijk mineraalwater, bronwater of een geneesmiddel) en op water dat gebruikt wordt bij de bereiding van levensmiddelen. In verband hiermede dienen het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en het Warenwetbesluit Verpakte waters te worden gewijzigd. Dit besluit strekt daartoe.

Uit oogpunt van gezondheidsbescherming is het gewenst gelijke veiligheidseisen te stellen aan zowel drinkwater als aan water in de zin van het Warenwetbesluit Verpakte waters en water voor de bereiding van eet- en drinkwaren. Bij de implementatie van het Warenwettelijk deel van richtlijn 98/83/EG is daarom gekozen voor het zoveel mogelijk verwijzen naar de ter uitvoering van richtlijn 98/83/EG bij of krachtens de Waterleidingwet gestelde eisen. Op die wijze wordt tevens rechtgedaan aan het feit dat de wetgeving inzake drinkwater hoofdzakelijk in dat kader is ondergebracht, zonder afbreuk te doen aan de inzichtelijkheid van de regelgeving bij of krachtens de Warenwet. ln de implementatie bij of krachtens de Waterleidingwet, die bij de publicatie van dit besluit nog in voorbereiding was, zal een concordantietabel worden opgenomen waaruit blijkt op welke wijze richtlijn 98/83/EG is uitgevoerd in de Nederlandse wetgeving.

Het ontwerp van dit besluit is besproken in het Regulier Overleg Warenwet. Met de in dat overleg gemaakte opmerkingen is volledig rekening gehouden.

Artikelsgewijs

In artikel I, onder C, wordt dynamisch verwezen naar bijlage III van richtlijn 98/83/EG, inzake specificaties die in acht moeten worden genomen bij de vaststelling of al dan niet is voldaan aan artikel 5, eerste lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen. Tegen deze wijze van implementatie bestaat geen bezwaar, aangezien deze bijlage voorschriften van meer procedurele aard bevat, die met name van belang zijn voor de Inspectie Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken.

Voorts is richtlijn 98/83/EG, en dus ook bijlage III daarvan, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en derhalve kenbaar voor de justitiabele.

De voorgaande overweging is van overeenkomstige toepassing op artikel II, onder E.

Artikel II, onder B, houdt verband met het samengaan van de Inspectie Gezondheidsbescherming en de Veterinaire Inspectie in de Inspectie Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken.

In artikel II, onder C, is van de gelegenheid gebruik gemaakt enkele onvolkomenheden in artikel 12 van het Warenwetbesluit Verpakte waters weg te nemen. In de eerste plaats zijn uit praktische overwegingen ook artikel 4, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing verklaard op bronwater. In de tweede plaats is een mogelijke tegenstrijdigheid in artikel 12, eerste en tweede lid, van het Warenwetbesluit Verpakte waters opgeheven. Uit de oude redactie kon voortvloeien dat inzake de periodieke controles van bronwater eisen in acht zouden moeten worden genomen die met elkaar in strijd zijn. Bij dit besluit is de redactie van het tweede lid iets gewijzigd.

Hierdoor is duidelijk dat bronwater altijd volledig dient te voldoen aan artikel 12, eerste lid, alsmede aan de in het tweede lid bedoelde bepalingen voor zover die niet in strijd zijn met de in het eerste lid bedoelde voorschriften. Dit voorschrift is in overeenstemming met artikel 9, lid 4bis, van richtlijn nr. 80/777/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lid-staten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (PbEG L 229).

In onderstaande concordantietabel wordt het verband aangegeven tussen dit besluit en richtlijn 98/83/EG:

dit besluitrichtlijn 98/83/EG
I, onder A2, eerste lid, onder b
 3, eerste lid
I, onder B3, tweede lid, onder a
 4, eerste lid, onder b
 5
 6, eerste lid, onder d
I, onder C7, vijfde lid
I, onder D7, vijfde lid
II, onder A2, eerste lid, onder a, en tweede lid
 3, eerste lid, onder a
II, onder B
II, onder C
II, onder D4, eerste lid, onder b
 5
 6, eerste lid, onder c
 bijlage I, deel A, tweede deel
 bijlage I, deel C
II, onder E7, vijfde lid
II, onder F7, vijfde lid
III17, eerste lid, en 18

Artikel 4, eerste lid, onder a, van richtlijn 98/83/EG behoeft geen uitvoering krachtens de Warenwet, aangezien deze materie al geregeld is in de artikelen 3 en 4 van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen.

Artikel 7, eerste tot en met vierde, en zesde lid, en de artikelen 8 tot en met 15, van richtlijn 98/83/EG hebben ook betrekking op water, bestemd voor voedselbereiding, of op water in flessen of verpakkingen. Deze artikelen zijn van louter procedurele aard of uitsluitend gericht aan de overheid. Aangezien Nederland aan de uit die bepalingen voortvloeiende verplichtingen kan voldoen door middel van een feitelijk handelen door of vanwege een (of meer) Nederlandse minister(s), zonder dat daarbij de medewerking van andere bestuursorganen of lagere overheden nodig is en zonder dat daarbij sprake is van ingrepen in de rechten en vrijheden van particulieren, behoeven deze artikelen geen omzetting in de Nederlandse Warenwetregeling. De in artikel 7 van richtlijn 98/83/EG bedoelde controles van voor menselijke consumptie bestemd water als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen (zoals gewijzigd) zullen worden uitgevoerd door de Inspectie Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken als onderdeel van haar reguliere activiteiten. Dit laat onverlet de primaire verantwoordelijkheid van ieder levensmiddelenbedrijf voor de veiligheid van water dat gebruikt wordt bij de bereiding en behandeling van eet- en drinkwaren. Deze veiligheid dient gewaarborgd te zijn in het desbetreffende voedselveiligheidssysteem als bedoeld in artikel 30 van de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen dan wel in een hygiënecode als bedoeld in artikel 31 van die regeling.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1992, 678, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 augustus 1999, Stb. 375.

XNoot
2

Stb. 1998, 527.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 9 november 1999, nr. 216.

Naar boven