Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bepalingen
van de Gemeentewet en van de Waterschapswet met betrekking tot de werktuigenvrijstelling
in de onroerende-zaakbelastingen respectievelijk in de waterschapsomslag gebouwd
te wijzigen en de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet daaraan aan
te passen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Gemeentewet1 wordt als volgt gewijzigd:
A.1. Aan artikel 220d, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt
aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, toegevoegd:
j. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder
dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die
niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken.
A.2. Artikel 220d, tweede en derde lid, vervallen onder vernummering van
het vierde tot en met het zesde lid tot het tweede tot en met het vierde lid.
A.3. In artikel 220d, vierde lid, wordt de zinsnede «eerste tot
en met het vierde lid en artikel 305a» vervangen door: eerste en het
tweede lid.
B. Artikel 305a vervalt.
ARTIKEL II
De Waterschapswet2 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 120, derde lid, wordt de zinsnede «als bedoeld in artikel
305a van de Gemeentewet» vervangen door: als bedoeld in artikel 220d,
eerste lid, onderdeel j, van de Gemeentewet.
ARTIKEL III
De Invoeringswet Financiële-verhoudingswet3 wordt
als volgt gewijzigd:
In bijlage 2, verdeelmaatstaf 1, wordt de zinsnede «de artikelen
220d en 305a» vervangen door: artikel 220d.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2001, maar is voor
de waardebepaling, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende
zaken, ten behoeve van het tijdvak dat aanvangt op 1 januari 2001, van toepassing
vanaf 1 januari 1999.
ARTIKEL V
Deze wet wordt aangehaald als: Wet wijziging werktuigenvrijstelling.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
XNoot
1Stb. 1994, 762, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 november 1998,
Stb. 678.
XNoot
2Stb. 1991, 444, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 oktober 1998,
Stb. 621.
XNoot
3Stb. 1996, 577, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 mei 1998, Stb.
312.
XHistnoot
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1997/98, 1998/99, 25 736.
Handelingen II 1998/99, blz. 1032–1037; 1143–1144.
Kamerstukken I 1998/99, 25 736 (90).
Handelingen I 1998/99, zie vergadering d.d. 8 december 1998.