Besluit van 25 augustus 1999, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van bepalingen van het Besluit stortverbod afvalstoffen (Stb. 1997, 665)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 18 augustus 1999, nr. MJZ99201322, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 14, eerste lid, van het Besluit stortverbod afvalstoffen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van 15 september 1999 treedt artikel 6, tweede lid, van het Besluit stortverbod afvalstoffen inwerking.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 augustus 1999

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Uitgegeven de veertiende september 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van artikel 6, tweede lid, van het Besluit stortverbod afvalstoffen kunnen bij ministeriële regeling de gevallen worden aangegeven waarin niet herbruikbaar bouw- en sloopafval en de niet herbruikbare residuen afkomstig van het bewerken van bouw- en sloopafval niet verbrandbaar zijn. Een dergelijke ministeriële regeling wordt voorbereid en zal naar verwachting binnenkort worden vastgesteld. Daaraan voorafgaand dient artikel 6, tweede lid, in werking te treden. Het onderhavige besluit voorziet hierin.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Naar boven