Wet van 17 december 1998 tot wijziging van de Wet conflictenrecht huwelijk

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten;

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet conflictenrecht huwelijk te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 4 van de Wet conflictenrecht huwelijk1 komt te luiden:

Artikel 4

Wat de vorm betreft kan een huwelijk in Nederland slechts rechtsgeldig worden voltrokken ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand met inachtneming van het Nederlandse recht, behoudens de bevoegdheid van buitenlandse diplomatieke en consulaire ambtenaren om, in overeenstemming met de voorschriften van het recht van de door hen vertegenwoordigde staat, aan de voltrekking van huwelijken mede te werken indien geen der partijen uitsluitend of mede de Nederlandse nationaliteit bezit.

ARTIKEL II

  • 1. Artikel 4 van de Wet conflictenrecht huwelijk, zoals dit door deze wet komt te luiden, is van toepassing op huwelijken die na de dag van de inwerkingtreding van deze wet ten overstaan van buitenlandse diplomatieke en consulaire ambtenaren zijn voltrokken.

  • 2. Huwelijken die na 1 januari 1990 en voor de dag van de inwerkingtreding van deze wet ten overstaan van buitenlandse diplomatieke en consulaire ambtenaren in overeenstemming met het recht van de door hen vertegenwoordigde staat zijn voltrokken worden, tenzij zulks onverenigbaar zou zijn met de openbare orde, als geldig aangemerkt indien de ene partij uitsluitend of mede de Nederlandse nationaliteit bezit en de andere partij uitsluitend of mede de nationaliteit van de door de diplomatieke of consulaire ambtenaar vertegenwoordigde staat.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de uitgifte van het Staatsblad waarin zij is geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 17 december 1998

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de veertiende januari 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1989, 392.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1997/98, 25 703.

Handelingen II 1997/98, blz. 6458–6466; 1998/99, blz. 188.

Kamerstukken I 1998/99, 25 703 (66, 66a).

Handelingen I 1998/99, blz. 354.

Naar boven