Besluit van 6 juli 1999, houdende herindeling van de ministeriële taak met betrekking tot de Economische Controledienst

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, d.d. 30 juni 1999, nr. 99M005822, gedaan mede namens Onze Ministers van Economische Zaken en van Financiën;

Gelet op artikel 44 van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1:

  • 1. Onze Minister van Financiën wordt belast met de zorg voor de Economische Controledienst, voor zover deze zorg voor 1 september 1999 was opgedragen aan Onze Minister van Economische Zaken.

  • 2. De taak van beide ministeries wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel 2:

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 1999.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken en Onze Ministers van Economische Zaken en van Financiën zijn belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst, waarvan mededeling zal worden gedaan in de Staatscourant en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Hoge College van Staat, de ministerraad, de Gevolmachtigde Ministers van de Nederlandse Antillen en van Aruba en de ministeries.

's-Gravenhage, 6 juli 1999

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de twaalfde augustus 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Ter uitwerking van het Regeerakkoord (Hoofdstuk VIII) heeft het kabinet besloten de verantwoordelijkheid van de Minister van Economische Zaken voor de Economische Controledienst (ECD) met ingang van 1 september 1999 over te dragen aan de Minister van Financiën. De ECD zal worden ondergebracht bij de Belastingdienst. De reden hiervan is gelegen in het belang dat het kabinet hecht aan adequaat toezicht op de financiële sector en – in het verlengde daarvan – de efficiënte opsporing van strafbare feiten in het financieel-economische domein.

Bundeling van de bij de ECD en de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) aanwezige kennis en ervaring omtrent financieel-economische en fiscale fraude zullen bijdragen aan een verbetering van de opsporingsresultaten.

Door middel van het sluiten van convenanten met de betrokken ministers zal worden bewerkstelligd dat de herpositionering van de ECD geen gevolgen zal hebben voor de taken die de ECD tot nu toe verrichtte in opdracht van die ministers.

Nadere afspraken omtrent de overgang van de taken en het personeel van de ECD worden vastgelegd in een convenant tussen de Minister van Economische Zaken en de Minister van Financiën.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

Naar boven