Besluit van 23 september 1999, houdende de toekenning van een vaste beloning aan de voorzitter en de leden van de Adviescommissie Jeugdvoorlichting WOII-heden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 september 1999, kenmerk DVVB/lB-U-991107;

Gelet op artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

  • 1. Aan de voorzitter en de leden van de Adviescommissie Jeugdvoorlichting WOII-heden wordt in plaats van vacatiegeld een vaste beloning ten bedrage van twaalfhonderd gulden per jaar toegekend.

  • 2. Indien de voorzitter of een lid van de adviescommissie, genoemd in het eerste lid, niet gedurende het hele jaar de functie van voorzitter of lid bekleedt, wordt de beloning, genoemd in het eerste lid, naar evenredigheid vastgesteld.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1999.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 23 september 1999

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de zevende oktober 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

In de brief van 18 december 1997 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 1997/98, 20 454, nr. 43) staan beoordelingscriteria vermeld die vanaf 1 januari 1998 worden gehanteerd bij de toekenning van subsidie aan projecten jeugdvoorlichting op het terrein van de Tweede Wereldoorlog in relatie tot het heden (WOII-heden). Voor het projectenbeleid jeugdvoorlichting WOII-heden is op de begroting van mijn ministerie jaarlijks een bedrag van ca f 2,5 miljoen gereserveerd.

Gelet op een groot aantal nieuwe ontwikkelingen op het terrein van onderwijs, cultuur en technologie is er behoefte aan ondersteuning van (externe) deskundigen bij de beoordeling van projectvoorstellen, onderwijsveranderingen, interculturele museale ontmoetingen en nieuwe technologieën.

Op 1 oktober 1998 heb ik een onafhankelijke Adviescommissie Jeugdvoorlichting WOII-heden ingesteld. De voorzitter en de twee leden van de adviescommissie zijn benoemd voor een periode van twee jaar.

De adviescommissie heeft tot taak om de ingediende educatieve projectvoorstellen te toetsen aan de in de brief aan de Tweede Kamer van 18 december 1997 genoemde criteria en mij te adviseren over de kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van de ingediende projectvoorstellen. De adviescommissie vergadert ten minste vier maal per jaar op de ochtend of middag.

Gelet op de complexiteit, gevoeligheid en zwaarte van de te verrichten werkzaamheden is besloten om vanaf 1 januari 1999 aan de voorzitter en de leden van de adviescommissie een vaste beloning toe te kennen.

De vaste beloning moet overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van het Vacatiegeldenbesluit 1988 al naar gelang de zwaarte van de werkzaamheden worden vastgesteld op een bedrag overeenkomende met een evenredig deel van de jaarwedde volgens de schalen van burgerlijke rijksambtenaren, met een maximum van 50% van de jaarwedde volgens het eerste niveau na schaal 18.

Daarop gelet, alsmede op het aantal vergaderdagen, is de vergoeding van de voorzitter en de leden van de Adviescommissie Jeugdvoorlichting WOII-heden vastgesteld op f 1.200,– per jaar.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Naar boven