Besluit van 8 juli 1999, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 1q, vierde lid, van de Ziekenfondswet (Besluit instelling afzonderlijke kas ziekenfondsverzekering zeelieden 1999)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 juni 1999 (Z/VU-991559), gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst;

Gelet op de artikelen 1q, vierde lid, 3, eerste lid, en 5, eerste lid van de Ziekenfondswet;

De Raad van State gehoord (advies van 24 juni 1999, No.W13.99.0284/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 juni 1999, Z/VU-991865 in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Er is een afzonderlijke kas, waarin gestort worden de gelden, welke zijn opgebracht voor de personen, verzekerd bij de stichting Algemeen Ziekenfonds voor Zeelieden gevestigd te Amsterdam, verder genoemd de stichting.

Artikel 2

  • 1. De stichting is belast met het beheer van de afzonderlijke kas.

  • 2. De stichting is aan het College voor zorgverzekeringen verantwoording verschuldigd voor het gevoerde beheer en verstrekt het College voor zorgverzekeringen alle gevraagde inlichtingen over het beheer.

  • 3. De stichting biedt het College voor zorgverzekeringen vóór 1 november van elk jaar een verslag aan omtrent de toestand van de afzonderlijke kas per 31 december van het voorafgaande jaar, met de rekening over dat jaar.

  • 4. Het College voor zorgverzekeringen brengt eventuele opmerkingen van zijn bestuur en van de Commissie toezicht uitvoeringsorganisatie ter kennis van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De goedkeuring van de rekening door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport strekt, voor zover het de goedgekeurde inkomsten en uitgaven betreft, tot décharge van de stichting.

Artikel 3

De middelen van de afzonderlijke kas worden aangewend:

a. ter dekking van de kosten van de verzekering van de bij de stichting verzekerde personen en hun medeverzekerden;

b. tot het doen van bijdragen aan de Algemene Kas volgens door het College voor zorgverzekeringen te stellen regelen;

c. tot het vormen van een reserve, overeenkomstig door het College voor zorgverzekeringen te stellen regelen.

Artikel 4

Alvorens de in artikel 3, onder b en c, te stellen regelen worden gegeven, wordt de stichting in de gelegenheid gesteld van haar mening ter zake te doen blijken.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit instelling afzonderlijke kas ziekenfondsverzekering zeelieden 1999.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1999. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 1999, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 juli 1999.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 8 juli 1999

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de vijfde augustus 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Op 1 juli 1999 treedt de Wijziging van de Ziekenfondswet, de Wet tarieven gezondheidszorg en de Wet Ziekenhuisvoorzieningen in verband met wijzigingen in de taak, samenstelling en werkwijze van de in die wetten geregelde bestuursorganen, alsmede wijziging van andere wetten in verband daarmee, hierna te noemen de wet uitvoeringsorganen volksgezondheid, gedeeltelijk in werking. Door de wet uitvoeringsorganen volksgezondheid komt een aantal artikelen van de Ziekenfondswet, waaronder artikel 71 dat handelt over de Algemene Kas, te vervallen. De Algemene Kas wordt per 1 juli 1999 beschreven in artikel 1q van de Ziekenfondswet. Omdat het Besluit instelling afzonderlijke kas ziekenfondsverzekering zeelieden gebaseerd is op artikel 71 van de Ziekenfondswet, vervalt dit besluit per 1 juli 1999 van rechtswege.

Met onderhavig besluit wordt het Besluit instelling afzonderlijke kas ziekenfondsverzekering zeelieden opnieuw vastgesteld. Tevens is hierbij, waar nodig de naam Ziekenfondsraad vervangen door College voor zorgverzekeringen en is in artikel 2 de juiste benaming van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vermeld.

In artikel 3, onderdeel c, van het per 1 juli 1999 van rechtswege vervallen Besluit instelling afzonderlijke kas ziekenfondsverzekering zeelieden is bepaald dat de middelen van de afzonderlijke kas mede worden aangewend tot het doen van bijdragen tot het bevorderen van wetenschappelijke onderzoekingen en publicaties welke naar het oordeel van de Ziekenfondsraad voor het ziekenfondswezen van belang zijn en voor andere door de Ziekenfondsraad aan te geven doeleinden, verband houdende met de ziekenfondsverzekering of met de volksgezondheid in het algemeen. In artikel 3, onderdeel b, is bepaald is dat de middelen van de afzonderlijke kas worden aangewend tot het doen van bijdragen in de Algemene kas. Onderdeel c kan echter als overbodig worden beschouwd doordat artikel 3, onderdeel b, van het onderhavige besluit in samenhang met hetgeen voorheen was bepaald in artikel 73, eerste lid, onder c en d, van de Ziekenfondswet, en thans is geregeld in artikel 1p van de Ziekenfondswet al voorziet in de aanwending van middelen voor het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek en publicaties zoals bedoeld in het voormalige artikel 3, onderdeel c.

Vervolgens is onderdeel d vernummerd tot onderdeel c.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven