Wet van 24 september 1998 tot wijziging van de Rijkswet geweldgebruik krijgsmacht in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Rijkswet geweldgebruik krijgsmacht in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak regels te geven met betrekking tot het geweldgebruik door burgerambtenaren in dienst van het Ministerie van Defensie in de uitvoering van de bewakings- en beveiligingstaak;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Rijkswet geweldgebruik krijgsmacht in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder vernummering van het tweede, derde en vierde lid tot respectievelijk vierde, vijfde en zesde lid, worden een nieuw tweede en een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de burgerambtenaar in dienst van het Ministerie van Defensie, belast met het uitvoeren van de bewakings- en beveiligingstaak.

  • 3. De bevoegdheid tot gebruik van geweld geldt slechts bij de bewaking en beveiliging van door Onze Minister van Defensie aangewezen objecten.

2. In het vijfde lid wordt «, genoemd in het eerste lid,» vervangen door: tot gebruik van geweld.

3. In het zesde lid wordt «eerste lid» vervangen door: eerste en tweede lid.

B

In artikel 2, tweede lid, wordt «krijgsmacht» vervangen door: defensiepersoneel.

ARTIKEL II

De tekst van de Rijkswet geweldgebruik defensiepersoneel in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak wordt in het Staatsblad, het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en het Afkondigingsblad van Aruba geplaatst.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 24 september 1998

Beatrix

De Minister van Defensie,

F. H. G. de Grave

Uitgegeven de éénentwintigste januari 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1996, 239.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1997/98, 25 813 (R 1604).

Handelingen II 1997/98, blz. 6386.

Kamerstukken I 1998/99, 25 813 (R 1604) (2).

Handelingen I 1998/99, blz. 2.

Naar boven