Besluit van 17 december 1998, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 26 maart 1998 tot wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 teneinde de effectiviteit van deze wet op het gebied van het bestrijden van gebruik van voorwetenschap te verbeteren (Stb. 320) en van het besluit van 17 december 1998, houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 46, vierde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Stb. 717)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, van 15 december 1998, nr. WJB98/1506M, Centrale Directie Wetgeving, Juridische en Bestuurlijke Zaken;

Gelet op artikel III van de wet van 26 maart 1998 tot wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 teneinde de effectiviteit van deze wet op het gebied van het bestrijden van gebruik van voorwetenschap te verbeteren (Stb. 320) en artikel 3 van het besluit van 17 december 1998, houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 46, vierde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Stb. 717);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De wet van 26 maart 1998 tot wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 teneinde de effectiviteit van deze wet op het gebied van het bestrijden van gebruik van voorwetenschap te verbeteren (Stb. 320) treedt in werking met ingang van 1 januari 1999, met uitzondering van artikel I, onderdeel E, voor zover dit betrekking heeft op de artikelen 46b, derde lid, onder c, 46b, vijfde lid, en 46d van deze wet, die in werking treden op 1 april 1999.

Artikel 2

Het besluit van 17 december 1998, houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 46, vierde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 17 december 1998

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals