Beschikking van de Minister van Justitie van 21 januari 1999, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen, zoals deze luidt met ingang van 1 januari 1999

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel XXXVI van de Aanpassingswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen;

Besluit:

de tekst van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen, zoals deze luidt met ingang van 1 januari 1999, in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

's-Gravenhage, 21 januari 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de achtentwintigste januari 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

TEKST VAN DE INVOERINGSWET NIEUWE EN GEWIJZIGDE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSREGELINGEN, ZOALS DEZE WET LUIDT OP 1 JANUARI 1999

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

ARTIKEL I. ALGEMENE BEGRIPPEN

  • 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    a. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    b. Landelijk instituut sociale verzekeringen: het Landelijk instituut sociale verzekeringen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;

    c. uitvoeringsinstelling: een uitvoeringsinstelling als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;

    d. Arbeidsongeschiktheidsfonds: het Arbeidsongeschiktheidsfonds, bedoeld in artikel 72 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

    e. Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds: het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds, bedoeld in artikel 34 van de Wet financiering volksverzekeringen;

    f. Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen: het Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen, bedoeld in artikel 78 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;

    g. Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten: het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten, bedoeld in artikel 63 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

  • 2. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:

    a. echtgenoot: geregistreerde partner;

    b. echtgenoten: geregistreerde partners.

    3. Onder «Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» wordt verstaan: de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de daarop berustende bepalingen, zoals die wet en die bepalingen luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, met inbegrip van alle bij of krachtens wet met betrekking tot bepalingen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet getroffen invoerings- en overgangsbepalingen die op die dag van kracht waren.

ARTIKEL II. INTREKKING AAW

  • 1. De Algemene Arbeidsongeschiktheidswet wordt ingetrokken, onverminderd de artikelen VIII, zesde lid, IX, XIII, XIV, XXIV en XXV.

  • 2. De intrekking van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, bedoeld in het eerste lid, geldt met uitzondering van artikel 4, in combinatie met de artikelen 57, 57a, 58 en 59b, van die wet. Voor bepaalde categorieën van werknemers kan bij wet worden bepaald dat de uitzondering, bedoeld in de eerste zin, mede andere artikelen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet betreft, in combinatie met de artikelen 57, 57a, 58 en 59b, van die wet.

  • 3. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de toepasselijkheid van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, bedoeld in het tweede lid, met betrekking tot voorzieningen op grond van artikel 57, eerste en tweede lid, onderdelen b en c, van die wet, met ingang van een bij die regeling te bepalen datum eindigt.

  • 4. De algemene maatregel van bestuur, op grond van artikel 43 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet getroffen, berust na de inwerkingtreding van deze wet op artikel 59, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en artikel 51, negende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

ARTIKEL III. TITEL 4.2. VAN DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

Titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op aanspraken uit hoofde van de in artikel II, tweede lid, genoemde artikelen.

HOOFDSTUK 2. OVERGANGS- EN INVOERINGSBEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING, DE ZIEKTEWET EN DE WERKLOOSHEIDSWET

ARTIKEL IV. INVOERINGSBEPALING INZAKE ARTIKEL 82 WAO/64 ZW

  • 1. Artikel 81, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals dat luidt op de dag van inwerkingtreding van deze wet, is tevens van toepassing op een persoon als bedoeld in dat onderdeel, die voor de dag van inwerkingtreding van deze wet, doch niet eerder dan 21 april 1997, de aldaar bedoelde werkzaamheden is gaan uitoefenen en overigens voldoet aan de in dat onderdeel gestelde voorwaarden.

  • 2. In afwijking van artikel 83, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt het verzoek om toelating tot de vrijwillige verzekering door de in het eerste lid bedoelde persoon gedaan binnen drie maanden, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wet.

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de vrijwillige verzekering op grond van de Ziektewet, met dien verstande dat in plaats van het in het eerste lid genoemde artikel 81, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt gelezen «artikel 64, eerste lid, onderdeel c, van de Ziektewet» en dat in plaats van het in het tweede lid genoemde artikel 83, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt gelezen «artikel 66, eerste lid, onderdeel a, van de Ziektewet».

ARTIKEL V. BESCHIKKINGEN INZAKE VRIJWILLIGE ALGEMENE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

  • 1. Beschikkingen van het Landelijk instituut sociale verzekeringen op grond van artikel 59a van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet worden aangemerkt als beschikkingen op grond van artikel 81, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

  • 2. Op verzoek van een belanghebbende, die als gevolg van de overgang van de vrijwillige verzekering op grond van artikel 59a van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet naar de vrijwillige verzekering op grond van Hoofdstuk VI van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze wet:

    a. een dagloon heeft op grond van artikel 84, eerste lid, onderdeel b van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, dat lager is dan de grondslag waarnaar zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering zou zijn berekend op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, of

    b. een premie is verschuldigd op grond van artikel 84, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, die hoger is dan de premie die hij op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet was verschuldigd op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet; stelt het Landelijk instituut sociale verzekeringen gedurende een periode van vijf jaar vanaf de dag van inwerkingtreding van deze wet, een ander dagloon of een ander premiebedrag vast dan als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onderdeel b en derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

  • 3. De vaststelling van het andere dagloon, bedoeld in het tweede lid, geschiedt zodanig dat het bedrag dat ten grondslag zou liggen aan de uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, indien betrokkene op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet recht zou hebben gehad op een uitkering op grond van die wet, elk jaar na de inwerkingtreding van deze wet geleidelijk lager wordt vastgesteld. De vaststelling van het andere premiebedrag, bedoeld in het tweede lid, geschiedt zodanig dat het premiebedrag, zoals dat op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet ten aanzien van betrokkene gold op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet, elk jaar na de inwerkingtreding van deze wet geleidelijk hoger wordt vastgesteld.

  • 4. Uiterlijk met ingang van de dag gelegen vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet worden het dagloon en de premie voor de belanghebbende, bedoeld in het tweede lid, vastgesteld op grond van artikel 84, eerste lid, onderdeel b, en derde lid van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

  • 5. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot het tweede en derde lid. Bij die regels kan voor situaties, waarin het tweede of derde lid onvoldoende voorziet, worden afgeweken van die leden.

ARTIKEL VI. VERHOGING WAO-UITKERING

De persoon die op de dag voor inwerkingtreding van deze wet recht had op verhoging van de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 46a van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, behoudt deze verhoging zolang hij daar op grond van dat artikel recht op zou hebben als dat artikel en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet nog van kracht zouden zijn geweest. De verhoging wordt aangemerkt als uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

ARTIKEL VIA. WIJZIGING GRONDSLAG AMVB EX WAO

De algemene maatregel van bestuur, op grond van artikel 52 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals dat artikel luidde op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, getroffen, berust na de inwerkingtreding van die wet op artikel 65, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

ARTIKEL VII. SAMENLOOP AAW- EN WAO-UITKERING VRIJWILLIG VERZEKERDEN

Artikel 84a van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals dat artikel luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, blijft van toepassing op de persoon, bedoeld in artikel XII, ten aanzien van wie de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet op grond van artikel XIII van toepassing blijft, met dien verstande dat in artikel 84a van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering in plaats van «Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» wordt gelezen: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

ARTIKEL VIII. OVERGANG VERMOGENSBESTANDDELEN AAF EN FAOP

  • 1. Met uitzondering van de vermogensbestanddelen die noodzakelijk zijn ter financiering van de toekenningen in het kader van de besluiten van het Landelijk instituut sociale verzekeringen op grond van de artikelen 57, 57a, 58 en 59b van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, met inbegrip van kosten van uitvoering, beheer en administratie van die besluiten, gaan alle vermogensbestanddelen die door het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzonderlijk worden beheerd en geadministreerd in de vorm van het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds, over op het Arbeidsongeschiktheidsfonds en het Arbeidsongeschiktheidsfonds zelfstandigen, overeenkomstig door Onze Minister te stellen regels.

  • 2. De bepalingen, betrekking hebbend op het beheer en de administratie van het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds, zoals die voor de datum van inwerkingtreding van deze wet in de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en de Wet financiering volksverzekeringen voorkomen, blijven van kracht voor zolang dit beheer en deze administratie nog plaatsvinden ter uitvoering van hetgeen bij en krachtens het eerste lid is bepaald.

ARTIKEL IX. AAW-DECLARATIES

De op basis van artikel 8, derde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet bij het Landelijk instituut sociale verzekeringen ingediende declaraties die op de datum van inwerkingtreding van deze wet nog niet zijn afgehandeld worden met ingang van die datum afgehandeld door het Landelijk instituut sociale verzekeringen ten laste van het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds.

ARTIKEL X. OVERGANGSBEPALING INZAKE ARTIKEL 17 WAJONG

Artikel 17, eerste lid, onderdeel c, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten is niet van toepassing ten aanzien van de jonggehandicapte die op de dag vóór de inwerkingtreding van deze wet recht had op arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en buiten Nederland woonde, zolang laatstgenoemde omstandigheid voortduurt.

ARTIKEL XI. OVERGANGSBEPALING INZAKE ARTIKEL 29B ZW

Voor de toepassing van artikel 29b, eerste lid, van de Ziektewet, zoals dit artikellid luidt na inwerkingtreding van deze wet, wordt een uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet of de wachttijd van 52 weken, bedoeld in artikel 6 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, genoten of doorgemaakt voor de dag van inwerkingtreding van deze wet, aangemerkt als uitkering of wachttijd als bedoeld in een wet, genoemd in artikel 29b, eerste lid, van de Ziektewet.

ARTIKEL XIA. OVERGANGSBEPALING INZAKE ARTIKEL 90 WAO

Artikel 90, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals dat luidt na inwerkingtreding van de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, is slechts van toepassing op arbeidsongeschiktheid die is ingetreden op of na de dag van inwerkingtreding van die wet.

HOOFDSTUK 3. OVERGANGSBEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING ZELFSTANDIGEN

§ 1. Overgangsrecht met betrekking tot bestaande rechten op arbeidsongeschiktheidsuitkering

ARTIKEL XII. PERSONENKRING WAZ
  • 1. De bepalingen van deze paragraaf zijn uitsluitend van toepassing op personen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet waren verzekerd op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en op wie een omstandigheid als bedoeld in artikel XIII van toepassing is, welke omstandigheid rechtstreeks voortvloeit uit het hebben verworven van winst of inkomsten uit werkzaamheden verricht in het bedrijfs- en beroepsleven als:

    a. zelfstandige;

    b. meewerkende echtgenoot;

    c. verzekerde op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zonder dat met betrekking tot deze werkzaamheden een andere wettelijke regeling inzake tegemoetkoming in de geldelijke gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid op hem van toepassing was.

  • 2. Als zelfstandige dan wel als meewerkende echtgenoot wordt aangemerkt de persoon die op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet winst geniet uit bedrijf of zelfstandig uitgeoefend beroep of twee personen die op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet echtgenoten van elkaar zijn en samenwerken in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep, waarbij ieder van de echtgenoten een deel van de winst geniet.

ARTIKEL XIII. TOEPASSELIJKHEID AAW- EN WAZ-BEPALINGEN OP PERSONENKRING
  • 1. De Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals die wet op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet te zijnen aanzien gold, blijft, met uitzondering van de in het tweede lid genoemde artikelen, van toepassing op de persoon:

    a. wiens arbeidsongeschiktheid in de zin van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet voor de datum van inwerkingtreding van deze wet is ingetreden en uitsluitend omdat de wachttijd, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van die wet nog niet was verstreken, op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering had, met betrekking tot het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, onmiddellijk na afloop van het in dat lid genoemde tijdvak van 52 weken of binnen vier weken na afloop van dat tijdvak;

    b. die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, met betrekking tot dat recht;

    c. (vervallen)

    d. die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet had, doch met toepassing van artikel 32a, 37 of 38 van die wet in aanmerking zou komen voor toekenning of heropening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, met betrekking tot die arbeidsongeschiktheidsuitkering;

    e. wiens arbeidsongeschiktheid in de zin van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet voor de dag van inwerkingtreding van deze wet is ingetreden en voor wie de wachttijd, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van die wet op die dag was verstreken, doch die op die dag geen recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van die wet, uitsluitend omdat een aanvraag tot toekenning van die uitkering niet was ingediend, met betrekking tot die arbeidsongeschiktheidsuitkering.

  • 2. De artikelen 3a, 10, tweede, vijfde, zevende en achtste lid, 12, eerste lid, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 20a, 20b, 20c, 20d, 20e, 20f, 20g, 25, 26a, 27, 28, 29, 29a, 30, 31, 32, 32a, 33, 37, 39, 40, 41, 41a, 43, 44, 45, 47, 48, 48a, 48b, 50, 52, 53, 55, 56, 61, 62, 63, 65, 78, 86, 87 en 88 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet blijven niet van toepassing op de in het eerste lid bedoelde persoon.

  • 3. De toepasselijkheid van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet eindigt indien een persoon niet of niet langer in aanmerking komt voor toekenning of heropening van zijn recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, anders dan op grond van het eerste lid.

  • 4. Ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde persoon zijn uitsluitend de artikelen 8, zevende, achtste, negende en tiende lid, 9, eerste lid, 10, 12, vijfde lid, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 20, 21, 25, 26, 27, 29, 33, 36, 37, 38, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 60, 61, 62, 63, 64, 65, 66, 67, 70, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 94, 97, 99, 100 en 101 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen van toepassing.

  • 5. Beschikkingen ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde persoon, genomen met toepassing van bepalingen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, worden aangemerkt als beschikkingen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

  • 6. De persoon, bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van wie geen beschikking als bedoeld in het vijfde lid is genomen, wordt vanaf de dag van inwerkingtreding van deze wet aangemerkt als verzekerde in de zin van artikel 3, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

  • 7. Betaling aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, van een uitkering, waarop over een periode gelegen voor de dag van inwerkingtreding van deze wet op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet recht bestond, met uitzondering van een uitkering op grond van de artikelen 57, 57a, 58 of 59b van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, die plaatsvindt op of na de dag van inwerkingtreding van deze wet, wordt aangemerkt als betaling van een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

  • 8. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel voor gevallen waarin dit artikel niet voorziet, dan wel toepassing van dit artikel tot onbedoelde consequenties leidt. Deze regels kunnen onder meer inhouden:

    a. de aanwijzing van andere categorieën personen, dan de in het eerste lid genoemde, op wie dit artikel mede van toepassing is;

    b. het buiten toepassing verklaren van meer artikelen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet dan in de in het tweede lid genoemde, dan wel in afwijking van het tweede lid, het alsnog van toepassing verklaren van een of meer artikelen in dat lid genoemd;

    c. het van toepassing verklaren van meer artikelen van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen dan de in het vierde lid genoemde, dan wel in afwijking van het vierde lid, het alsnog buiten toepassing verklaren van een of meer artikelen in dat lid genoemd;

    d. het geheel of gedeeltelijk buiten toepassing verklaren van artikelen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet ten aanzien van bepaalde personen;

    e. het van toepassing verklaren van bepalingen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet ten aanzien van bepaalde groepen van personen, anders dan uit het eerste tot en met derde lid voortvloeit.

§ 2. Overgangsrecht met betrekking tot nieuwe rechten op arbeidsongeschiktheidsuitkering

ARTIKEL XIV. VAN TOEPASSING BLIJVENDE AAW-BEPALINGEN
  • 1. Voor een persoon die als verzekerde, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, recht krijgt op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van die wet, blijven:

    a. de artikelen 5, 12, tweede tot en met vierde lid, en 23, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals die artikelen luidden op 31 december 1986, van toepassing, indien hij op die dag recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering en op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt;

    b. indien onderdeel a niet van toepassing is, artikel 5 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals dat artikel luidde op 31 juli 1993, van toepassing, indien hij op die dag recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering en op 1 augustus 1993 de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt;

    c. de artikelen 24 en 26 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals die artikelen luidden op 31 juli 1993, van toepassing, indien hij op die dag recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering en op 1 augustus 1993 de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt.

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat voor gevallen waarin dit artikel niet voorziet, dan wel toepassing van dit artikel tot onbedoelde consequenties leidt, zonodig in afwijking van het eerste lid, artikelen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals die artikelen luidden tot een bij die maatregel te bepalen datum, gelegen voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, voor al dan niet bepaalde duur van toepassing blijven op een persoon als bedoeld in het eerste lid.

§ 3. (Vervallen)

ARTIKEL XV.

(Vervallen)

ARTIKEL XVI.

(Vervallen)

ARTIKEL XVII.

(Vervallen)

§ 4. Uitkeringsrecht in verband met bevalling op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

ARTIKEL XVIII. Toepasselijkheid WAZ ten aanzien van bevallingsuitkering

De vrouw die verzekerd is op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen heeft recht op uitkering in verband met haar bevalling, indien haar bevalling op of na de dag van inwerkingtreding van deze wet plaatsvindt.

ARTIKEL XIX. UITZONDERING MELDINGSPLICHT

Ten aanzien van de vrouw die vanaf de dag van inwerkingtreding van deze wet op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen is verzekerd en wier bevalling blijkens een verklaring van een arts of verloskundige binnen drie maanden na de dag van inwerkingtreding van deze wet is te verwachten blijft artikel 34 van die wet buiten toepassing.

§ 5. Overige invoerings- en overgangsbepalingen met betrekking tot de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

ARTIKEL XX. AAW-UITKERING BASIS VOOR VAKANTIEBIJSLAG

Voor de toepassing van de artikelen 25 en 26 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt onder arbeidsongeschiktheidsuitkering of uitkering in verband met bevalling, tevens verstaan de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet.

ARTIKEL XXI. TOEKENNINGSPERIODE WAZ-UITKERING
  • 1. In afwijking van artikel 35, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt het tijdvak van toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering tot een nader bij algemene maatregel van bestuur te bepalen tijdstip gesteld op vijf jaar. Bij algemene maatregel van bestuur kan voorts worden bepaald, dat na het in de eerste zin bedoelde tijdstip, tot nog een later tijdstip, een tijdvak van vier jaar in aanmerking wordt genomen.

  • 2. De wijziging van het tijdvak, bedoeld in het eerste lid, brengt geen wijziging in de tijdvakken, zoals die gelden terzake van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, die zijn toegekend of voortgezet op een tijdstip gelegen voor het tijdstip van wijziging van het tijdvak.

ARTIKEL XXII. AAW- EN WAZ-VERZEKERING ÉÉN VERZEKERING

Aaneensluitende verzekeringen op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen gelden als één verzekering.

HOOFDSTUK 4. OVERGANGSBEPALINGEN TEN AANZIEN VAN DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING JONGGEHANDICAPTEN

§ 1. Overgangsrecht met betrekking tot bestaande rechten op arbeidsongeschiktheidsuitkering

ARTIKEL XXIII. PERSONENKRING WAJONG
  • 1. De bepalingen van deze paragraaf zijn uitsluitend van toepassing op de persoon die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet:

    a. verzekerd was op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zonder dat terzake van een op hem betrekking hebbende situatie als bedoeld in artikel XXIV, enige andere wettelijke regeling inzake tegemoetkoming in de geldelijke gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid op hem van toepassing was;

    b. op wie op die dag een situatie als bedoeld in artikel XXIV van toepassing was; en

    c. op wie artikel XII niet van toepassing is.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt mede als verzekerd op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet aangemerkt de persoon die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet recht had op uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, doch op grond van die wet en de daarop berustende bepalingen niet als verzekerde werd aangemerkt.

ARTIKEL XXIV. TOEPASSELIJKHEID AAW- EN WAJONG- BEPALINGEN OP PERSONENKRING
  • 1. De Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals die wet op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet te zijnen aanzien gold, blijft, met uitzondering van de in het tweede lid genoemde artikelen, van toepassing op de persoon:

    a. wiens arbeidsongeschiktheid in de zin van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet voor de datum van inwerkingtreding van deze wet is ingetreden en uitsluitend omdat de wachttijd, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van die wet nog niet was verstreken, op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering had, met betrekking tot het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, onmiddellijk na afloop van het in dat lid genoemde tijdvak van 52 weken of binnen vier weken na afloop van dat tijdvak;

    b. die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, met betrekking tot dat recht;

    c. (vervallen)

    d. die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet had, doch met toepassing van artikel 32a, 37 of 38 van die wet in aanmerking zou komen voor toekenning of heropening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, met betrekking tot die arbeidsongeschiktheidsuitkering;

    e. wiens arbeidsongeschiktheid in de zin van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet voor de dag van inwerkingtreding van deze wet is ingetreden en voor wie de wachttijd, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van die wet op die dag was verstreken, doch die op die dag geen recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van die wet, uitsluitend omdat een aanvraag tot toekenning van die uitkering niet was ingediend, met betrekking tot die arbeidsongeschiktheidsuitkering.

  • 2. De artikelen 3a, 10, tweede, vijfde, zevende en achtste lid, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 20a, 20b, 20c, 20d, 20e, 20f, 20g, 25, 26a, 27, 28, 29, 29a, 30, 31, 32, 32a, 33, 37, 39, 40, 41, 41a, 43, 44, 45, 47, 48, 48a, 48b, 50, 52, 53, 55, 56, 61, 62, 63, 65, 78, 86, 87 en 88 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet blijven niet van toepassing op de in het eerste lid bedoelde persoon.

  • 3. De toepasselijkheid van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet eindigt indien een persoon niet of niet langer in aanmerking komt voor toekenning of heropening van zijn recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, anders dan op grond van het eerste lid.

  • 4. Ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde persoon zijn uitsluitend de artikelen 7, 8, 9, 11, vijfde lid, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 27, 29, 30, 31, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 62, 66, 66a, 68, 73, 74 en 75 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van toepassing.

  • 5. Beschikkingen ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde persoon, genomen met toepassing van bepalingen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, worden aangemerkt als beschikkingen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

  • 6. Betaling aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, van een uitkering, waarop over een periode gelegen voor de dag van inwerkingtreding van deze wet op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet recht bestond, met uitzondering van een uitkering op grond van de artikelen 57, 57a, 58 of 59b van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, die plaatsvindt op of na de dag van inwerkingtreding van deze wet, wordt aangemerkt als betaling van een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

  • 7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel voor gevallen waarin dit artikel niet voorziet, dan wel toepassing van dit artikel tot onbedoelde consequenties leidt. Deze regels kunnen onder meer inhouden:

    a. de aanwijzing van andere categorieën personen, dan de in het eerste lid genoemde, op wie dit artikel van toepassing is;

    b. het buiten toepassing verklaren van meer artikelen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet dan in de in het tweede lid genoemde, dan wel in afwijking van het tweede lid, het alsnog van toepassing verklaren van een of meer artikelen in dat lid genoemd;

    c. het van toepassing verklaren van meer artikelen van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten dan de in het vierde lid genoemde, dan wel in afwijking van het vierde lid, het alsnog buiten toepassing verklaren van een of meer artikelen in dat lid genoemd;

    d. het geheel of gedeeltelijk buiten toepassing verklaren van artikelen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet ten aanzien van bepaalde personen;

    e. het van toepassing verklaren van bepalingen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet ten aanzien van bepaalde groepen van personen, anders dan uit het eerste tot en met derde lid voortvloeit.

§ 2. Overgangsrecht met betrekking tot nieuwe rechten op arbeidsongeschiktheidsuitkering

ARTIKEL XXV. VAN TOEPASSING BLIJVENDE AAW-BEPALINGEN
  • 1. Voor de persoon die als jonggehandicapte, bedoeld in artikel 5 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten recht krijgt op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van die wet blijft artikel 5 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals dat artikel luidde op 31 juli 1993, van toepassing, indien hij op die dag recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van die wet.

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat voor gevallen waarin dit artikel niet voorziet, dan wel toepassing van dit artikel tot onbedoelde consequenties leidt, zonodig in afwijking van het eerste lid, artikelen van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals die artikelen luidden tot een bij die maatregel te bepalen datum, gelegen voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, voor al dan niet bepaalde duur van toepassing blijven op een persoon als bedoeld in het eerste lid.

§ 3. Overige invoerings- en overgangsbepalingen met betrekking tot de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

ARTIKEL XXVI. AAW-UITKERING BASIS VOOR VAKANTIEBIJSLAG

Voor de toepassing van de artikelen 21 en 22 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt onder arbeidsongeschiktheidsuitkering tevens verstaan de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet.

ARTIKEL XXVII. TOEKENNINGSPERIODE WAJONG-UITKERING
  • 1. In afwijking van artikel 28, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt de periode van toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering tot een nader bij algemene maatregel van bestuur te bepalen tijdstip gesteld op vijf jaar. Bij algemene maatregel van bestuur kan voorts worden bepaald, dat na het in de eerste zin bedoelde tijdstip, tot nog een later tijdstip, een termijn van vier jaar in aanmerking wordt genomen.

  • 2. De wijziging van de termijn, bedoeld in het eerste lid, brengt geen wijziging in de termijnen, zoals die gelden terzake van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, die zijn toegekend of voortgezet op een tijdstip gelegen voor het tijdstip van wijziging van de termijn.

ARTIKEL XXVIII. AAW-VERZEKERING EN WAJONG ÉÉN VERZEKERING

Aaneensluitende verzekering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en jonggehandicapt zijn in de zin van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als één ononderbroken verzekering dan wel situatie van jonggehandicapt zijn aangemerkt.

HOOFDSTUK 5. WIJZIGING VAN VERSCHILLENDE WETTEN

ARTIKEL XXIX.

(Vervallen)

ARTIKEL XXX. COÖRDINATIEWET SOCIALE VERZEKERING

Artikel 9 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Bij de berekening van het loon, waarnaar de premie op grond van de Werkloosheidswet wordt geheven, blijft, wat het deel van de premie dat ten gunste komt van het wachtgeldfonds dat het Landelijk instituut sociale verzekeringen voor de betrokken sector afzonderlijk administreert betreft, het bij dezelfde werkgever genoten loon buiten aanmerking tot een bedrag, dat wordt verkregen door vermenigvuldiging van een door Onze Minister vastgesteld bedrag, met het aantal dagen van het premiebetalingstijdvak waarover de werknemer het loon heeft genoten.

2. Het vierde lid wordt vervangen door:

  • 4. Bij de berekening van het loon, waarnaar de premie op grond van de Werkloosheidswet wordt geheven, blijft, wat het door de werkgever en door de werknemer verschuldigde gedeelte van het deel van de premie dat ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds betreft, het bij dezelfde werkgever genoten loon buiten aanmerking tot een bedrag, dat wordt verkregen door vermenigvuldiging van een door Onze Minister vastgesteld bedrag met het aantal dagen van het premiebetalingstijdvak waarover de werknemer het loon heeft genoten. Het bedrag, genoemd in de eerste zin kan voor de werkgever en voor de werknemer verschillend worden vastgesteld.

3. In het zevende lid wordt de tweede zin vervangen door:

Bij die herziening wordt het voor de premieberekening in aanmerking komende loon vastgesteld naar evenredigheid van het ten laste van die werkgevers genoten loon, en blijft, bij de berekening van het loon waarnaar de premie op grond van de Werkloosheidswet wordt vastgesteld, het voor premieberekening in aanmerking komende loon buiten aanmerking tot een evenredig deel van het bedrag, bedoeld in het vierde lid.

4. In het achtste lid wordt de tweede zin vervangen door:

In de te stellen regels wordt uitgegaan van een totaal loonbedrag, dat niet hoger is dan het bedrag bedoeld in het eerste lid, onderscheidenlijk het tweede lid, en waarbij niet meer dan een keer rekening wordt gehouden met dat bedrag.

ARTIKEL XXXI. ALGEMENE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSWET

De Algemene Arbeidsongeschiktheidswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Voor de tekst van artikel 79 wordt een 1. geplaatst, waarna een tweede lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 2. Indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit waaraan een medische of arbeidskundige beoordeling ten grondslag ligt, beslist het Landelijk instituut sociale verzekeringen binnen zeventien weken of, indien het advies vraagt aan een deskundige die niet onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam is binnen eenentwintig weken, na ontvangst van het bezwaarschrift.

B

Na artikel 79 wordt een nieuw artikel 79a ingevoegd, luidende:

Artikel 79a

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten, waaraan een medische of arbeidskundige beoordeling ten grondslag ligt.

ARTIKEL XXXII. WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

A

Artikel 6 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. de directeur-grootaandeelhouder.

2. Het derde lid wordt vervangen door:

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn alleen van toepassing op de aldaar bedoelde arbeidsverhoudingen.

3. Aan het artikel wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Door Onze Minister worden, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, regels gesteld omtrent hetgeen onder directeur-grootaandeelhouder, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, wordt verstaan.

B

In artikel 25, eerste lid, onderdeel c, wordt «de bedrijfsvereniging» telkens vervangen door «het Landelijk instituut sociale verzekeringen» en wordt «haar» vervangen door: hem.

C

Artikel 29g, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

2. In het vierde lid wordt «het tweede of derde lid» vervangen door: het derde lid.

D

(Vervallen)

E

In artikel 81, eerste lid, onderdeel c, wordt «de drie jaren» vervangen door: één jaar.

F

Artikel 82 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid wordt vervangen door: De in artikel 81, eerste lid, onderdeel c respectievelijk d, genoemde termijn van één jaar respectievelijk van drie jaren wordt geacht niet te zijn onderbroken:

2. Het tweede lid wordt vervangen door:

  • 2. De in artikel 81, eerste lid, onderdeel c respectievelijk d, genoemde voorwaarde van een verzekeringsduur van één jaar respectievelijk van drie jaren wordt geacht te zijn vervuld, indien de betrokkene in het genot is van een arbeidsongeschiktheidsuitkering.

G

In artikel 87d van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt de zinsnede «in afwijking van artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht» vervangen door: in afwijking van artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

ARTIKEL XXXIII. WET TERUGDRINGING BEROEP OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSREGELINGEN

Na artikel XXVII van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXVIIA
  • 1. In afwijking van artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht beslist de bedrijfsvereniging binnen dertien weken na ontvangst van het bezwaarschrift.

  • 2. Indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit waaraan een medische of arbeidskundige beoordeling ten grondslag ligt, beslist de bedrijfsvereniging binnen zeventien weken of indien zij advies vraagt aan een deskundige die niet onder haar verantwoordelijkheid werkzaam is binnen eenentwintig weken, na ontvangst van het bezwaarschrift.

ARTIKEL XXVIIB

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten, waaraan een medische of arbeidskundige beoordeling ten grondslag ligt.

ARTIKEL XXXIV. ZIEKTEWET

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. de directeur-grootaandeelhouder.

2. Het tweede lid, onderdeel f, wordt vervangen door:

f. arbeidsongeschiktheid, ter zake waarvan ziekengeld op grond van deze wet of een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is toegekend.

3. Aan het artikel wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Door Onze Minister worden, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, regels gesteld omtrent hetgeen onder directeur-grootaandeelhouder, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, wordt verstaan.

B

Na artikel 11 wordt een nieuw artikel 11a ingevoegd, luidende:

Artikel 11a
  • 1. Het ziekengeld van de werknemer die op de eerste dag van de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid, ter zake waarvan ziekengeld wordt uitgekeerd, in dienstbetrekking stond tot een werkgever die het in artikel 75a, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering bedoelde risico zelf draagt, wordt uitbetaald door tussenkomst van deze werkgever.

  • 2. Artikel 11, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

C

Artikel 29b, eerste lid, wordt vervangen door:

  • 1. De werknemer die in de drie jaren voorafgaand aan zijn dienstbetrekking:

    a. recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten; of

    b. de wachttijd van 52 weken, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 7, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, of artikel 6, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, heeft doorgemaakt en aansluitend aan die wachttijd niet arbeidsongeschikt is als bedoeld in die wetten;

    heeft vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken recht op ziekengeld over perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte die gelegen zijn in de drie jaren na aanvang van de dienstbetrekking.

D

Artikel 32 wordt vervangen door:

Artikel 32
  • 1. Indien de verzekerde ter zake van de ongeschiktheid tot werken wegens ziekte zowel recht heeft op toekenning van ziekengeld op grond van deze wet als op heropening van een arbeidsongeschiktheidsuitkering in verband met artikel 47 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 21 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen dan wel artikel 20 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, wordt het ziekengeld slechts uitbetaald voor zover het:

    a. de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen dan wel de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten overtreft indien uitsluitend artikel 21 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, onderscheidenlijk artikel 20 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van toepassing is; of

    b. de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering overtreft, indien zowel artikel 47 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering als artikel 21 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of artikel 20 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van toepassing zijn, dan wel uitsluitend artikel 47 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van toepassing is.

  • 2. Indien de verzekerde ter zake van de ongeschiktheid tot werken wegens ziekte zowel recht heeft op toekenning van ziekengeld op grond van deze wet als op herziening van een arbeidsongeschiktheidsuitkering in verband met de artikelen 38 en 39 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 14 en 15 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de artikelen 13 en 14 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt het ziekengeld slechts uitbetaald voor zover het:

    a. het bedrag, waarmee de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen onderscheidenlijk de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met die herziening is verhoogd, overtreft, indien uitsluitend artikel 14 of 15 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen onderscheidenlijk artikel 13 of 14 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van toepassing is; of

    b. het bedrag, waarmee de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering in verband met die herziening is verhoogd, overtreft, indien zowel artikel 38 of 39 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering als artikel 14 of 15 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of artikel 13 of 14 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, van toepassing zijn, dan wel uitsluitend artikel 38 of 39 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van toepassing is.

  • 3. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen is bevoegd in bijzondere gevallen van het ziekengeld een hoger bedrag uit te betalen, dan in het eerste en tweede lid is bepaald.

  • 4. Onze Minister kan met betrekking tot gevallen van samenloop van ziekengeld met arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten regels stellen. Bij deze regels kan worden afgeweken van het eerste tot en met derde lid.

E

Artikel 45, eerste lid, onderdeel f, wordt vervangen door:

f. indien met betrekking tot de ongeschiktheid tot werken bij de uitvoering van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen onderscheidenlijk de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten toepassing wordt gegeven aan artikel 25 of 28, onderdeel a of b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 44 of 45, onderdeel a of b, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen onderscheidenlijk artikel 36 of 37, onderdeel a of b, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;.

F

In artikel 45g, tweede lid, wordt «Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

G

In artikel 64, eerste lid, onderdeel c, wordt «de drie jaren» vervangen door: één jaar.

H

Artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid wordt vervangen door: De in artikel 64, eerste lid, onderdeel c respectievelijk d, genoemde termijn van één jaar respectievelijk van drie jaren wordt geacht niet te zijn onderbroken:

2. Het tweede lid wordt vervangen door:

  • 2. De in artikel 64, eerste lid, onderdeel c respectievelijk d, genoemde voorwaarde van een verzekeringsduur van één jaar respectievelijk van drie jaren wordt geacht te zijn vervuld, indien de betrokkene in het genot is van een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

I

Artikel 69, tweede lid, wordt vervangen door:

  • 2. De vrouwelijke vrijwillig verzekerde heeft recht op ziekengeld in verband met haar bevalling.

J

De Derde afdeling wordt vervangen door:

DERDE AFDELING. BEZWAAR
§ 1. Algemeen
Artikel 73

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten, waaraan een medische beoordeling ten grondslag ligt.

Artikel 74

In afwijking van artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht beslist de bedrijfsvereniging binnen dertien weken na ontvangst van het bezwaarschrift.

§ 2. Geschillen van geneeskundige aard
Artikel 75

Deze paragraaf is van toepassing op geschillen van geneeskundige aard omtrent het al dan niet bestaan of voortbestaan van de ongeschiktheid tot werken.

Artikel 75a

In afwijking van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift twee weken.

Artikel 75b
  • 1. In afwijking van artikel 7:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden nog tijdens het horen nadere stukken indienen.

  • 2. In afwijking van artikel 7:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken:

    a. voorafgaand aan het horen aan belanghebbenden gezonden, dan wel

    b. ten minste twee dagen voorafgaand aan de hoorzitting voor belanghebbenden ter inzage gelegd.

  • 3. In afwijking van artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht beslist de bedrijfsvereniging binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift.

ARTIKEL XXXV. WERKLOOSHEIDSWET

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst van het artikel wordt het cijfer 1. geplaatst.

2. Aan het eind van onderdeel b vervalt «en».

3. De punt aan het eind van onderdeel c wordt vervangen door een puntkomma waarna een nieuw onderdeel wordt toegevoegd, luidende:

d. die directeur-grootaandeelhouder is.

4. Aan het artikel wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Door Onze Minister worden, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, regels gesteld omtrent hetgeen onder directeur-grootaandeelhouder, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, wordt verstaan.

B

Artikel 19, eerste lid, onderdeel b, wordt vervangen door:

b. een uitkering ontvangt op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van tenminste 80%, of een uitkering ontvangt die naar aard en strekking met een van de genoemde uitkeringen overeenkomt of die een toelage ontvangt op grond van artikel 58, eerste of derde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet die, al dan niet vermeerderd met een van de genoemde uitkeringen, 70% of meer bedraagt van het dagloon of de grondslag, waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is of zou zijn berekend;.

C

In artikel 27g, tweede lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

D

In artikel 36b wordt de zinsnede «Het Landelijk instituut stelt regels gesteld» vervangen door: Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt regels.

E

In artikel 45, vierde lid, wordt «of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: , de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

F

In artikel 52j, eerste lid, vervalt de zinsnede «artikel 6 van de Algemene arbeidsongeschiktheidswet en».

Fa

Aan artikel 58, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Voor de toepassing van de eerste zin blijft bij het bedrag, dat de werkgever op grond van artikel 83 zou moeten betalen, artikel 9, derde en vierde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering buiten beschouwing.

G

Artikel 81 wordt vervangen door:

Artikel 81
  • 1. De premie is verschuldigd door werkgevers en werknemers.

  • 2. Het deel van de premie dat ten gunste komt van het wachtgeldfonds dat het Landelijk instituut sociale verzekeringen voor de betrokken sector afzonderlijk administreert is verschuldigd door de werkgever.

  • 3. Het deel van de premie dat ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds is gedeeltelijk verschuldigd door de werkgever en gedeeltelijk door de werknemer. Bij ministeriële regeling wordt bepaald welk gedeelte door de werkgever en welk gedeelte door de werknemer is verschuldigd.

  • 4. Bij de vaststelling van de door werkgevers en werknemers verschuldigde premie die ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds, blijft de premie, bedoeld in artikel 68 van de Ziektewet, buiten beschouwing.

H

Artikel 85, vierde lid, wordt vervangen door:

  • 4. De in het derde lid bedoelde vervangende premie is door de werkgever verschuldigd.

I

Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de eerste zin wordt de zinsnede «Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming stelt,» vervangen door «Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt».

b. De tweede zin vervalt.

2. Het vierde lid wordt vervangen door:

  • 4. Indien een herziening van het in het eerste lid bedoelde premiepercentage of een wijziging in de verdeling van de premie op grond van artikel 81, derde lid, ingaat op een ander tijdstip dan met ingang van 1 januari, stelt het Landelijk instituut sociale verzekeringen een voor alle takken van bedrijf en beroep gemiddeld percentage vast voor werkgevers respectievelijk werknemers dat zal gelden voor het gehele kalenderjaar.

3. Het vijfde lid vervalt.

J

Artikel 89, onderdeel d, wordt vervangen door:

d. het door de werkgever verschuldigde bedrag, bedoeld in artikel 52j en in artikel 46 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Ja

In artikel 90, eerste lid, onderdeel f, wordt «74, zesde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen» vervangen door: 74, vijfde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen.

K

Aan artikel 93 wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. de te betalen reïntegratie-uitkeringen ter zake van proefplaatsingen als bedoeld in artikel 63 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;.

L

In artikel 100, tweede lid, onderdeel d, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

ARTIKEL XXXVI. WET FINANCIERING VOLKSVERZEKERINGEN

De Wet financiering volksverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel e, wordt vervangen door:

e. algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering: de verzekering, bedoeld in artikel 4 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals deze verzekering gold tot de dag van de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen;

f. Algemene Arbeidsongeschiktheidswet: de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de daarop berustende bepalingen, zoals die wet en die bepalingen luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.

B

Artikel 2, onderdeel d, wordt vervangen door:

d. vrijwillige algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering: de verzekering, bedoeld in artikel 59a van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals deze verzekering gold tot de dag van de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.

C

In artikel 10, tweede lid, vervalt de zinsnede « en de algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering».

D

In artikel 11 vervalt het derde lid en vervalt «en derde» in het vierde lid, dat wordt vernummerd tot derde lid.

E

In artikel 18, vierde lid, onderdeel c, vervalt de zinsnede « de algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering,».

F

In artikel 25 wordt «, de vrijwillige nabestaandenverzekering en de vrijwillige algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: en de vrijwillige nabestaandenverzekering.

G

In artikel 26, eerste lid, wordt de puntkomma aan het einde van onderdeel a vervangen door een punt en vervallen «: a.» en onderdeel b.

H

In artikel 27, derde lid, wordt «, de vrijwillige nabestaandenverzekering en de vrijwillige algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: en de vrijwillige nabestaandenverzekering.

I

Voor de tekst van artikel 34 wordt een 1. geplaatst waarna een tweede lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 2. Het beheer en de administratie in de vorm van een Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds, bedoeld in het eerste lid, eindigen met ingang van de dag, gelegen vier jaar na de dag van inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.

J

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel d, vervalt.

2. Het tweede lid wordt vervangen door:

  • 2. Uit het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds worden betaald de lasten van toekenning uit hoofde van de verzekering voortvloeiend uit artikel 4, in combinatie met de artikelen 57, 57a, 58 en 59b, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet.

3. Aan het artikel wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat andere bedragen dan als bedoeld in het tweede lid uit het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds worden betaald, voor zover deze andere bedragen betrekking hebben op lasten uit hoofde van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet.

K

Artikel 37 vervalt.

ARTIKEL XXXVII. TOESLAGENWET

De Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdeel f, wordt vervangen door:

f. loondervingsuitkering: een uitkering krachtens de verplichte verzekering op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen;

B

In artikel 23, tweede lid, wordt « of artikel 40, eerste lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: , artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de Wet arbeidsongeschiktheidverzekering zelfstandigen of artikel 17, eerste lid, onderdeel a, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

C

In artikel 27, eerste lid, wordt «Toeslagen fonds» vervangen door: Toeslagenfonds.

D

Aan artikel 38 wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Indien het bezwaarschrift, bedoeld in het eerste lid, verband houdt met een bezwaar tegen een besluit waaraan een medische of arbeidskundige beoordeling ten grondslag ligt, zijn de artikelen 79, tweede lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, 87d van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en XXVIIa, tweede lid, van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL XXXVIII. WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKLOZE WERKNEMERS

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, onderdeel c, subonderdeel 4°, vervalt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1980, 28),».

B

In artikel 2, eerste lid, onderdeel d, subonderdeel 2°, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet berekend naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 80%, welke is toegekend op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van die wet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 80%.

C

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt vervangen door:

  • 1. Op de uitkering wordt een bedrag ingehouden dat gelijk is aan het bedrag van de premie dat een werkgever op grond van de Werkloosheidswet op het overeenkomstige loon van een werknemer, die verzekerd is op grond van die wet, inhoudt.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «een van de sociale verzekeringswetten» vervangen door: de Werkloosheidswet.

D

In artikel 20f, vierde lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

ARTIKEL XXXIX. WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE GEWEZEN ZELFSTANDIGEN

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, onderdeel b, onder 3°, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

B

In artikel 6, tweede lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

C

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt vervangen door:

  • 1. Op de uitkering wordt een bedrag ingehouden dat gelijk is aan het bedrag van de premie dat een werkgever op grond van de Werkloosheidswet op het overeenkomstige loon van een werknemer, die verzekerd is op grond van die wet, inhoudt.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «een van de sociale verzekeringswetten» vervangen door: de Werkloosheidswet.

D

In artikel 20f, vierde lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

E

Artikel 48, eerste lid, onderdeel b, wordt vervangen door:

b. de rijksbelastingdienst voor de heffing of invordering van enige rijksbelasting, premies volksverzekeringen of premie op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;.

ARTIKEL XL. ALGEMENE BIJSTANDSWET

De Algemene bijstandswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, onderdeel a, vervalt «, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet».

B

Artikel 2, onderdeel b, wordt vervangen door:

b. premies werknemersverzekeringen: de premie op grond van de Werkloosheidswet.

C

In artikel 8, vierde lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

D

In artikel 14f, vierde lid, wordt «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

ARTIKEL XLI. WET ARBEID GEHANDICAPTE WERKNEMERS

De Wet arbeid gehandicapte werknemers wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel b, 1e, wordt vervangen door:

1e. aan wie een arbeidsongeschiktheidsuitkering is toegekend op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;.

2. (Vervallen)

3. Na onderdeel b, 4e, wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

5e. die in verband met arbeidsongeschiktheid, op grond van het Pensioenreglement van de Stichting tot verzorging van de pensioenen van het personeel van de Koninklijke Hofhouding van het Huis van Oranje-Nassau een uitkering is toegekend;.

B

Artikel 12 wordt vervangen door:

Artikel 12
  • 1. De geldelijke bijdragen worden ten gunste gebracht van het Arbeidsongeschiktheidsfonds, genoemd in artikel 72 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

  • 2. De geldelijke tegemoetkomingen komen ten laste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds.

ARTIKEL XLII. WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN

De Wet op de ondernemingsraden wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 25, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel j door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

k. vaststelling van een regeling met betrekking tot het zelf dragen van het risico, bedoeld in artikel 75a, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

B

(Vervallen)

ARTIKEL XLIII. ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET

Artikel 18, eerste lid, onderdeel c, van de Arbeidsomstandighedenwet wordt vervangen door:

c. het uitvoeren van:

1°. het arbeidsgezondheidskundig onderzoek, bedoeld in artikel 24a;

2°. de aanstellingskeuring, indien de werkgever deze laat verrichten;.

ARTIKEL XLIV. ZIEKENFONDSWET

De Ziekenfondswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, eerste lid, onderdeel d, wordt de zinsnede «dan wel een arbeidsongeschiktheidsuitkering ingevolge de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 1980, 28), berekend naar een arbeidsongeschiktheid van tenminste 45%, ontvangt» vervangen door: dan wel een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 45%, ontvangt, dan wel een uitkering in verband met bevalling op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen ontvangt, indien betrokkene op de dag, voorafgaande aan de dag waarop haar recht op die uitkering ingaat, verzekerd was op grond van de Ziekenfondswet.

B

In artikel 4, tweede lid, onderdeel d, wordt «krachtens de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet dan wel ingevolge het bepaalde bij of krachtens artikel 8 of artikel 90 van genoemde wet geen recht op toekenning van een zodanige uitkering hebben» vervangen door: op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

ARTIKEL XLV. WET OP DE TOEGANG TOT ZIEKTEKOSTENVERZEKERINGEN

In artikel 16, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen wordt «Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

ARTIKEL XLVI. WET OP DE INKOMSTENBELASTING 1964

De Wet op de inkomstenbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, derde lid, onderdeel d, wordt «artikel 45, eerste lid, onderdeel g» vervangen door: artikel 45, eerste lid, onderdelen g en j.

B

In artikel 8, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel h door een puntkomma, na dit onderdeel toegevoegd:

i. voordelen bestaande uit uitkeringen en aanspraken op uitkeringen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

C

In artikel 8a, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel f door een puntkomma, na dit onderdeel toegevoegd:

g. premies ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

D

Artikel 30a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt vervangen door:

  • 1. Tot de inkomsten in de vorm van bepaalde periodieke uitkeringen en verstrekkingen welke van publiekrechtelijke aard zijn, behoren:

    a. uitkeringen ingevolge vrijwillige verzekering op de voet van artikel 45 van de Algemene Ouderdomswet en artikel 63 van de Algemene nabestaandenwet, alsmede uitkeringen ingevolge artikel 48 van de Algemene Ouderdomswet;

    b. uitkeringen ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

2. In het tweede lid vervalt «(Stb. 1986, 347)».

E

Aan artikel 36, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel p door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

q. premies ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

F

1. In artikel 37, tweede lid, wordt de zinsnede «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stb. 1987, 89)» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen behoudens uitkeringen in verband met bevalling, en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

2. In het derde lid vervalt «(Stb. 1963, 229)».

G

In artikel 45, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel i door een puntkomma, na dit onderdeel toegevoegd:

j. premies ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

H

In artikel 46, twaalfde lid, wordt de zinsnede «de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen behoudens uitkeringen in verband met bevalling, en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

I

In artikel 48, derde lid, wordt in onderdeel a «, en» vervangen door een puntkomma en wordt, onder wijziging van de onderdeelsaanduiding b in c, na onderdeel a ingevoegd:

b. verminderd met de als persoonlijke verplichtingen aan te merken premies ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, en.

J

Na artikel 71 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 72

Uitkeringen ingevolge artikel 81, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering die voortvloeien uit aanspraken op uitkeringen ingevolge artikel 59a van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet zoals die wet luidde op 31 december 1997, behoren tot de inkomsten in de vorm van bepaalde periodieke uitkeringen en verstrekkingen welke van publiekrechtelijke aard zijn.

ARTIKEL XLVII.

(Vervallen)

ARTIKEL XLVIII.

(Vervallen)

ARTIKEL XLIX.

(Vervallen)

ARTIKEL L.

(Vervallen)

ARTIKEL LI.

(Vervallen)

ARTIKEL LII. WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING MILITAIREN

A

Aan artikel 5, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen wordt een zin toegevoegd, luidende: Hoofdstuk IIA van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is van overeenkomstige toepassing.

B

Artikel 6, eerste lid, wordt vervangen door:

  • 1. Het uitvoeringsorgaan houdt op de uitkering ingevolge deze wet en de toeslag op deze uitkering ingevolge de Toeslagenwet een bedrag in, dat gelijk is aan het bedrag van de premie die een werkgever op grond van de Werkloosheidswet, op het overeenkomstige loon van een werknemer die verzekerd is op grond van die wet, inhoudt.

ARTIKEL LIII. BURGERLIJK WETBOEK

Het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 197, eerste lid, onderdeel a, van Boek 6 wordt vervangen door:

a. bij de vaststelling van het totale bedrag waarvoor aansprakelijkheid naar burgerlijk recht zou bestaan, vereist voor de berekening van het bedrag waarvoor verhaal bestaat krachtens artikel 107a en de artikelen 90 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 68 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 60 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 52a van de Ziektewet, 61 van de Algemene nabestaandenwet, 83b, eerste lid, van de Ziekenfondswet en 8 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen;.

B

Artikel 629, vierde lid, eerste zin, van Boek 7 wordt vervangen door:

  • 4. Het loon wordt verminderd met het bedrag van enige geldelijke uitkering die de werknemer toekomt krachtens enige wettelijk voorgeschreven verzekering of krachtens enige verzekering of uit enig fonds waarin de werknemer niet deelneemt.

C

Aan het slot van artikel 631, derde lid, van Boek 7 wordt een zin toegevoegd, luidende:

Onder enig ander fonds als bedoeld in onderdeel c, wordt niet verstaan een fonds dat tot doel heeft aan de werkgever of aan de werknemer een uitkering te doen die verband houdt met het recht van de werknemer op doorbetaling van loon tijdens ziekte, zwangerschap of bevalling als bedoeld in artikel 629 lid 1, of met de betaling van arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in artikel 75a van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

ARTIKEL LIV. WET BRUTERING OVERHEVELINGSTOESLAG LONEN

Aan artikel 2, tweede lid, van de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen wordt een zin toegevoegd, luidende:

Daarbij kan dit percentage voor verschillende categorieën inhoudingsplichtigen of personen verschillend worden vastgesteld.

HOOFDSTUK 6. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL LV. WIJZIGINGEN IN VERBAND MET INVOERINGSWET OSV 1997

Indien het bij koninklijke boodschap van 8 oktober 1996 ingediende voorstel van wet houdende invoering van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997; 25 047) in werking is getreden, wordt in de artikelen 74 en 75b, derde lid, van de Ziektewet, 79, tweede lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, 87c en 87d van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel XXVIIa van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen «de bedrijfsvereniging» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.

ARTIKEL LVA. OVERGANGSRECHT ARTIKEL 16, TWEEDE LID, ONDERDEEL A, WTZ

Degene, die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet een arbeidsongeschiktheidsuitkering ingevolge de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet ontving en ingevolge artikel 16, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen, zoals dat onderdeel luidde op de dag voorafgaande aan de dag met ingang waarvan deze wet in werking is getreden, niet verplicht verzekerd is ingevolge de Ziekenfondswet, blijft zolang met toepassing van de artikelen XII en XIII een uitkering wordt ontvangen en de omstandigheden bedoeld in artikel 16, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen, zoals dat onderdeel luidde op de dag, voorafgaande aan de dag met ingang waarvan deze wet in werking is getreden, op hem van toepassing zijn, uitgezonderd van de verplichte verzekering ingevolge de Ziekenfondswet.

ARTIKEL LVI. VAN TOEPASSING BLIJVEND RECHT INZAKE BEZWAAR EN BEROEP

  • 1. Met betrekking tot de mogelijkheid tot het maken van bezwaar en het instellen van beroep tegen besluiten, die geen betrekking hebben op het verzekerd zijn of op de verschuldigde premie, op grond van:

    a. de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

    b. de Ziektewet;

    c. de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet met uitzondering van de artikelen 57, 57a en 58;

    d. de Toeslagenwet over de toeslag op een uitkering op grond van de in de onderdelen a tot en met c genoemde wetten;

    e. de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen;

    die zijn bekendgemaakt voor de datum van inwerkingtreding als bedoeld in artikel LVII, tweede lid, blijven de wettelijke bepalingen van toepassing zoals deze golden voor die datum.

  • 2. Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde besluiten die zijn bekendgemaakt binnen dertien weken na de inwerkingtreding als bedoeld in artikel LVII, tweede lid, en die reeds aan een heroverweging onderworpen zijn geweest, vindt afdeling 7.1 van de Algemene wet bestuursrecht geen toepassing.

  • 3. Met betrekking tot de behandeling van het beroep of hoger beroep tegen een besluit op grond van de Ziektewet dat is bekendgemaakt voor de datum van inwerkingtreding als bedoeld in artikel LVII, tweede lid, en dat uitsluitend betrekking heeft op het bestaan of voortbestaan van de ongeschiktheid tot werken blijft het recht van toepassing zoals het gold voor die datum.

ARTIKEL LVII. INWERKINGTREDING

  • 1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor verschillende artikelen, onderdelen of subonderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treden de artikelen XXXI, XXXIII, XXXIV, onderdeel H, XXXVII onderdeel B, XLVIII, onderdeel A, onder 1, LV en LVI in werking met ingang van 1 januari 1997. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, dan wel het Staatsblad waarin de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1996, treden de in het eerste zin bedoelde artikelen in werking met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na zowel de datum van uitgifte van Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst als de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen wordt geplaatst.

  • 3. Indien de datum van inwerkingtreding als bedoeld in het tweede lid is gelegen na 1 januari 1997, is afdeling 7.1. van de Algemene wet bestuursrecht tot die datum niet van toepassing op besluiten, die geen betrekking hebben op de verzekeringsplicht of de verschuldigde premie op grond van:

    a. de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

    b. de Ziektewet;

    c. de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet met uitzondering van de artikelen 57, 57a en 58;

    d. de Toeslagenwet over de toeslag op een uitkering op grond van de in de onderdelen a tot en met c genoemde wetten;

    e. de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen;

    f. paragraaf 9 van de Wet privatisering ABP.

ARTIKEL LVIII

Deze wet wordt aangehaald als «Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen».

Naar boven