Besluit van 5 maart 1999, houdende de van toepassingverklaring
van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen op de schade
en kosten tengevolge van de extreem zware regenval op 27 en 28 oktober 1998
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken, van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij en van Financiën, van 1 maart 1999, nr. EB1999/52172;
Gelet op artikel 3 van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen
en zware ongevallen,
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
De Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen is van toepassing
op de schade en kosten die zijn ontstaan ten gevolge van de extreem zware
regenval op 27 en 28 oktober 1998.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het is geplaatst.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast
met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting
in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 5 maart 1999
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. M. de Vries
Uitgegeven de drieëntwintigste maart 1999
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
TOELICHTING
Op 27 en 28 oktober is sprake geweest van extreem zware regenval, vergelijkbaar
met de extreem zware regenval van 13 en 14 september 1998. Metingen van
het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut wijzen uit dat op bepaalde
plaatsen een neerslag is gevallen van 75 mm of meer binnen 24 uur. De kans
dat een dergelijke hoeveelheid neerslag binnen een zo kort tijdsbestek valt,
is eens in de 125 jaar.
De gevolgen hiervan waren vergelijkbaar met de gevolgen van de extreem
zware regenval op 13 en 14 september 1998. Ook dit keer zagen de locale
overheden zich genoodzaakt om van de bevoegdheden, neergelegd in de Wet rampen
en zware ongevallen, gebruik te maken. Gemeentelijke, regionale en provinciale
«rampenstaven» zijn één of meerdere dagen operationeel
geweest. De extreem zware regenval had tot gevolg dat er sprake was van maatschappelijke
ontwrichting en aantasting van grote materiële belangen (kamerstukken
II 1998/99, 24 071, nr. 39). In enkele gevallen is zelfs geëvacueerd.
Dit keer strekten de gevolgen zich ook uit tot gebieden, waar bovenvermelde
neerslag niet daadwerkelijk is gevallen. De oorzaak hiervan is dat de regenval
is neergekomen op een hoger gelegen gebied in Nederland. De natuurlijke afwatering
van dit gebied verloopt via lager gelegen gebieden naar het Lauwersmeer en
het IJsselmeer. Op het moment dat de extreme neerslag zich voordeed, werd
de afwatering extra bemoeilijkt door de storm die het water in de afwateringsmeren
landinwaarts opstuwde. Dit heeft geleid tot overstromingen en het buiten de
oevers treden van de afwateringsrivieren.
Het bovenstaande rechtvaardigt de van toepassingverklaring van de Wet
tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen op de gevolgen van de
extreem zware regenval van 27 en 28 oktober 1998.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. M. de Vries