Besluit van 11 juni 1999 tot wijziging van artikel
II van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot wijziging van het Verstrekkingenbesluit
ziekenfondsverzekering in verband met wijziging van bepalingen die de aanspraak
op farmaceutische hulp regelen (Stb. 109)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
van 10 mei 1999, Z/VU-991403, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst;
Gelet op artikel 8, tweede lid, van de Ziekenfondswet;
De Raad van State gehoord (advies van 20 mei 1999, no. W13.99.0229/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport van 10 juni 1999, Z/VU-991519, uitgebracht in overeenstemming met
de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel II van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot wijziging
van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering in verband met wijziging
van bepalingen die de aanspraak op farmaceutische hulp regelen (Stb, 109)
komt te luiden:
ARTIKEL II
1. Artikel I, onder B, C, D, F, J, K en L, treedt in werking met ingang van
1 juli 1999.
2. Artikel I, onder A, E, G, H en I, treedt in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 30 juni 1999.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 11 juni 1999
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
Uitgegeven de tweeëntwintigste juni 1999
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
Met het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot wijziging van het
Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering in verband met wijziging van
bepalingen die de aanspraak op farmaceutische hulp regelen (Stb. 109), verder
te noemen: wijzigingsbesluit, is een aantal bepalingen die betrekking hebben
op de aanspraak op extramurale farmaceutische hulp gewijzigd. De wijzigingen
betreffen:
1. Het vervangen van de overgangsmaatregel zoals die in artikel 31 van
het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering was geregeld, door een andere
regeling. Het betreft hier een andere regeling voor de toelating van geneesmiddelen
waarvoor geen vergoedingslimiet is vast te stellen. Deze andere regeling is
geregeld in het nieuwe artikel 9, tweede lid, onder d, van het Verstrekkingenbesluit
ziekenfondsverzekering (artikel I, onder B, en L, voor zover het betreft het
vervallen van artikel 31, van het wijzigingsbesluit).
2. Het wijzigen van bepalingen die betrekking hebben op het geneesmiddelenvergoedingssysteem
(gvs). Het betreft de criteria voor onderlinge vervangbaarheid (artikel I,
onder E, van het wijzigingsbesluit), het even zwaar meetellen bij de berekening
van de vergoedingslimiet van de prijzen van de generieke geneesmiddelen en
branded generics als de prijzen van specialités (artikel I, onder A
en G, van het Wijzigingsbesluit), het vereenvoudigen van de berekening op
basis van de Anatomical Therapeutic Chemical Classification (artikel I, onder
H, van het wijzigingsbesluit) alsmede het maximeren van de correctiefactor
op de kleinste dosering (artikel I, onder I, van het wijzigingsbesluit). De
wijzigingen onder dit punt worden ook wel het moderniseren van het gvs genoemd
3. Enkele andere aanpassingen (artikel I, onder B, met uitzondering van
hetgeen onder punt 1 is vermeld, C, D, F, J, K en L, voor zover het betreft
het vervallen van artikel 32, van het wijzigingsbesluit).
Bij de vaststelling van het wijzigingsbesluit was het de bedoeling alle
wijzigingen per 1 juli 1999 in te voeren. Zoals ik in mijn brief van 12 april
1999, DBO-CB-U-99565, aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport heb meegedeeld, is inmiddels gebleken dat de datum van 1
juli 1999 voor de wijzigingen die genoemd zijn onder punt 2, niet haalbaar
is. Het is namelijk niet mogelijk om in korte tijd alle in het pakket opgenomen
geneesmiddelen te herbeoordelen aan de hand van de gewijzigde gvs-criteria.
Deze herbeoordeling vergt alleen al voor de desbetreffende commissie van deskundigen
binnen de Ziekenfondsraad 4 tot 6 maanden. Met de uitwerking van het rapport
van de Ziekenfondsraad en de tijdige publicatie van de regeling in de Staatscourant,
is voorts nog eens 6 maanden gemoeid. In verband hiermee is met het onderhavige
besluit artikel II van het wijzigingsbesluit, die de inwerkingtreding van
laatstgenoemd besluit regelt, op zodanige wijze gewijzigd dat de bepalingen
die betrekking hebben op de onder punt 2 genoemde wijzigingen in werking treden
op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Voor het overige blijft
de datum van 1 juli 1999 gehandhaafd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van
State, omdat het zonder meer instemmend luidt.