Besluit van 25 augustus 1999, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 april 1999, nr GZB/VVB/991473, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op 5, eerste lid, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 8 juli 1999, no. W13.99.0203/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 augustus 1999 met nummer GZB/VVB/993365, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Aan artikel 15 van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen1 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Het eerste lid, onder b, is niet van toepassing op het vervoer of het in voorraad houden van niet-voorverpakte eet- of drinkwaren gedurende een nader te bepalen periode van ten hoogste 24 uur na de bereiding daarvan, voor zover de ter zake in een krachtens dit besluit door Onze Minister goedgekeurde hygiënecode vastgestelde voorschriften in acht worden genomen. De desbetreffende hygiënecode zal slechts worden goedgekeurd indien voldaan is aan de volgende voorschriften:

    a. de uitzondering heeft slechts betrekking op eet- of drinkwaren waarvan koeling met het oog op de smaak ongewenst is, of die bij de bereiding direct voorafgaand aan de ongekoelde bewaar- of vervoerperiode een intensieve hittebehandeling hebben ondergaan;

    b. de desbetreffende hygiënecode schrijft voor dat bij onverpakte verkoop van de waar aan de koper duidelijk wordt gemaakt dat de waar een (zeer) beperkte houdbaarheid heeft, en werkt uit hoe dat voorschrift kan worden toegepast;

    c. in de hygiënecode is de periode van ongekoeld opslaan of vervoeren nauwkeurig vastgesteld; en

    d. de ongekoelde bewaring of opslag leidt niet tot een uit microbiologisch oogpunt onveiliger waar.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 25 augustus 1999

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de veertiende september 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel 15, eerste lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen (verder: BBL) is ter bescherming van de volksgezondheid voorgeschreven bij welke (lage) temperatuur bederfelijke levensmiddelen gekoeld bewaard moeten worden teneinde microbiologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan. De lage bewaartemperatuur met bijbehorende bewaartermijn van bederfelijke levensmiddelen (de zogenaamde «tijd-temperatuur-combinatie») is kritisch voor de veiligheid daarvan, zodat alleen onder bijzondere omstandigheden een afwijking mogelijk is zonder nadelige gevolgen voor de gezondheidsbescherming.

Sinds de inwerkingtreding van het BBL is gebleken dat er inderdaad omstandigheden zijn waaronder een ononderbroken toepassing van deze koelvoorschriften niet noodzakelijk en soms zelfs ongewenst is. Dit is met name het geval bij bederfelijke eet- of drinkwaren die zodanig bereid zijn dat het gedurende een zeer beperkte tijd buiten de koeling bewaren daarvan geen risico oplevert. De oude redactie van bovengenoemde bepaling stond evenwel niet toe dergelijke waren ongekoeld te vervoeren of in voorraad te houden. Uit praktische overwegingen is het derhalve gewenst de ongekoelde opslag van bepaalde eet- of drinkwaren gedurende een beperkte periode mogelijk te maken. Dit besluit strekt daartoe.

Het nieuwe artikel 15, achtste lid, van het BBL biedt de mogelijkheid in een goedgekeurde hygiënecode zoals bedoeld in artikel 31 van de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen, aan te geven voor welke eet- of drinkwaren en gedurende welke periode gekoeld opslaan en vervoeren niet verplicht is. Handelen in strijd met een dergelijke hygiënecode is strafbaar op grond van artikel 2, eerste lid, van het BBL juncto artikel 1 van de Wet op de economische delicten.

Het ontwerp van dit besluit is gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 204). Het is tevens gemeld aan het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie, ter voldoening aan punt 5 van bijlage B van het op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen verdrag inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (Trb. 1994, 235).

Deze notificaties zijn noodzakelijk, aangezien artikel I van het ontwerpbesluit technische voorschriften bevat in de zin van richtlijn 98/34/EG. Voor zover het besluit kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking bevat, worden deze evenwel gerechtvaardigd ter bescherming van de volksgezondheid.

Deze notificatie heeft niet geleid tot een reactie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of van een lid-staat.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1992, 678, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 22 januari 1999, Stb. 77.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 12 oktober 1999, nr. 196.

Naar boven