Wet van 16 september 1999, houdende wijziging van
de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Spaarfonds AOW voor
het jaar 1998 (slotwet)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van
een wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Spaarfonds
AOW voor het jaar 1998, vastgesteld bij de wet van 29 april 1998, Stb. 264,
laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 januari 1999, Stb. 75;
Zo is het, dat Wij met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben
goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
De begroting van de uitgaven van het Spaarfonds AOW voor het jaar 1998
wordt gewijzigd, zoals blijkt uit kolom 6 van de rekening, onderdeel uitgaven,
welke rekening als staat bij deze wet behoort.
Artikel 2
De begroting van de ontvangsten van het Spaarfonds AOW voor het jaar 1998
wordt gewijzigd, zoals blijkt uit kolom 6 van de rekening, onderdeel ontvangsten,
welke rekening als staat bij deze wet behoort.
Artikel 3
De vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten,
als bedoeld in artikel 1 respectievelijk artikel 2, geschiedt in duizenden
guldens.
Artikel 4
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 31
december van het onderhavige begrotingsjaar.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
histnootGegeven te 's-Gravenhage, 16 september 1999
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
K. G. de Vries
De Minister van Financiën,
G. Zalm
Uitgegeven de zevende oktober 1999
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
Staat behorende bij de Wet van 16 september 1999, Stb.
425 (Slotwet 1998)
Rekening 1998 (inclusief suppletore mutaties)
Spaarfonds AOW
Onderdeel uitgaven (bedragen in NLG 1000)
| | | | (1) | (2) | (3) | | (4)
= (1) + (2) + (3) | (5) | (6) = (5) – (4) |
|---|
| Art. | Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties
(+ of –) op grond van eerste suppletore begroting | Mutaties
(+ of –) op grond van tweede suppletore begroting | | Totaal
geraamd | Realisatie | Slotwetmutaties (+ of –) (+
= tekortschietend geraamd bedrag) |
| | | | | Uitgaven | | Uitgaven | | Uitgaven | | | Uitgaven | | Uitgaven | | Uitgaven |
| | | TOTAAL | | 2 297 000 | | 2 792 000 | | – 1 500 | | | 5 087 500 | | 5 082 925 | | – 4
575 |
| | | | | | | | | | | | | | | | |
| 01.01 | Bijdrage aan de begroting van het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) ter aanvullende financiering
van het Ouderdomsfonds | | 0 | | | | | | | | | | | 0 |
| 01.02 | Voordelig
eindsaldo | | 2 297 000 | | 2 792 000 | | – 1 500 | | | 5 087 500 | | 5 082 925 | | – 4 575 |
Ons bekend,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
K. G. de Vries
De Minister van Financiën,
G. Zalm
Staat behorende bij de Wet van 16 september 1999, Stb.
425 (Slotwet 1998)
Rekening 1998 (inclusief suppletore mutaties)
Spaarfonds AOW
Onderdeel ontvangsten (bedragen in NLG 1000)
| | | | (1) | (2) | (3) | | (4)
= (1) + (2) + (3) | (5) | (6) = (5) – (4) |
|---|
| Art. | Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties
(+ of –) op grond van eerste suppletore begroting | Mutaties
(+ of –) op grond van tweede suppletore begroting | | Totaal
geraamd | Realisatie | Slotwetmutaties (+ of –) (+
= meer ontvangen) |
| | | | Ontvangsten | Ontvangsten | Ontvangsten | | Ontvangsten | Ontvangsten | Ontvangsten |
| | | TOTAAL | | 2 297 000 | | 2 792 000 | | – 1 500 | | | 5 087 500 | | 5 082 925 | | – 4 575 |
| | | | | | | | | | | | | | | | |
| 01.00 | Beginsaldo | | 750 000 | | | | | | | 750 000 | | 750 000 | | 0 |
| 01.01 | Bijdrage van de begroting van het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (XV) | | 1 500 000 | | 2 800 000 | | | | | 4 300 000 | | 4 300 000 | | 0 |
| 01.02 | Rente-ontvangsten | | 47 000 | | – 8 000 | | – 1 500 | | | 37 500 | | 32 925 | | – 4 575 |
Ons bekend,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
K. G. de Vries
De Minister van Financiën,
G. Zalm
XHistnoot
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1998/99, 26 547.
Handelingen II 1998/99, blz. 5549.
Kamerstukken I 1998/99, 26 547 (314).
Handelingen I 1998/99, zie vergadering d.d. 14 september 1999.