Wet van 5 februari 1998 tot aanpassing van een aantal wetten in verband met de regeling van het overleg met centrales van overheidspersoneel en sectorwerkgevers verenigd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (Aanpassingswet Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is een aantal wetten te wijzigen in verband met de regeling van het overleg met centrales van overheidspersoneel en sectorwerkgevers verenigd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet financiële voorzieningen privatisering ABP1 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 21, derde lid, wordt «met de Centrale Commissie» vervangen door: met de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

B. In artikel 24, vierde lid, wordt «de Centrale Commissie» vervangen door: de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

C. In artikel 44, eerste lid, wordt «die vertegenwoordigd zijn in de Centrale Commissie» vervangen door: die verenigd zijn in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

D. In artikel 49, eerste en zesde lid, wordt «de Centrale Commissie» telkens vervangen door: de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

E. In artikel 65 wordt «de Centrale Commissie» vervangen door: de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

ARTIKEL II

De Wet kaderregeling vut overheidspersoneel2 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden:

c. centrale: een centrale van overheidspersoneel als bedoeld in artikel 1 van de Regeling overleg Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

B. In artikel 9, zevende lid, wordt «de Centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken, bedoeld in artikel 105 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement» vervangen door: de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

ARTIKEL III

Artikel 4, derde lid, van de Wet privatisering ABP3 komt te luiden:

  • 3. De meerderheid van de sectorwerkgevers en de meerderheid van de centrales van overheidspersoneel, verenigd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid, zijn na 1 januari 1997 bevoegd tot het wijzigen of vervangen van de in het eerste lid bedoelde overeenkomst.

ARTIKEL IV

De Wet op de ondernemingsraden4 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 46d, onderdeel f, wordt «toegelaten tot de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken, genoemd in artikel 105 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement» vervangen door:, verenigd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

B. In artikel 46e , eerste lid, wordt «toegelaten tot de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken, genoemd in artikel 105 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement» vervangen door:, verenigd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

ARTIKEL V

De Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren5 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 48, tweede lid, wordt «de aangelegenheden, bedoeld in artikel 49, een en ander voor zover in het overleg over deze aangelegenheden» vervangen door: de regelingen, bedoeld in artikel 49, een en ander voor zover in het overleg over deze regelingen.

B. Artikel 49 komt als volgt te luiden:

Artikel 49

Het overleg met betrekking tot regelingen die specifiek betrekking hebben op overheids- en onderwijspersoneel in het algemeen, bedoeld in artikel 1 van de Regeling overleg Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid, heeft eveneens betrekking op de rechterlijke ambtenaren en de rechterlijke ambtenaren in opleiding.

ARTIKEL VI

Indien het bij koninklijke boodschap van 27 maart 1997 ingediende voorstel van wet houdende het onder de werkingssfeer van de wettelijke werknemersverzekeringen brengen van het overheidspersoneel (Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen), (kamerstukken II, 1996/97, 25 282, nrs. 1–2)6 tot wet wordt verheven en in werking treedt, komen de onderdelen A tot en met D van artikel I van deze wet te vervallen.

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1997.

ARTIKEL VIII

Deze wet wordt aangehaald als: Aanpassingswet Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 5 februari 1998

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Uitgegeven de vierentwintigste februari 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1994, 302, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 1998, 20.

XNoot
2

Stb. 1995, 640, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 juni 1997, Stb. 274.

XNoot
3

Stb. 1995, 639, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 768.

XNoot
4

Stb. 1990, 93, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997, Stb. 768.

XNoot
5

Stb. 1996, 590, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997, Stb. 660.

XNoot
6

Stb. 1997, 768.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1996/97, 1997/98, 25 469.

Handelingen II 1997/98, blz. 2049–2050.

Kamerstukken I 1997/98, 25 469 (224).

Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 3 februari 1998.

Naar boven