Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is een aantal
wetten te wijzigen in verband met de regeling van het overleg met centrales
van overheidspersoneel en sectorwerkgevers verenigd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet financiële voorzieningen privatisering ABP1
wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 21, derde lid, wordt «met de Centrale Commissie»
vervangen door: met de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.
B. In artikel 24, vierde lid, wordt «de Centrale Commissie»
vervangen door: de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.
C. In artikel 44, eerste lid, wordt «die vertegenwoordigd zijn in
de Centrale Commissie» vervangen door: die verenigd zijn in de Raad
voor het Overheidspersoneelsbeleid.
D. In artikel 49, eerste en zesde lid, wordt «de Centrale Commissie»
telkens vervangen door: de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.
E. In artikel 65 wordt «de Centrale Commissie» vervangen door:
de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.
ARTIKEL II
De Wet kaderregeling vut overheidspersoneel2 wordt
als volgt gewijzigd:
A. Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden:
c. centrale: een centrale van overheidspersoneel als bedoeld in artikel
1 van de Regeling overleg Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.
B. In artikel 9, zevende lid, wordt «de Centrale commissie voor
georganiseerd overleg in ambtenarenzaken, bedoeld in artikel 105 van het Algemeen
Rijksambtenarenreglement» vervangen door: de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.
ARTIKEL III
Artikel 4, derde lid, van de Wet privatisering ABP3
komt te luiden:
3. De meerderheid van de sectorwerkgevers en de meerderheid van de centrales
van overheidspersoneel, verenigd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid,
zijn na 1 januari 1997 bevoegd tot het wijzigen of vervangen van de in het
eerste lid bedoelde overeenkomst.
ARTIKEL IV
De Wet op de ondernemingsraden4 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 46d, onderdeel f, wordt «toegelaten tot de Centrale
Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken, genoemd in artikel
105 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement» vervangen door:, verenigd
in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.
B. In artikel 46e , eerste lid, wordt «toegelaten tot de Centrale
Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken, genoemd in artikel
105 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement» vervangen door:, verenigd
in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.
ARTIKEL V
De Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren5 wordt
als volgt gewijzigd:
A. In artikel 48, tweede lid, wordt «de aangelegenheden, bedoeld
in artikel 49, een en ander voor zover in het overleg over deze aangelegenheden»
vervangen door: de regelingen, bedoeld in artikel 49, een en ander voor zover
in het overleg over deze regelingen.
B. Artikel 49 komt als volgt te luiden:
Artikel 49
Het overleg met betrekking tot regelingen die specifiek betrekking hebben
op overheids- en onderwijspersoneel in het algemeen, bedoeld in artikel 1
van de Regeling overleg Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid, heeft eveneens
betrekking op de rechterlijke ambtenaren en de rechterlijke ambtenaren in
opleiding.
ARTIKEL VI
Indien het bij koninklijke boodschap van 27 maart 1997 ingediende voorstel
van wet houdende het onder de werkingssfeer van de wettelijke werknemersverzekeringen
brengen van het overheidspersoneel (Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen),
(kamerstukken II, 1996/97, 25 282, nrs. 1–2)6
tot wet wordt verheven en in werking treedt, komen de onderdelen A tot en
met D van artikel I van deze wet te vervallen.
ARTIKEL VII
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1
januari 1997.
ARTIKEL VIII
Deze wet wordt aangehaald als: Aanpassingswet Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
XNoot
1Stb. 1994, 302, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997,
Stb. 1998, 20.
XNoot
2Stb. 1995, 640, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 juni 1997, Stb.
274.
XNoot
3Stb. 1995, 639, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997,
Stb. 768.
XNoot
4Stb. 1990, 93, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1997,
Stb. 768.
XNoot
5Stb. 1996, 590, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 1997,
Stb. 660.
XHistnoot
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1996/97, 1997/98, 25 469.
Handelingen II 1997/98, blz. 2049–2050.
Kamerstukken I 1997/98, 25 469 (224).
Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 3 februari 1998.