Besluit van 28 januari 1998, houdende wijziging van het Inschrijvingsbesluit ziekenfondsverzekering alsmede het Inschrijvingsbesluit bijzondere ziektekostenverzekering 1992

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 oktober 1997, VPZ/V 97.3844;

Gelet op artikel 5, tweede lid van de Ziekenfondswet en artikel 9, derde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

Gezien de brief van de Ziekenfondsraad van 28 november 1996, VERZ/-54050/96 en het rapport van 23 januari 1997, VERZ/3408/97;

De Raad van State gehoord (advies van 18 december 1997, nummer W13.97.0693);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 januari 1998, VPZ/V-98.83;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Inschrijvingsbesluit ziekenfondsverzekering1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «de artikelen 1, 2, 4 eerste en tweede lid» vervangen door: de artikelen 1, 2 en 4, eerste en tweede lid.

2. Na het tweede lid wordt, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De Ziekenfondsraad kan modellen vaststellen van het inschrijvingsbewijs als bedoeld in artikel 15.

B

Na artikel 21 wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:

Artikel 21a

De Ziekenfondsraad kan regels stellen inzake de technische specificaties waaraan een inschrijvingsbewijs als bedoeld in artikel 15 moet voldoen als gebruik wordt gemaakt van een magneetstripkaart of een chipkaart.

ARTIKEL II

Het Inschrijvingsbesluit bijzondere ziektekostenverzekering 19922 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De Ziekenfondsraad kan modellen vaststellen van het inschrijvingsbewijs als bedoeld in artikel 5.

B

Na artikel 2 wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:

Artikel 2a

De Ziekenfondsraad kan regels stellen inzake de technische specificaties waaraan een inschrijvingsbewijs als bedoeld in artikel 5 moet voldoen als gebruik wordt gemaakt van een magneetstripkaart of een chipkaart.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 28 januari 1998

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de vierentwintigste februari 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

ALGEMEEN

Een ziekenfonds verstrekt aan een bij haar ingeschreven verzekerde een inschrijvingsbewijs. In de afgelopen jaren heeft een aantal ziekenfondsen het papieren inschrijvingsbewijs vervangen door een zorgverzekeringskaart in de vorm van een magneetstripkaart of, op beperkte schaal, een chipkaart. Uit een door de Ziekenfondsraad in haar Rapport van 23 januari 1997, VERZ/3408/97, verrichte inventarisatie blijkt dat 15 ziekenfondsen uitsluitend een papieren inschrijvingsbewijs aan hun verzekerden verstrekken of gebruik maken van een plastic kaart zonder magneetstrip. De magneetstripkaart wordt gebruikt door 13 ziekenfondsen. Een groot aantal ziektekostenverzekeraars neemt deel aan een experiment met de ontwikkeling en invoering van een chipkaart.

Het initiatief tot ontwikkeling en invoering van magneetstrip- of chipkaarten ligt thans bij de individuele ziekenfondsen, waardoor er verschillende eigen systemen zouden kunnen ontstaan. Dat kan leiden tot verspilling van beheersgelden wanneer op enig moment wordt besloten dat de administraties van de onderscheiden verzekeraars op elkaar moeten worden afgestemd. Door coördinatie en uniformering door de Ziekenfondsraad bij het ontwikkelen van deze kaarten, kan het risico van desinvesteringen worden tegengegaan en ontstaat er duidelijkheid voor alle bij de uitvoering van de Ziekenfondswet betrokken partijen.

Met betrekking tot de inschrijving van de AWBZ-verzekerde is in artikel 9 van de AWBZ bepaald dat de AWBZ-inschrijving is gekoppeld aan de voorliggende inschrijving. Voor een ziekenfondsverzekerde geldt de inschrijving bij een ziekenfonds tevens als inschrijving voor de toepassing van de AWBZ. Dit geldt eveneens voor de inschrijving als verzekerde bij een particuliere ziektekostenverzekeraar en voor de deelname aan een publiekrechtelijke ziektekostenregeling voor ambtenaren. Een AWBZ-inschrijvingsbewijs is slechts van belang voor personen die noch ingevolge de Ziekenfondswet, noch bij een particuliere ziektekostenverzekeraar zijn verzekerd en evenmin zijn aangesloten bij een publiekrechtelijke ziektekostenregeling voor ambtenaren. Het is denkbaar dat er op enig moment voor wordt gekozen om ook voor AWBZ-inschrijvingsbewijzen een standaard vast te stellen.

Met dit besluit wordt, overeenkomstig de desbetreffende brief van de Ziekenfondsraad van 28 november 1996, VERZ/54050/96, een basis gelegd voor de Ziekenfondsraad om standaarden voor inschrijvingsbewijzen vast te stellen. Het gaat daarbij om het vaststellen van zowel technische als inhoudelijke standaarden. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat aan een ziekenfonds, een ziektekostenverzekeraar of een uitvoerend orgaan de verplichting wordt opgelegd om over te stappen op het gebruik van een magneetstrip- of chipkaart als inschrijvingsbewijs. Kiest een verzekeraar ervoor om een magneetstrip- of chipkaart te gebruiken, dan dient die kaart te voldoen aan de door de Ziekenfondsraad vastgestelde standaard.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

ARTIKEL I EN II

Met het toevoegen van artikel 21, derde lid (nieuw), en artikel 21a aan het Inschrijvingsbesluit ziekenfondsverzekering en van artikel 2, derde lid (nieuw) en artikel 2a aan het Inschrijvingsbesluit bijzondere ziektekostenverzekering 1992, wordt aan de Ziekenfondsraad de bevoegdheid gegeven om standaarden voor inschrijvingsbewijzen vast te stellen. Om te voorkomen dat ook voor het papieren inschrijvingsbewijs een standaard moet worden vastgesteld, is bepaald dat de Ziekenfondsraad modellen kan vaststellen, maar dat zij daartoe niet verplicht is.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1965, 653, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 december 1997, Stb. 716.

XNoot
2

Stb. 1991, 722, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 augustus 1996, Stb. 437.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven