Besluit van 28 januari 1999 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken in verband met de aanpassing van het standaarduitwisselingsformaat

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 21 december 1998, nr. WDB98/443M, gedaan in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 39 van de Wet waardering onroerende zaken;

De Raad van State gehoord (advies van 7 januari 1999, nr. W06.98.0596.);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 21 januari 1999, nr. WDB99/4 U, uitgebracht in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken1 wordt als volgt gewijzigd:

A. Het opschrift «HOOFDSTUK 3. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN» wordt vervangen door: HOOFDSTUK 4. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN.

B. De bijlage wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL II

De bijlage zoals die gold op 31 december 1998 kan nog na die datum worden toegepast voor de registratie en de verstrekking van gegevens die betrekking hebben op de periode voor 1 januari 1999.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1999.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 28 januari 1999

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de negende februari 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Bijlage als bedoeld in artikel 7 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken.

Lijst met te registreren en aan de afnemers te verstrekken gegevens

– Voor ieder WOZ-object:

(01.01) uniek WOZ-objectnummer

Unieke adressering voorzover noodzakelijk bestaande uit:

(10.20) woonplaatsnaam

(11.10) straatnaam

(11.20) huisnummer

(11.30) huisletter

(11.40) huisnummertoevoeging

(11.50) aanduiding bij huisnummer

(11.60) postcode

(11.70) lokatieomschrijving

(12.20) gebruikscode

(14.10) code gebouwd/ongebouwd

(15.10) vastgestelde waarde

(15.20) waardepeildatum

(15.30) bijzondere-waarderingscode

(15.40) aanduiding valutasoort

(15.50) code blokkeren

Indien het WOZ-object door middel van een sluimerend WOZ-object geen onderdeel gemaakt is van een complex (anders wordt dit gegeven geregistreerd en geleverd voor het sluimerend WOZ-object):

(12.10) grondoppervlakte

Indien het WOZ-object bij het gegeven «(14.10) code gebouwd/ongebouwd» is gemerkt als «gedeeltelijk gebouwd, gedeeltelijk ongebouwd»:

(14.20) meegetaxeerde oppervlakte gebouwd

(14.30) aandeel waarde gebouwd

(81.10) mutatiecode

(81.20) ingangsdatum

(81.30) einddatum

– Per WOZ-object dat door middel van een sluimerend WOZ-object geen onderdeel gemaakt is van een complex, voor ieder kadastraal object dat betrokken is bij dat WOZ-object (anders worden deze gegevens geregistreerd en geleverd voor het sluimerend WOZ-object):

(01.01) uniek WOZ-objectnummer

(51.10) kadastrale gemeentecode

(51.20) sectie

(51.30) perceelnummer

(51.40) perceel-index-letter

(51.50) perceel-index-nummer

(52.10) toegekende oppervlakte

Indien het WOZ-object bij het gegeven «(14.10) code gebouwd/ongebouwd» is gemerkt als «gedeeltelijk gebouwd, gedeeltelijk ongebouwd»:

(52.20) meegetaxeerde oppervlakte gebouwd per kadastraal object

(81.10) mutatiecode

(81.20) ingangsdatum

(81.30) einddatum

– Voor ieder WOZ-object dat doorsneden wordt door een waterschapsgrens, per waterschap waarin het WOZ-object gelegen is:

(01.01) uniek WOZ-objectnummer

(15.10) vastgestelde waarde

(71.10) code afnemer

(81.10) mutatiecode

(81.20) ingangsdatum

(81.30) einddatum

– Per WOZ-object voor ieder subject te wiens aanzien een beschikking is genomen met betrekking tot dat WOZ-object:

(01.01) uniek WOZ-objectnummer

(01.20) SoFi-nummer

(01.21) aanvulling SoFi-nummer

(41.10) aanduiding eigenaar/gebruiker

(41.30) c.s.-code

Indien subject een natuurlijk persoon is:

(01.10) A-nummer natuurlijk persoon

Indien subject de eigenaar is:

(41.20) zakelijk-rechtcode

(81.10) mutatiecode

(81.20) ingangsdatum

(81.30) einddatum

– Voor ieder subject dat als belanghebbende een beschikking heeft ontvangen:

(01.20) SoFi-nummer

(01.21) aanvulling SoFi-nummer

Indien subject een natuurlijk persoon is:

(01.10) A-nummer natuurlijk persoon

(02.11) voorletters

(02.30) voorvoegsels

(04.05) aanduiding naamgebruik

(03.10) geboortedatum natuurlijk persoon

Indien subject een niet-natuurlijk persoon is:

(01.30) Handelsregisternummer

(02.40) geslachtsnaam/statutaire naam

Indien tenaamstelling bij natuurlijk persoon anders luidt dan de geslachtsnaam:

(02.31) voorvoegsels behorend bij partnernaam

(02.41) partnernaam/bedrijfsnaam verkort

Indien tenaamstelling bij niet-natuurlijk persoon anders luidt dan de statutaire naam:

(02.41) partnernaam/bedrijfsnaam verkort

Indien natuurlijk persoon overleden is:

(08.10) datum overlijden natuurlijk persoon

(08.11) status subject

(10.10) functie adres

Volledig postadres van subject voorzover noodzakelijk bestaande uit:

(11.10) straatnaam

(11.20) huisnummer

(11.30) huisletter

(11.40) huisnummertoevoeging

(11.50) aanduiding bij huisnummer

(11.60) postcode

(11.70) lokatieomschrijving

(10.20) woonplaatsnaam

(13.10) landnaam

(81.10) mutatiecode

(81.20) ingangsdatum

(81.30) einddatum

– Voor iedere genomen WOZ-beschikking en voor iedere wijziging van de status van een genomen beschikking:

(01.01) uniek WOZ-objectnummer

(01.10) A-nummer natuurlijk persoon

(01.20) SoFi-nummer

(01.21) aanvulling SoFi-nummer

(15.20) waardepeildatum

(22.10) code status beschikking

(22.20) datum status

(81.10) mutatiecode

(81.20) ingangsdatum

(81.30) einddatum

– Voor iedere levering van gegevens aan een afnemer:

(09.10) gemeentecode

(09.11) gemeentenaam

(71.10) code afnemer

(91.10) contactpersoon

(91.20) telefoonnummer contactpersoon

(91.30) softwareleverancier

(91.40) versie Stuf!WOZ

(92.10) aanmaakdatum

(92.20) bijgewerkt tot en met maand

(92.30) datum vorige aanlevering

(93.30) aard leveringsbestand

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van artikel 9 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken (Uitvoeringsbesluit) is de Regeling Stuf-WOZ vastgesteld. In deze regeling is het standaarduitwisselingsformaat ten behoeve van de gegevensuitwisseling in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) opgenomen. Uit het advies van de Waarderingskamer van 23 april 1998 blijkt dat er praktische problemen zijn bij de afnemers, de belastingdienst en de waterschappen, met de automatische verwerking van door de gemeenten geleverde WOZ-gegevens. Deze problemen kunnen worden opgelost door een technische aanpassing van het standaarduitwisselingsformaat.

In lijn met het advies van de Waarderingskamer is de als bijlage bij het Uitvoeringsbesluit opgenomen lijst van te registreren en aan de afnemers te verstrekken gegevens aangepast. Daarbij is – om misverstanden te voorkomen – ervoor gekozen de huidige bijlage te vervangen door een nieuwe (artikel I, onderdeel B). Met deze nieuwe bijlage wordt de formele basis gecreëerd om de Regeling Stuf-WOZ overeenkomstig aan te kunnen passen.

De in artikel I, onderdeel A, voorgestelde wijziging betreft het herstel van een onjuiste nummering.

Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1999. De terugwerkende kracht is nodig omdat de in de praktijk gebleken noodzakelijke aanpassingen reeds zijn of thans worden aangebracht en legalisering met ingang van 1 januari 1999 behoeven. De gegevens met betrekking tot 1 januari 1999 en verder worden namelijk geregistreerd en geleverd op basis van de nieuwe bijlage.

Er is een overgangsbepaling (artikel II) opgenomen waardoor de bijlage zoals die gold op 31 december 1998 eventueel nog na die datum kan worden toegepast voor de registratie en de verstrekking van gegevens die betrekking hebben op de periode voor 1 januari 1999.

In dit kader merk ik nog op dat de Waarderingskamer thans onderzoekt of elke afnemer alle in de bijlage opgenomen gegevens nodig heeft voor de goede vervulling van zijn taak. Indien uit dat onderzoek mocht blijken dat een afnemer een bepaald gegeven niet nodig heeft, zal de regelgeving op korte termijn worden aangepast.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend


XNoot
1

Stb. 1995, 67, gewijzigd bij besluit van

11 december 1997, Stb. 703.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

Naar boven