Besluit van 10 maart 1999, houdende wijziging van onder meer het Besluit algemene rechtspositie politie in verband met het verlenen van tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp aan ambtenaren van politie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 november 1998, Directoraat-Generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, nr. EA98/U53341;

Gelet op artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993 en artikel 9, zesde lid, van de LSOP-wet;

De Raad van State gehoord (advies van 11 januari 1999, No.W04.98.0530);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 maart 1999, Directoraat-Generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, nr. EA99/51715;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Na artikel 69 van het Besluit algemene rechtspositie politie1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 69a

1. Indien de ambtenaar wegens de uitvoering van de politietaak aansprakelijk wordt gesteld naar burgerlijk recht of als verdachte wordt aangemerkt naar strafrecht, kent het bevoegd gezag hem een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp toe, tenzij hij naar het oordeel van het bevoegd gezag opzettelijk onrechtmatig dan wel opzettelijk wederrechtelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld, of grof nalatig is geweest.

2. Indien de ambtenaar schadevergoeding vordert op grond van onrechtmatige daad, jegens hem gepleegd tijdens de uitoefening van de politietaak, kent het bevoegd gezag hem een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp toe, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat de vordering kennelijk onvoldoende grond heeft of kennelijk onredelijk is.

3. Het bevoegd gezag kan verdere tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp staken of de tegemoetkoming in de kosten van de rechtskundige hulp terugvorderen, indien

a de aan een derde toegebrachte schade blijkens rechterlijk vonnis het gevolg is van opzettelijk onrechtmatig dan wel opzettelijk wederrechtelijk of bewust roekeloos handelen van de ambtenaar, of

b indien de ambtenaar strafrechtelijk wordt veroordeeld.

4. In bijzondere gevallen, gelet op de aard van de zaak of de omstandigheden van de ambtenaar, kan het bevoegd gezag, overwegend dat de handeling geen gevolg is van de taakuitoefening van de ambtenaar, besluiten tot een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp.

5. Het bevoegd gezag stelt een regeling vast met betrekking tot tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp.

ARTIKEL II

Na artikel 22 van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie2 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 22a

1. Indien de vrijwillige ambtenaar van politie wegens de uitvoering van de politietaak aansprakelijk wordt gesteld naar burgerlijk recht of als verdachte wordt aangemerkt naar strafrecht, kent het bevoegd gezag hem een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp toe, tenzij hij naar het oordeel van het bevoegd gezag opzettelijk onrechtmatig dan wel opzettelijk wederrechtelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld, of grof nalatig is geweest.

2. Indien de vrijwillige ambtenaar van politie schadevergoeding vordert op grond van onrechtmatige daad, jegens hem gepleegd tijdens de uitoefening van de politietaak, kent het bevoegd gezag hem een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp toe, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat de vordering kennelijk onvoldoende grond heeft of kennelijk onredelijk is.

3. Het bevoegd gezag kan verdere tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp staken of de tegemoetkoming in de kosten van de rechtskundige hulp terugvorderen, indien

a de aan een derde toegebrachte schade blijkens rechterlijk vonnis het gevolg is van opzettelijk onrechtmatig dan wel opzettelijk wederrechtelijk of bewust roekeloos handelen van de vrijwillige ambtenaar van politie, of

b indien de vrijwillige ambtenaar van politie strafrechtelijk wordt veroordeeld.

4. In bijzondere gevallen, gelet op de aard van de zaak of de omstandigheden van de vrijwillige ambtenaar van politie, kan het bevoegd gezag, overwegend dat de handeling geen gevolg is van de taakuitoefening van de vrijwillige ambtenaar van politie, besluiten tot een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp.

5. Het bevoegd gezag stelt een regeling vast met betrekking tot tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 10 maart 1999

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

Uitgegeven de dertigste maart 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

In het Akkoord arbeidsvoorwaarden en werkgelegenheid Politie (1997–1998) is een afspraak gemaakt omtrent het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp aan de (vrijwillige) ambtenaar van politie, die wegens de uitoefening van zijn functie door derden civielrechtelijk aansprakelijk wordt gesteld. Dit impliceert ook de aansprakelijkstelling naar burgerlijk recht in een strafzaak met toepassing van de artikelen 51a en volgende van het Wetboek van Strafvordering.

Gezien een eerdere afspraak hebben sociale partners in de sector Politie hierbij tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp betrokken in het geval dat de ambtenaar als verdachte naar strafrecht wordt aangemerkt.

Beide afspraken worden in dit besluit geformaliseerd. De tegemoetkomingsregeling geldt niet alleen voorzover de ambtenaar in rechte is betrokken, maar geldt reeds in de voorfase, waarin de mogelijkheid bestaat dat een procedure plaats zal vinden.

Bovendien voorziet dit besluit in het verstrekken van een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp aan de desbetreffende (vrijwillige) ambtenaar in het geval dat deze (vrijwillige) ambtenaar zelf schadevergoeding vordert op grond van een jegens hem gepleegde onrechtmatige daad tijdens de uitoefening van de politietaak. Daarnaast kan in bijzondere gevallen buiten de uitoefening van de politietaak een tegemoetkoming worden verstrekt.

Het bevoegd gezag verleent een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp van een door de ambtenaar aangezochte raadsman. Hiervan kan alleen worden afgeweken in geval van opzet of bewuste roekeloosheid respectievelijk grove nalatigheid van de (vrijwillige) ambtenaar. Dat kan dan in de motivering van de beschikking tot uitdrukking komen, op welke beschikking de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is met de mogelijkheid van bezwaar en beroep.

In dit kader zijn verder van belang de bepalingen over onrechtmatige daad, die zijn neergelegd in het Burgerlijk Wetboek, Boek 6, Titel 3, en met name de artikelen 6:162 BW en 6:170 BW, namelijk inzake schade uit onrechtmatige daad en de verhouding werkgever / werknemer, indien de onrechtmatige daad is gepleegd door een ondergeschikte bij de vervulling van zijn taak.

In de bijlage bij deze nota van toelichting is een voorbeeldregeling opgenomen. De bijlage vormt geen onderdeel van het onderhavige besluit.

Over dit besluit is overleg gevoerd met de vakorganisaties, vertegenwoordigd in de Commissie voor georganiseerd overleg in politie-ambtenarenzaken. Slechts de helft van die commissie kon zich verenigen met het voorstel. Met gebruikmaking van artikel 3, derde lid, laatste volzin, van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994, heb ik besloten het voorstel ten uitvoer te brengen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

Bijlage bij Nota van toelichting

Voorbeeldregeling

Regeling voor tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp aan personeelsleden bij de politieregio ...

De korpsbeheerder,

Gelet op artikel 69a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie en artikel 22a, vijfde lid, van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie,

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder: betrokkene:

1 het personeelslid dat voorkomt op de loonlijst van het regiokorps,

2 ieder ander die op enigerlei wijze werkzaam is in het regiokorps.

Artikel 2 Doel

1. Indien een betrokkene wegens de uitvoering van de politietaak aansprakelijk wordt gesteld naar burgerlijk recht of als verdachte wordt aangemerkt naar strafrecht, kent het bevoegd gezag hem een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp toe, tenzij hij naar het oordeel van het bevoegd gezag opzettelijk onrechtmatig dan wel opzettelijk wederrechtelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld, of grof nalatig is geweest.

2. Indien een betrokkene schadevergoeding vordert op grond van onrechtmatige daad, jegens hem gepleegd tijdens de uitoefening van de politietaak, kent het bevoegd gezag hem een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp toe, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat de vordering kennelijk onvoldoende grond heeft of kennelijk onredelijk is.

3 De toekenning van een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp kan betrekking hebben op de voorfase van een gerechtelijke procedure, een gerechtelijke procedure in eerste aanleg, hoger beroep en cassatie.

4 De kosten voor de verlening van rechtskundige hulp door de raadsman die optreedt door tussenkomst van het regiokorps worden volledig vergoed.

5 De kosten van een raadsman die door de betrokkene is aangezocht worden vergoed tot ten hoogste het bedrag dat zou zijn betaald, indien de rechtskundige hulp zou zijn verleend overeenkomstig het vierde lid.

6 In bijzondere gevallen, gelet op de aard van de zaak of de omstandigheden van betrokkene, kan het bevoegd gezag, overwegend dat de handeling geen gevolg is van de taakuitoefening van betrokkene, besluiten tot een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp.

Artikel 3 Procedure

1 Betrokkene doet een aanvraag om een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp. Daarbij vermeldt hij de redenen voor en de aanleiding tot de aanvraag en eventueel de omstandigheden van het geval.

2 Voor een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp in geval van hoger beroep of cassatie dient de betrokkene afzonderlijke aanvragen in.

3 Het bevoegd gezag beslist op het verzoek zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het verzoek. Deze termijn kan met twee weken worden verlengd, in welk geval het bevoegd gezag dat met de reden daartoe schriftelijk aan de betrokkene meldt.

4 Het bevoegd gezag overweegt in zijn besluit of de handeling van betrokkene, die de aanleiding vormt tot het strafrechtelijk onderzoek, een gevolg is van de uitvoering van de politietaak.

5 Indien een derde respectievelijk het openbaar ministerie hoger beroep dan wel cassatie instelt in de zaak waarvoor het bevoegd gezag de betrokkene eerder voor een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp in aanmerking heeft laten komen, verleent het bevoegd gezag de betrokkene op diens melding ambtshalve opnieuw een tegemoetkoming.

Artikel 4 Staking van de tegemoetkoming en terugbetaling

1 Het bevoegd gezag kan verdere tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp staken of de tegemoetkoming in de kosten van de rechtskundige hulp terugvorderen, indien

a de aan een derde toegebrachte schade blijkens rechterlijk vonnis het gevolg is van opzettelijk onrechtmatig dan wel opzettelijk wederrechtelijk of bewust roekeloos handelen van betrokkene, of

b indien betrokkene strafrechtelijk wordt veroordeeld.

2 Indien de tegenpartij in het proces wordt veroordeeld tot betaling van proceskosten, stort betrokkene de vergoeding van deze kosten, voor zover ze als kosten van rechtskundige hulp moeten worden opgevat, op de bankrekening van de politieregio ... .

Artikel 5 Herziening

In het geval de door het bevoegd gezag vermoede opzettelijke onrechtmatigheid dan wel opzettelijke wederrechtelijkheid of bewuste roekeloosheid, of grove nalatigheid van de zijde van betrokkene niet blijkt uit een rechterlijke uitspraak, herziet het bevoegd gezag zijn eerdere weigering tot een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op ...

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Regeling voor een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp aan personeelsleden bij de politieregio ...

Dit besluit wordt aan het personeel bekend gemaakt door ...

De korpsbeheerder van de politieregio ...

Toelichting op de voorbeeldregeling

Algemeen

Deze voorbeeldregeling voor een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp politie bevat zowel civielrechtelijke aspecten als strafrechtelijke aspecten.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Definities

De regeling is van toepassing op (vrijwillige) ambtenaren van politie die zijn aangesteld door het bevoegd gezag van het korps. Daarnaast is de regeling van toepassing op andere personen die werkzaamheden voor het regiokorps verrichten, bijvoorbeeld ambtenaren die bij het regiokorps zijn gedetacheerd en personeel ingeleend via uitzendbureaus.

Artikel 2 Doel

Zie het algemene deel van de toelichting.

Artikel 3 Procedure

Op de beschikking is Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Bij het nemen van het besluit zal de korpsbeheerder een afweging maken over de grond van de aanvraag. Een kennelijk onredelijk verzoek zal niet voor inwilliging in aanmerking komen.

In het kader van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer kan de aanvrager zich beroepen op artikel 4:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

De korpsbeheerder, houder van de registratie over aanvragen inzake een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp en beschikkingen daarop, kan op grond van artikel 30 van de Wet persoonsregistraties een verzoek om inzage weigeren. Grond daarvoor kan onder meer zijn het belang van de opsporing en de vervolging van strafbare feiten.

Artikel 4 Staking van de tegemoetkoming en terugbetaling

Waar het regiokorps een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp heeft verleend, is het redelijk dat een kostenveroordeling van de tegenpartij van de betrokkene ten goede komt aan het regiokorps. Dit geldt eveneens wanneer de rechter een strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene uitspreekt.


XNoot
1

Stb. 1994, 214, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 9 maart 1999, Stb. 131.

XNoot
2

Stb. 1995, 236, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 september 1998, Stb. 586.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 april 1999, nr. 70.

Naar boven