Besluit van 25 augustus 1999, houdende vaststelling
van de dag van kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van provinciale
staten in 2003
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Peper, van 18 augustus 1999, nr. CW99/U79788 Directoraat-Generaal Constitutionele
Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op artikel F 1, derde lid, van de Kieswet
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de provinciale
staten in 2003 vindt plaats op maandag 27 januari 2003.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast
met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 25 augustus 1999
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Peper
Uitgegeven de zestiende september 1999
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
Artikel F1, derde lid, van de Kieswet biedt de mogelijkheid dat de dag
van kandidaatstelling voor een verkiezing bij koninklijk besluit binnen beperkte
grenzen kan worden verschoven, indien zwaarwichtige redenen verband houdend
met de dag van stemming daartoe nopen. Het koninklijk besluit dient uiterlijk
6 maanden vóór de uit de Kieswet voortvloeiende datum bekend
gemaakt te worden.
De uit artikel F 1, eerste lid, van de Kieswet voortvloeiende dag van
kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van provinciale staten in
2003 is dinsdag 21 januari 2003. Artikel J 1 van de Kieswet bepaalt dat de
stemming plaatsvindt op de drieënveertigste dag na de kandidaatstelling.
Indien het onderhavige koninklijk besluit niet zou zijn vastgesteld, zouden
de statenverkiezingen in 2003 op woensdag 5 maart vallen. Dinsdag 4 maart
is vastenavond hetgeen betekent dat met name in de zuidelijke provincies in
die week carnaval gevierd zal worden. Ook indien de scholen geadviseerd zal
worden om de voorjaarsvakantie in de daaraan voorafgaande week te houden,
valt te verwachten dat in ieder geval de scholen in Noord-Brabant en Limburg
in de carnavalsweek voorjaarsvakantie zullen houden. Daarnaast is aannemelijk
dat gemeenten in deze provincies problemen hebben met de bemensing van de
stembureaus op de zogenaamde aswoensdag. Bovendien is niet ondenkbaar dat
carnaval een negatieve invloed heeft op de opkomst in de zuidelijke provincies.
Gelet op het voorgaande, strekt onderhavig besluit er toe de dag van kandidaatstelling
voor de statenverkiezingen in 2003 zes dagen vooruit te schuiven, waarmee
ingevolge artikel J 1 van de Kieswet ook de dag van de stemming zes dagen
vooruitschuift. De dag van de stemming valt hiermee op dinsdag 11 maart 2003.
Niet gekozen is voor een stemming op woensdag 12 maart 2003, aangezien dit
de Biddag voor Gewas en Arbeid is. Deze dag vindt jaarlijks op de tweede woensdag
in maart plaats.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Peper