Wet van 24 december 1998, houdende wijziging van de Wet van 16 december 1993 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet op de Raad van State, de Beroepswet, de Ambtenarenwet 1929 en andere wetten, alsmede intrekking van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (voltooiing eerste fase herziening rechterlijke organisatie, Stb. 650) (uitstel verval artikel 8:2 van de Algemene wet bestuursrecht)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de invoering van rechtswege van de rechtstreekse beroepsmogelijkheid tegen algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels bij de bestuursrechter uit te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel IVA van onderdeel 6 van de Wet van 16 december 1993 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet op de Raad van State, de Beroepswet, de Ambtenarenwet 1929 en andere wetten, alsmede intrekking van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (Stb. 650) wordt «Vijf jaren na inwerkingtreding van deze wet» vervangen door: Met ingang van een bij wet te bepalen tijdstip.

ARTIKEL II

In artikel XII, tweede lid, van de wet van 19 december 1996 tot wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs met betrekking tot de financiële gelijkstelling en enige technische aanpassingen (Stb. 1996, 649) wordt «1 januari 1999» vervangen door: een bij wet te bepalen tijdstip.

ARTIKEL III

De derde volzin van artikel 19 van de Wet geneesmiddelenprijzen1 vervalt.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 24 december 1998

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

Uitgegeven de negenentwintigste december 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1996, 90, gewijzigd bij de wet van 6 november 1997, Stb. 510.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1997/98, 1998/99, 26 077.

Handelingen II 1998/99, blz. 1069.

Kamerstukken I 1998/99, 26 077 (53, 53a, 53b, 53c, 53d, 53e).

Handelingen I 1998/99, zie vergadering d.d. 14/15 december 1998; 21/22 december 1998.

Naar boven