Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatsblad 1999, 180 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatsblad 1999, 180 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is uitvoering te geven aan het in het hoger onderwijs- en onderzoekplan 1998 aangekondigde voornemen om opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs op het gebied van de natuur en de opleidingen biologie en moleculaire wetenschappen verbonden aan de openbare universiteit te Wageningen inhoudelijk te vernieuwen; dat in verband hiermee een regeling wordt getroffen, op grond waarvan de periode waarin studenten aan deze opleidingen aanspraak op studiefinanciering hebben, met een jaar kan worden verlengd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet wordt verstaan onder:
a. wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
b. instellingsbestuur: het instellingsbestuur van een universiteit als bedoeld in artikel 1.8 van de wet;
c. opleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 van de wet;
d. Informatie Beheer Groep: de Informatie Beheer Groep, bedoeld in de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank;
e. register: het Centraal register opleidingen hoger onderwijs, bedoeld in artikel 6.13 van de wet.
1. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen kan op aanvraag van het instellingsbestuur in de jaren 1999, 2000 en 2001 toestaan dat een opleiding op het gebied van de natuur met een studielast van 210 studiepunten wordt ingesteld. Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kan op aanvraag van het instellingsbestuur van de openbare universiteit te Wageningen in dezelfde jaren toestaan dat de de opleiding biologie en de opleiding moleculaire wetenschappen, elk met een studielast van 210 studiepunten, worden ingesteld.
2. Het instellingsbestuur dient een aanvraag in bij Onze minister, wie het aangaat, ten behoeve van het studiejaar 1999–2000 voor 1 mei 1999, ten behoeve van het studiejaar 2000–2001 voor 1 april 2000 dan wel ten behoeve van het studiejaar 2001–2002 voor 1 april 2001. Het instellingsbestuur toont daarin ten genoegen van Onze minister aan dat:
a. de desbetreffende opleiding in een maatschappelijke behoefte voorziet,
b. de inhoud van de desbetreffende opleiding ten opzichte van een of meer opleidingen op het gebied van de natuur dan wel de opleidingen biologie of moleculaire wetenschappen waarvan de studielast ten minste 168 studiepunten bedraagt, in belangrijke mate is vernieuwd en verbreed,
c. het onderwijsprogramma van de desbetreffende opleiding zodanig is ingericht dat de daarvoor ingeschreven studenten bij een redelijke inspanning de opleiding binnen een redelijke studietijd kunnen voltooien, en
d. de desbetreffende opleiding omvat
1°. een afstudeerrichting gericht op de verkrijging van vaardigheden als wetenschappelijk onderzoeker of technologisch ontwerper,
2°. in een voorkomend geval een afstudeerrichting gericht op het beroep van leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in een of meer met die opleiding verwante vakken in het voortgezet onderwijs, en
3°. een of meer andere afstudeerrichtingen.
3. Artikel 6.3, tweede lid, van de wet is niet van toepassing.
4. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder opleiding op het gebied van de natuur tevens verstaan:
a. de opleiding biomedische wetenschappen, verbonden aan de openbare universiteit te Leiden,
b. de opleiding medische biologie, verbonden aan de openbare universiteit te Utrecht, en
c. de opleiding biomedische gezondheidswetenschappen, verbonden aan de bijzondere universiteit te Nijmegen.
1. Tegen een besluit van Onze minister op grond van artikel 2, eerste lid, kan een belanghebbende beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
2. Indien de uitspraak op een beroep tegen een besluit als bedoeld in het eerste lid strekt tot toestemming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, treden de gevolgen daarvan in met ingang van het studiejaar dat aanvangt na het studiejaar waarin de uitspraak is gedaan.
1. In afwijking van artikel 6.14, eerste lid, van de wet en in afwijking van de termijnbepalingen, bedoeld in de artikelen 6.13, tweede lid, derde volzin, en 6.14, tweede lid, eerste volzin, van de wet registreert de Informatie Beheer Groep de in de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 7.4, negende lid, van de wet opgenomen opleidingen in het register dat betrekking heeft op een van de studiejaren 1999–2000, 2000–2001 of 2001–2002, in het gedeelte Wetenschappelijk onderwijs, onderdeel Landbouw en natuurlijke omgeving, onderdeel Natuur of onderdeel Gezondheidszorg. Artikel 6.13, vierde lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing. De registratie geschiedt overeenkomstig de door het instellingsbestuur verstrekte gegevens.
2. De Informatie Beheer Groep weigert registratie in het register uitsluitend, indien:
a. de in het eerste lid bedoelde gegevens niet uiterlijk 1 juni van het desbetreffende jaar door de Informatie Beheer Groep zijn ontvangen, dan wel
b. deze uiterlijk op genoemde datum ontvangen gegevens naar het oordeel van de Informatie Beheer Groep niet volledig zijn en vervolgens niet binnen een door de Informatie Beheer Groep te bepalen termijn is voorzien in de ontbrekende gegevens.
3. Artikel 6.14, vijfde lid, eerste volzin, van de wet is van overeenkomstige toepassing.
De Informatie Beheer Groep maakt de uit artikel 4 voortvloeiende wijzigingen in het register bekend voor 1 juli van het desbetreffende jaar. Van deze bekendmaking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
Indien een opleiding waarvoor met het oog op een bepaald studiejaar een besluit op grond van artikel 2 is genomen, in het register is geregistreerd, worden met ingang van dat studiejaar geen studenten en extraneï voor de eerste maal meer ingeschreven voor de opleiding of voor de opleidingen waarvoor de nieuw ingestelde opleiding in de plaats komt.
Aan artikel 7.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. Bij ministeriële regeling kunnen in het zesde lid worden opgenomen opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs op het gebied van de landbouw en natuurlijke omgeving, op het gebied van de natuur en op het gebied van de gezondheidszorg met een studielast van 210 studiepunten, voor zover ten aanzien van die opleidingen de toestemming, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Tijdelijke wet aanwijzing bèta-opleidingen, is verleend.
Artikel 7.4, negende lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek vervalt.
Artikel VIIIb van de wet van 2 april 1998 houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op de studiefinanciering ter uitvoering van in het hoger onderwijs- en onderzoekplan 1996 aangekondigde maatregelen wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede tot derde lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:
2. Indien het instellingsbestuur van een hogeschool, aangewezen op grond van artikel 6.9 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, een opleiding met ingang van 1 september 1999 overeenkomstig artikel 7.7, tweede lid, van die wet tevens duaal wenst in te richten, maakt dat bestuur van die wens melding aan Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Deze opleidingen worden opgenomen in een ministeriële regeling die voor 1 mei 1999 wordt vastgesteld.
2. In de eerste volzin van het derde lid wordt «regeling, bedoeld in het eerste lid» vervangen door: regeling, bedoeld in het eerste en tweede lid.
1. Deze wet treedt in werking met ingang van 16 april 1999. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 15 april 1999, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 16 april 1999.
2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel 8 in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
histnootDe Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
L. M. L. H. A. Hermans
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
H. H. Apotheker
Uitgegeven de tweeëntwintigste april 1999
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1998/99, 26 339.
Handelingen II 1998/99, blz. 3505–3522; 3588.
Kamerstukken I 1998/99, 26 339 (212, 212a, 212b).
Handelingen I 1998/99, zie vergadering dd. 13 april 1999.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1999-180.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.