Besluit van 26 november 1998, houdende vaststelling van de datum van gedeeltelijke inwerkingtreding van de Telecommunicatiewet alsmede van de datum van inwerkingtreding van daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en vaststelling van de datum van gedeeltelijke intrekking van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen en van de Vergunningenwet kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 19 november 1998, nr HDTP/98/3638/MD, Hoofddirectie Telecommunicatie en Post;

Gelet op de artikelen 20.17 en 20.19 van de Telecommunicatiewet, artikel 23 van het Frequentiebesluit, artikel 46 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie, artikel 6 van het Besluit ONP-geschillenbeslechting, artikel 9 van het Besluit universele dienstverlening, artikel 3 van het Besluit aanwijzing openbare telecommunicatiediensten (geschillencommissie), artikel 5 van het Besluit aftappen openbare telecommunicatienetwerken en -diensten en artikel 11 van het Besluit overgangsrecht Telecommunicatiewet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Met ingang van 15 december 1998 treden in werking de volgende artikelen van de Telecommunicatiewet:

a. de artikelen van de hoofdstukken 1, 2 en 3;

b. de artikelen 4.1, eerste, derde en vierde lid, en 4.2 tot en met 4.10;

c. de artikelen 5.1, 5.2, eerste, tweede, derde en vijfde lid, en 5.3 tot en met 5.10;

d. de artikelen van de hoofdstukken 6, 7, 8 en 9;

e. de artikelen 10.1 tot en met 10.12 en 10.15 tot en met 10.19;

f. de artikelen 11.1 tot en met 11.5, 11.6, eerste lid, en 11.7 tot en met 11.10;

g. het artikel van hoofdstuk 12;

h. de artikelen 13.1 tot en met 13.6 en 13.8;

i. de artikelen van de hoofdstukken 14, 15, 16 en 17;

j. de artikelen 18.1 en 18.3 tot en met 18.14;

k. de artikelen 19.1 tot en met 19.6, 19.7, onderdelen A tot en met RR, TT tot en met YY, BBB tot en met FFF, KKK tot en met MMM, OOO en PPP, en de artikelen 19.8 tot en met 19.19;

l. de artikelen van hoofdstuk 20.

Artikel 2

Met ingang van 15 januari 1999 treedt in werking artikel 4.1, tweede lid, van de Telecommunicatiewet.

Artikel 3

Met ingang van 1 juni 1999 treedt in werking artikel 5.2, vierde lid, van de Telecommunicatiewet.

Artikel 4

Met ingang van 15 december 1998 treden in werking het Frequentiebesluit, het Besluit ONP huurlijnen en telefonie, het Besluit ONP-geschillenbeslechting, het Besluit universele dienstverlening, het Besluit aanwijzing openbare telecommunicatiediensten (geschillencommissie), het Besluit aftappen openbare telecommunicatienetwerken en -diensten en het Besluit overgangsrecht Telecommunicatiewet.

Artikel 5

Met ingang van 15 december 1998 vervallen de volgende artikelen van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen:

a. de artikelen van de hoofdstukken I, II, IIA, III, IV, IVB, V, VI, VIA, VIB, VIII en IX;

b. de artikelen 43 tot en met 43n, 48, derde tot en met tiende lid, en 48a tot en met 49;

c. artikel 50, eerste, tweede, vierde lid, onderdelen b en d, zesde lid en zevende lid, eerste volzin;

d. de artikelen van hoofdstuk XI, XII en XIII.

Artikel 6

Met ingang van 15 december 1998 vervallen de volgende artikelen van de Vergunningenwet kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur:

a. de artikelen van de hoofdstukken I en II;

b. de artikelen 4 tot en met 10 en 12 tot en met 15;

c. de artikelen van de hoofdstukken IV, V en VII.

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 november 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

Uitgegeven de derde december 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven