Besluit van 13 november 1998, houdende wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen in verband met wijziging van Bijlage V van het Internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 augustus 1998, nr. DGG/J-98005263, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Stafafdeling Wetgeving en Juridische zaken;

Gelet op resolutie MEPC.65(37) van 14 september 1995 van de Mariene Milieucommissie van de Internationale Maritieme Organisatie (Trb. 1997, 138), en op de artikelen 10 en 11 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;

De Raad van State gehoord (advies van 21 september 1998, nr. W09.98.0411);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 november 1998, nr. DGG/J-98009819, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Stafafdeling Wetgeving en Juridische zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen¹ wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Aan het slot van onderdeel a wordt de punt vervangen door een puntkomma.

2. Na onderdeel b wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

c. tonnage: bruto-tonnage als bedoeld in de Meetbrievenwet 1981.

B

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

• 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, is dit besluit van toepassing op alle schepen.

C

Na artikel 8 worden drie nieuwe artikelen met opschrift ingevoegd, luidende:

Artikel 8a Informatiebord

Elk schip met een lengte van twaalf meter of meer is voorzien van informatieborden waarop de voorschriften, genoemd in de artikelen 3 en 5, voorzover van toepassing, zijn vermeld in de Nederlandse taal en indien een reis wordt ondernomen naar een niet-Nederlandse haven of laad- en losplaats, tevens in de Engelse taal.

Artikel 8b Vuilnisbeheersplan

• 1. Elk schip met een tonnage van 400 of meer en elk schip waarmee 15 personen of meer mogen worden vervoerd, heeft een vuilnisbeheersplan aan boord.

• 2. Dit plan bevat de procedures die de bemanning moet volgen bij het verzamelen, opslaan, verwerken en lozen van vuilnis aan boord, alsmede een aanwijzing van de persoon die belast is met de uitvoering van het plan.

Artikel 8c Vuilnisjournaal

• 1. Elk schip met een tonnage van 400 of meer en elk schip waarmee 15 personen of meer mogen worden vervoerd, heeft een vuilnisjournaal aan boord.

• 2. Het vuilnisjournaal is ingericht overeenkomstig het model als aangegeven in het Aanhangsel van Bijlage V van het Verdrag.

• 3. Van elke lozing of volledige verbranding van vuilnis wordt op de datum van de lozing of de verbranding melding gemaakt in het vuilnisjournaal, onder vermelding van:

  a. de datum en het tijdstip waarop de lozing of verbranding geschiedde;

  b. de positie van het schip ten tijde van de lozing of verbranding; en

  c. een omschrijving van het geloosde of verbrande vuilnis, tezamen met een schatting van de hoeveelheid daarvan.

  De aantekening wordt in de Nederlandse en in de Engelse taal gesteld.

• 4. Elke aantekening in het vuilnisjournaal wordt ondertekend door de officier, belast met het toezicht op de betreffende handeling. Elke ingevulde bladzijde van het vuilnisjournaal wordt ondertekend door de kapitein.

• 5. Het vuilnisjournaal wordt op een zodanige plaats aan boord bewaard dat het binnen een redelijke tijd beschikbaar is voor onderzoek door de daartoe bevoegde autoriteit. Het vuilnisjournaal wordt gedurende een periode van twee jaar na dagtekening van de laatste aantekening bewaard.

• 6. Indien een lozing als bedoeld in artikel 6 plaatsvindt, wordt in het vuilnisjournaal melding gemaakt van de omstandigheden waaronder en de redenen waarom de lozing geschiedde.

ARTIKEL II

In artikel 20, vijfde lid, onderdeel a, van het Besluit voorkoming olieverontreiniging door schepen² wordt «onderzoek door de daartoe bevoegde ambtenaren als bedoeld in artikel 14 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen.» vervangen door: onderzoek door de daartoe bevoegde autoriteit. .

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

^histnoot

's-Gravenhage, 13 november 1998

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Uitgegeven de achtste december 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Op 14 september 1995 heeft de Mariene Milieucommissie van de Internationale Maritieme Organisatie enige wijzigingen aangenomen van Bijlage V van het op 2 november 1973 te Londen totstandgekomen Internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met protocollen en bijlagen met aanhangsels (Trb.1975, 147 en 1978, 187) (hierna het Marpol-verdrag). Deze wijzigingen van Bijlage V zijn neergelegd in resolutie MEPC. 65(37) (Trb.1997, 138).

Het Marpol-verdrag is uitgevoerd in de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (hierna WVVS). Bijlage V van het Marpol-verdrag is uitgevoerd in het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen. Dit besluit is een algemene maatregel van bestuur op basis van de WVVS.

Het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen beoogt verontreiniging van de zee ten gevolge van het lozen van huishoudelijk afval en ander afval afkomstig uit de dagelijkse bedrijfsvoering aan boord te voorkomen dan wel zo veel mogelijk te beperken.

De wijzigingen van Bijlage V in resolutie MEPC. 65(37) betreffen de invoering van een aantal maatregelen ter verbetering van de uitvoering van deze Bijlage. Daartoe worden een informatiebord, een vuilnisbeheersplan en een vuilnisjournaal voorgeschreven.

Voorschrift 9, paragraaf 5, van Bijlage V is niet in deze wijziging overgenomen aangezien artikel 11, derde en vierde lid, van de WVVS hieraan al voldoende uitvoering geeft.

2. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

A

De wijziging in artikel 1, onderdeel a, betreft een correctie van de leestekens.

In verband met de invoering van het begrip «tonnage» in de artikelen 8b en 8c is het nodig hiervan een omschrijving op te nemen conform de omschrijving in het Besluit voorkoming olieverontreiniging door schepen. Hierbij wordt verwezen naar de omschrijving van het begrip in de Meetbrievenwet 1981.

B

In artikel 2, eerste lid, wordt de tekst van het besluit aangepast ter uitvoering van het gewijzigde voorschrift 2 van Bijlage V.

C

Artikel 8a strekt tot uitvoering van Voorschrift 9, paragraaf 1(a) en (b), van Bijlage V en betreft het aan boord ophangen van informatieborden waardoor de bemanning en passagiers geïnformeerd worden over de regels betreffende het verwerken van vuilnis. Op deze wijze raken de passagiers en met name de bemanning vertrouwd met de regels betreffende het verwerken van vuilnis en zullen deze dientengevolge ook eerder naleven.

Indien een reis wordt ondernomen naar een niet-Nederlandse haven of laad- en losplaats moeten de desbeteffende voorschriften tevens in de Engelse taal worden vermeld. De keuze voor het Engels houdt verband met het mondiale karakter van de doelgroep, die de Engelse taal als voertaal gebruikt.

Artikel 8b strekt ter uitvoering van Voorschrift 9, paragraaf 2, van Bijlage V. Elk schip met een tonnage van 400 of meer en elk schip waarmee 15 personen of meer mogen worden vervoerd, is verplicht een vuilnisbeheersplan aan boord te hebben.

Een vuilnisbeheersplan geeft de personen aan boord inzicht in de procedures voor de verwerking van vuilnis binnen de in Bijlage V gestelde randvoorwaarden, waarmee wordt voorkomen dat vuilnis zonder meer in zee wordt geloosd.

Het is de bedoeling dat de exploitant van het schip zorg draagt voor de totstandkoming van het vuilnisbeheersplan. Om de exploitant hierbij behulpzaam te zijn heeft de Internationale Maritieme Organisatie in resolutie MEPC. 71(38) richtlijnen opgesteld («Guidelines for the development of garbage management plans»). Het verdient aanbeveling deze richtlijnen zoveel mogelijk te volgen.

Aan boord is de kapitein verantwoordelijk voor de juiste naleving van de procedures uit het vuilnisbeheersplan.

Artikel 8c strekt ter uitvoering van Voorschrift 9, paragraaf 3, van Bijlage V. Elk schip met een tonnage van 400 of meer en elk schip waarmee 15 personen of meer vervoerd kunnen worden, is verplicht een vuilnisjournaal aan boord te hebben en bij te houden.

Het vuilnisjournaal moet worden bijgehouden opdat men een overzicht heeft van alle handelingen aan boord die betrekking hebben op het lozen of verbranden van vuilnis. In het vuilnisjournaal moet onder andere de datum en positie van het schip worden genoteerd ten tijde van een lozing en een omschrijving van het geloosde met een schatting van de hoeveelheid ervan.

Het model van het vuilnisjournaal wordt niet apart vastgesteld maar volstaan kan worden met te verwijzen naar het model zoals is vastgesteld in resolutie MEPC. 65(37) en opgenomen in het Aanhangsel van Bijlage V.

De controle op het bijhouden van het vuilnisjournaal kan geschieden in het kader van de vlaggenstaatcontrole (op grond van artikel 14 van de WVVS) en op basis van de Wet havenstaatcontrole.

Van de in voorschrift 9, paragraaf 4, van Bijlage V opgenomen mogelijkheid ten aanzien van schepen die reizen maken korter dan één uur ontheffing te verlenen van de eisen inzake het vuilnisjournaal, is geen gebruik gemaakt omdat onder Nederlandse vlag varende schepen in de praktijk geen reizen maken van minder dan één uur. Van een vrijstellingregeling voor dergelijke schepen is eveneens afgezien omdat deze in verband met controle op de reisduur bovendien tot aanmerkelijke handhavingslasten zou leiden.

Artikel II

Deze wijziging strekt ertoe om de formulering met betrekking tot het toezicht op het bijhouden van het oliejournaal in het Besluit voorkoming olieverontreiniging door schepen in overeenstemming te brengen met de formulering in artikel 9, vijfde lid, van het Besluit voorkoming verontreiniging door met schepen in bulk vervoerde schadelijke vloeistoffen en met de formulering in het door het onderhavige besluit ingevoegde artikel 8c van het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen. In deze besluiten wordt de formulering «onderzoek door de daartoe bevoegde autoriteit» gehanteerd, waarmee tot uitdrukking wordt gebracht dat controle op het oliejournaal zowel plaatsvindt in het kader van vlaggenstaatcontrole als havenstaatcontrole.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

---

1 Stb. 1988, 636, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 april 1995, Stb. 235.

2 Stb. 1986, 160, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 december 1996, Stb. 626.

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.