Besluit van 23 juni 1999 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit accijns (taxfree verkopen met ingang van 1 juli 1999)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 8 juni 1999, nr. WV99/269 M, directoraat-generaal voor Fiscale Zaken, directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;

Gelet op artikel 41, eerste lid, van de Wet op de accijns;

De Raad van State gehoord (advies van 17 juni 1999, nr. W06.99.0277/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 22 juni 1999, nr. WV99/295 M, directoraat-generaal voor Fiscale Zaken, directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 3, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit accijns1 komt te luiden:

  • 1. Het brengen, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel e, van de wet, van een accijnsgoed vanuit een accijnsgoederenplaats naar een derde land dient te kunnen worden aangetoond met een geleidedocument, behoudens:

    a. in de gevallen waarin dit brengen geschiedt met toepassing van de communautaire douaneregeling douanevervoer; of

    b. indien het een accijnsgoed betreft dat vanuit een accijnsgoederenplaats gelegen op een luchthaven of op een haventerrein, wordt meegevoerd in de persoonlijke bagage van een reiziger die zich door de lucht of over zee naar een derde land begeeft.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1999.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 23 juni 1999

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de negenentwintigste juni 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Ingevolge artikel III van de Wet van 24 december 1992 tot wijziging van de Wet op de accijns in verband met de afschaffing van de fiscale grenzen (Stb. 711) wordt tot 1 juli 1999 vrijstelling van accijns verleend voor accijnsgoederen die vanuit een accijnsgoederenplaats op een luchthaven of op een haventerrein (taxfree shops) worden verkocht aan reizigers met een bestemming gelegen in een andere lidstaat of in een derde land. Met ingang van genoemde datum eindigt de communautaire overgangsbepaling1 die een accijnsvrije levering aan reizigers in het verkeer binnen de EU mogelijk maakt. De accijnsvrije levering aan reizigers met een bestemming in een derde land blijft wel mogelijk. Een dergelijke levering vanuit een accijnsgoederenplaats wordt beschouwd als uitvoer waardoor de heffing van accijns achterwege blijft.

De wettelijke bepalingen vereisen in beginsel dat de uitvoer vanuit een accijnsgoederenplaats dient te worden aangetoond met een administratief geleidedocument (artikel 3, eerste lid, Uitvoeringsbesluit accijns). In artikel I van het onderhavige besluit wordt voorzien in een nieuwe uitzondering op deze bepaling. Indien de uitvoer geschiedt vanuit een accijnsgoederenplaats gelegen op een luchthaven of op een haventerrein (taxfree shops) en het goederen betreft die worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van een reiziger met een bestemming in een derde land, behoeft de uitvoer niet te worden aangetoond met een administratief geleidedocument. Gelet op de ligging van deze accijnsgoederenplaatsen en het feit dat de reiziger de locaties waar deze zijn gelegen slechts kan verlaten na controle door de douane, is de daadwerkelijke uitvoer voldoende verzekerd.

In aanvulling op het onderhavige besluit zal bij ministeriële regeling worden voorzien in de mogelijkheid dat vanuit een accijnsgoederenplaats aan een verbruiker wordt geleverd.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend


XNoot
1

Stb. 1991, 754, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 september 1998, Stb. 549.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

XNoot
1

Artikel 28 van Richtlijn nr. 92/12/EEG van de Raad van de Europese Unie van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (PbEG L 76).

Naar boven