Wet van 25 februari 1999 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Auteurswet 1912 en de Wet op de naburige rechten met het oog op de aanpassing van enkele strafbepalingen in verband met de verordening (EG) nr. 3295/94 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1994 tot vaststelling van maatregelen om het in het vrije verkeer brengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de plaatsing onder een schorsingsregeling van nagemaakte of door piraterij verkregen goederen te verbieden (PbEG L 341) en de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, Bijlage 1C, Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Trb. 1995, 130)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de verordening (EG) nr. 3295/94 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1994 tot vaststelling van maatregelen om het in het vrije verkeer brengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de plaatsing onder een schorsingsregeling van nagemaakte of door piraterij verkregen goederen te verbieden (PbEG L 341) en de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, Bijlage 1C, Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Trb. 1995, 130) wenselijk is het Wetboek van Strafrecht, de Auteurswet 1912 en de Wet op de naburige rechten met het oog op de aanpassing van enkele strafbepalingen te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «of» vervangen door een komma.

2. In het eerste lid komt het gestelde na onderdeel c te luiden:

d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk waarop een ander recht heeft, zij het dan ook met een geringe afwijking, is nagebootst of

e. waren of onderdelen daarvan die valselijk hetzelfde uiterlijk vertonen als een tekening of model waarop een ander recht heeft, dan wel daarmede slechts ondergeschikte verschillen vertonen,

invoert, doorvoert of uitvoert, verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert, uitdeelt of in voorraad heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar of geldboete van de vijfde categorie.

3. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Indien de schuldige van het plegen van het misdrijf, genoemd in het eerste lid, zijn beroep maakt of het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

ARTIKEL II

De Auteurswet 19122 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 31a wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c wordt vervangen door:

c. invoert, doorvoert, uitvoert of.

2. Aan het slot van onderdeel d wordt de zinsnede «met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie.» vervangen door: met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar of geldboete van de vijfde categorie.

B

In de artikelen 32 en 32a worden de onderdelen c telkens vervangen door:

c. invoert, doorvoert, uitvoert of.

C

In artikel 36a wordt de zinsnede «invoeren in Nederland» vervangen door: invoeren, doorvoeren, uitvoeren.

ARTIKEL III

De Wet op de naburige rechten3 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd :

1. Onderdeel d wordt vervangen door:

d. invoert, doorvoert, uitvoert; of.

2. Aan het slot van onderdeel e wordt de zinsnede «met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie.» vervangen door: met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar of geldboete van de vijfde categorie.

B

In artikel 24 wordt onderdeel d vervangen door:

d. invoert, doorvoert, uitvoert; of.

C

In artikel 29 worden na «invoeren,» de woorden «doorvoeren, uitvoeren» ingevoegd.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 25 februari 1999

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de elfde maart 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 februari 1999, Stb. 80.

XNoot
2

Stb. 1912, 308, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 januari 1999, Stb. 30.

XNoot
3

Stb. 1993, 178, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 januari 1999, Stb. 30.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1996/97, 1997/98, 25 474.

Handelingen II 1997/98, blz. 6466–6472; 1998/99, blz. 188.

Kamerstukken I 1998/99, 25 474 (6, 6a, 6b, 6c).

Handelingen I 1998/99, zie vergadering d.d. 23 februari 1999.

Naar boven