Besluit van 3 november 1998, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur op het terrein van verkeer en waterstaat met het oog op het herstel van leemten en overwegend wetstechnische gebreken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, van 10 juli 1998, Centrale Directie Juridische Zaken, nr. CDJZ 98/425, gedaan mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 26 van de Wet goederenvervoer over de weg, de artikelen 8 en 9 van de Wet Infrastructuurfonds, artikel 18 van de Wet Luchtverkeer, artikel 76, eerste lid, onderdelen c, k en l, van de Luchtvaartwet, de Wet personenvervoer, de artikelen 2, derde lid, 7, 11, 25, 27, eerste lid, 33 en 39 van de Wet vervoer binnenvaart, de artikelen 36, tweede lid, 50, vijfde lid, 73, tweede lid, onderdelen b en c, en 99, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994, de artikelen 10, 16, 27 en 33 van de Spoorwegwet en de artikelen 4, 4a en 5 van de Wet van 9 juli 1900, houdende nadere regeling van den dienst en het gebruik van spoorwegen, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd (Stb. 118), artikel 2a van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de artikelen 19, 22, tweede lid, 23, vierde lid, en 58, eerste lid, van de Binnenschepenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 30 juli 1998, no. W09.98.0323);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 oktober 1998, nr. CDJZ 98/892, Centrale Directie Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit goederenvervoer over de weg1 wordt als volgt gewijzigd:

De aanduiding «1.» voor de tekst van artikel 51 vervalt.

ARTIKEL II

Het Besluit Infrastructuurfonds2 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 2, derde lid, wordt «Tijdelijke beleidsregeling vaarwegaansluitingen» vervangen door: Tijdelijke beleidsregeling bijdragen vaarwegaansluitingen.

B. In artikel 28a, vierde lid, wordt «De artikelen 4, 5, 6, tweede en derde lid en 7 tot en met 14a» vervangen door: De artikelen 4, 5, 6, tweede en derde lid, 7, 8, 9, tweede lid, en 10 tot en met 14a.

ARTIKEL III

Het Besluit kwalificaties luchtverkeersdienstverlening3 wordt als volgt gewijzigd:

Het als artikel 23 genummerde artikel, inhoudende de vaststelling van de citeertitel, wordt tot artikel 24 vernummerd.

ARTIKEL IV

Het Besluit ongeregeld luchtvervoer4 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 5 en het opschrift van artikel 5 vervallen.

ARTIKEL V

Het Besluit personenvervoer5 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 167 komt te luiden:

Artikel 167

Overtreding van elk der voorschriften, vervat in de artikelen 17, 20, tweede lid, 45, vierde en vijfde lid, 47, tweede lid, 50, eerste en tweede lid, 51, 52, 53, 56, 57, derde, vierde en vijfde lid, 59, tweede, derde en vierde lid, 60, 117c, 117d, derde lid, 117e, 120a, derde lid, 121, 125, 125a, 126, eerste lid, 128, 129, 130, 131, 134, 135, 137, 138, 139, 140, eerste lid, 141, 144, 145, 146, 146b, 146c, 146d, 147, derde lid, 148, 149 en 152, vormt een strafbaar feit.

ARTIKEL VI

Het Besluit slotallocatie6 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 6, onderdeel a, wordt «natuurlijk of rechtspersoon» vervangen door: natuurlijke persoon of rechtspersoon.

B. Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 1997.

C. Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit slotallocatie.

ARTIKEL VII

Het Besluit vaarbewijzen binnenvaart7 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1, eerste lid, onderdeel m, wordt geletterd onderdeel l.

ARTIKEL VIII

Het Besluit vervoer binnenvaart8 wordt als volgt gewijzigd:

De aanduiding «2.» voor de tekst van artikel 8 vervalt.

ARTIKEL IX

Het Kentekenreglement9 wordt als volgt gewijzigd:

A. In de artikelen 18, eerste lid, en 34, derde lid, wordt «artikel 6.15, eerste lid» telkens vervangen door: artikel 6.16, eerste lid.

B. Artikel 56 vervalt.

ARTIKEL X

Het koninklijk besluit van 12 juni 1936 tot instelling van een Rijksverkeersinspectie (Stb. 573)10 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 1 wordt «Onze Minister met de uitvoering van dit besluit belast» vervangen door: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.

B. Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit instelling Rijksverkeersinspectie.

C. De artikelen 12 en 13 vervallen.

ARTIKEL XI

Het koninklijk besluit van 17 december 1997, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur op het terrein van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat aan de Wet van 20 juni 1996 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Derde tranche Algemene wet bestuursrecht) (Stb. 726) wordt als volgt gewijzigd:

Artikel XVI, onderdelen G en H, vervallen.

ARTIKEL XII

Het Lozingenbesluit Wvo vaste objecten11 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 5, onderdeel b, komt te luiden:

b. conserveringswerkzaamheden met behulp van een techniek uit cluster 5, waarbij een stof uit categorie C wordt gebruikt.

ARTIKEL XIII

Het Metroreglement12 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

De onderdelen b en c komen te luiden:

b. ambtenaren belast met het toezicht: de ambtenaren, bedoeld in artikel 10 van de Spoorwegwet;

c. spoorweg: spoorwegdienst als bedoeld in de Spoorwegwet, al dan niet onder beheer van een publiekrechtelijk lichaam;.

B. In artikel 66, tweede lid, onderdeel a, wordt «de Minister„» vervangen door: de Minister.

ARTIKEL XIV

Het Reglement dienst hoofd- en lokaalspoorwegen13 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

De onderdelen b en c komen te luiden:

b. ambtenaren belast met het toezicht: de ambtenaren, bedoeld in artikel 10 van de Spoorwegwet;

c. Directie: bestuurders van een spoorwegdienst als bedoeld in artikel 9 van de Spoorwegwet;.

ARTIKEL XV

Het Tarievenbesluit luchtvervoer14 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Het is een luchtvaartmaatschappij verboden andere tarieven te berekenen voor geregeld luchtvervoer van en naar Nederland dan de tarieven waarmee Onze Minister heeft ingestemd.

B. In de artikelen 3, 4,eerste lid, 5, eerste en tweede lid, 6, derde lid, en 8 wordt «goedkeuring» respectievelijk «goedkeuring van» telkens vervangen door «instemming» respectievelijk «instemming met».

C. Artikel 5, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Met een tarief is ingestemd indien Onze Minister niet binnen vijftien dagen te kennen heeft gegeven instemming eraan te onthouden.

D. Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «Het tarief wordt goedgekeurd» vervangen door: Met het tarief wordt ingestemd.

2. In het tweede lid wordt «de termijn waarvoor het is goedgekeurd» vervangen door: de termijn waarvoor met het tarief is ingestemd.

E. In artikel 8, eerste lid, onderdelen c en d, wordt «de goedgekeurde tarieven» respectievelijk «het goedgekeurde tarief» vervangen door «de tarieven waarvoor instemming is verleend» respectievelijk «het tarief waarvoor instemming is verleend».

F. Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

Dit besluit wordt aangehaald als: Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer.

ARTIKEL XVI

Het Voertuigreglement15 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 4.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.6a

Artikel 72, eerste lid, van de wet geldt niet voor:

a. bij ministeriële regeling aangewezen motorrijtuigen en aanhangwagens:

1°. waarvoor een bijzonder kenteken als bedoeld in het Kentekenreglement is opgegeven,

2°. die een keuring als bedoeld in de artikelen 22 of 26 van de wet ondergaan en waarvoor een bij ministeriële regeling vastgesteld kenteken is opgegeven, of

3°. op de dag waarop zij overeenkomstig de bij ministeriële regeling vastgestelde voorschriften worden onderzocht in verband met de afgifte of wijziging van een kenteken- of registratiebewijs of met de teruggave van het voor dat motorrijtuig afgegeven kentekenbewijs waarvan op grond van artikel 60 van de wet de overgifte is gevorderd;

b. bij ministeriële regeling aangewezen categorieën van rijdende werktuigen.

ARTIKEL XVII

  • 1. Dit besluit, met uitzondering van de artikelen II, III, V, VIII, XII en XV, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt voor wat betreft artikel IX, onderdeel A, terug tot en met 10 december 1997, werkt voor wat betreft artikel XI terug tot en met 1 januari 1998, en werkt voor wat betreft artikel XVI terug tot en met 1 januari 1995.

  • 2. De artikelen II, III, V en XV treden in werking twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit is geplaatst. Artikel II, onderdeel B, werkt terug tot en met 1 januari 1998.

  • 3. Artikel VIII treedt in werking met ingang van 1 december 1998.

  • 4. Artikel XII treedt in werking vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit is geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 3 november 1998

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer a.i.,

T. Netelenbos

Uitgegeven de zesentwintigste november 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

§ 1. Algemeen

Dit besluit strekt ertoe om in aansluiting op het voorstel voor de Reparatiewet I (kamerstukken II 1997/98, 25 836, nrs. 1–3) overwegend wetstechnische aanpassingen tot stand te brengen in de regelgeving op het niveau van de algemene maatregel van bestuur op het terrein van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Het onderhavige besluit heeft primair betrekking op het herstel van leemten en (overwegend) wetstechnische gebreken. Behalve herstel van wetstechnische gebreken wordt op een enkel onderdeel ook zogenoemd «dor hout» in de regelgeving gekapt: vergeten, uitgewerkte of niet meer toegepaste regelgeving wordt ingetrokken. Het besluit bevat geen wijzigingen met beleidsinhoudelijke betekenis. De meeste wijzigingen spreken voor zich; waar zinvol worden zij hierna afzonderlijk toegelicht.

§ 2. Artikelen

ARTIKEL II. Besluit Infrastructuurfonds

De onderhavige wijziging in artikel 2, derde lid, van het Besluit Infrastructuurfonds, brengt de aanhaling van de daarin genoemde Tijdelijke beleidsregeling vaarwegaansluitingen in overeenstemming met de daaraan toegekende citeertitel.

Bij de wijziging van het onderhavige besluit in het kader van de aanpassing aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht is in artikel 28a, vierde lid, abusievelijk artikel 9 van overeenkomstige toepassing verklaard. Hiermee zijn onbedoeld de subsidiepercentages die op grond van artikel 9, eerste lid, op grote projecten van toepassing zijn, ook voor bijzondere subsidies van toepassing geworden. Artikel 28a beoogde juist de minister meer vrijheid te geven bij het bepalen van de kosten welke voor een vergoeding in aanmerking komen en bij het bepalen van de hoogte van het subsidiebedrag. Het derde lid van artikel 28a en paragraaf 3 van de nota van toelichting bij het besluit van 8 december 1995 (Stb. 1995, 619) geven dit ook duidelijk aan. Met het oog op het voorkomen van onwenselijke gevolgen van de hiervoor bedoelde, onjuiste wijze van aanpassing aan de Awb wordt aan dit onderdeel van het besluit terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 1998.

ARTIKEL III. Besluit kwalificaties luchtverkeersdienstverlening

Het onderhavige besluit heeft twee artikelen die als artikel 23 zijn genummerd. Het laatste artikel 23 wordt hierbij vernummerd.

ARTIKEL IV. Besluit ongeregeld luchtvervoer

Het Besluit ongeregeld luchtvervoer is abusievelijk niet aangepast aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb) derde tranche.

Voor de ratio van deze aanpassing zij verwezen naar de memorie van toelichting bij de Aanpassingswet derde tranche Awb I (kamerstukken II, 1996/97, 25 280, nr. 3); zie hiervoor de zogenoemde standaardaanpassing 229.

ARTIKEL V. Besluit personenvervoer

In artikel 167 van het Besluit personenvervoer wordt overtreding van de daarin vermelde bepalingen aangemerkt als strafbare feiten in de zin van artikel 93, tweede lid, van de Wet personenvervoer. Aangezien dat artikellid een wijziging van de Wet op de economische delicten betreft, heeft dat artikellid geen zelfstandige betekenis. De in artikel 167 opgenomen verwijzing naar de wet – dat wil zeggen de zinsnede «in de zin van artikel 93, tweede lid, van de wet» kan derhalve vervallen. Volstaan kan worden met de mededeling «vormt een strafbaar feit», De onderhavige wijziging strekt daartoe.

ARTIKEL VI. Besluit slotallocatie

Met onderdeel A wordt een redactionele verbetering aangebracht. De onderdelen B en C vloeien voort uit het feit dat bij de bekendmaking in het Staatsblad van de bepaling inzake de inwerkingtreding en de bepaling inzake de citeertitel van het Besluit slotallocatie (artikel 7 van dat besluit) een gedeelte van de tekst is weggevallen. Deze leemte wordt door het opnieuw vaststellen van de tekst van de desbetreffende bepalingen hersteld.

ARTIKEL VII. Besluit vaarbewijzen binnenvaart

Ingevolge het koninklijk besluit van 6 maart 1998, houdende wijziging van het Besluit vaarbewijzen binnenvaart (Stb. 150), zijn de onderdelen b tot en met l , van artikel 1, eerste lid, van het Besluit vaarbewijzen binnenvaart, geletterd tot de onderdelen a tot en met k. Hierbij is verzuimd tevens de lettering van onderdeel m aan te passen. Deze omissie wordt hierbij hersteld. Op grond van artikel 58, tweede lid, van de Binnenschepenwet is de ontwerp-tekst van de onderhavige wijziging in de Staatscourant bekendgemaakt (Stcrt. 1998, 130, blz. 4) en is daarvan aan de Staten-Generaal mededeling gedaan.

ARTIKEL VIII. Besluit vervoer binnenvaart

Bij de in artikel 8 van het Besluit vervoer binnenvaart aangebrachte wijziging ingevolge het koninklijk besluit van 12 november 1993, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan de Algemene wet bestuursrecht (Stb. 627), is verzuimd de aanduiding «2.» voor het tweede lid te laten vervallen. Deze omissie wordt hierbij hersteld.

ARTIKEL IX. Kentekenreglement

Onderdeel A betreft een aanpassing aan de vernummering van artikel 6.15 tot 6.16 van het Voertuigreglement ingevolge het koninklijk besluit van 24 november 1997, houdende wijziging van het Voertuigreglement, Stb. 603 (in werking getreden 10 december 1997). Onderdeel B betreft het schrappen een overgangsvoorziening die inmiddels is uitgewerkt.

Op grond van artikel 2b, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is de onderhavige wijziging in ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.

ARTIKEL X. Besluit instelling Rijksverkeersinspectie

Dit besluit wordt alsnog van een citeertitel voorzien. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt de uitgewerkte bepalingen van het besluit te laten vervallen.

ARTIKEL XI. Koninklijk besluit van 17 december 1997

Het in dit artikel aangehaalde koninklijk besluit bevat in de genoemde artikelonderdelen van het besluit wijzigingen van het Besluit radio-elektrische inrichtingen die niet konden worden verwerkt in laatstgenoemd besluit in verband met de wijzigingen die in dat besluit zijn aangebracht bij het opnieuw vaststellen van dat besluit op 16 december 1997 in het kader van de van de zogenoemde Securitel-hersteloperatie. De niet te verwerken wijzigingen van eerstgenoemd koninklijk besluit gingen uit van de voordien geldende tekst van het Besluit radio-elektrische inrichtingen. De desbetreffende wijzigingen worden thans met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 1998 geschrapt.

ARTIKEL XII. Lozingenbesluit Wvo vaste objecten

Artikel 5, onderdeel b, van het Lozingenbesluit Wvo vaste objecten wordt hiermee in overeenstemming gebracht met de beoogde indeling van werkzaamheden die tot uiting komt in artikel 4, aanhef en onderdeel b, van dat besluit en in het toelichtend schema II, opgenomen in bijlage 1, behorende bij de nota van toelichting bij dat besluit.

Ingevolge artikel 33a van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren is de voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur gedaan in overeenstemming met mijn ambtgenoot van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer.

Ter uitvoering van artikel 33a, tweede lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren is de ontwerp-tekst van de onderhavige wijziging in de Staatscourant bekendgemaakt (Stcrt. 1998, 130, blz. 4) en is daarvan aan de Staten-Generaal mededeling gedaan.

ARTIKEL XIII. Metroreglement

Abusievelijk is bij de aanpassing van het Metroreglement aan de derde tranche van de Awb – ingevolge het koninklijk besluit van 17 december 1997, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur op het terrein van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat aan de Wet van 20 juni 1996 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Derde tranche Algemene wet bestuursrecht) (Stb. 726) – een verkeerd onderdeel vervangen. Deze vergissing wordt hersteld door deze onderdelen opnieuw te formuleren.

ARTIKEL XIV. Reglement dienst hoofd- en lokaalspoorwegen

Deze wijziging heeft dezelfde reden als de hiervoor besproken wijziging van het Metroreglement.

ARTIKEL XV. Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer

Deze regeling is niet aangepast aan de Algemene wet bestuursrecht derde tranche.

Deze omissie wordt met de onderhavige wijzigingen hersteld. Voor wat de afzonderlijke aanpassingen betreft, zij verwezen naar de memorie van toelichting bij de Aanpassingswet derde tranche Awb I (kamerstukken II 1996/97, 25 280, nr. 3), standaardaanpassing 234.

Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt de citeertitel opnieuw vast te stellen.

Gebleken is dat de wijziging van de citeertitel van de onderhavige regeling ingevolge artikel IV, onderdeel J, van het koninklijk besluit van 20 juni 1994, houdende wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur in verband met de inwerkingtreding van communautaire regelgeving op het gebied van luchtvervoer (Stb. 493) in enkele commerciële edities van de tekst van deze regeling niet was doorgevoerd, zodat daarover in de rechtspraktijk onduidelijkheid is ontstaan. Die onduidelijkheid wordt met het opnieuw vaststellen van de citeertitel weggenomen.

ARTIKEL XVI. Voertuigreglement

Bij ministeriële regeling is een aantal motorrijtuigen uitgezonderd van de periodieke keuringsplicht. De oorspronkelijke regeling dateert van 5 december 1994 (in werking getreden op 1 januari 1995) en is in het kader van de Securitel-hersteloperatie opnieuw vastgesteld op 15 december 1997, Stcrt. 245 (Regeling uitzondering keuringsplicht).

Gebleken is dat deze regeling onvoldoende duidelijke basis heeft in het Voertuigreglement. Deze onduidelijkheid wordt hiermee weggenomen. In het besluit is met het oog op de rechtszekerheid voorzien in terugwerkende kracht van deze (niet-belastende) wijziging tot en met 1 januari 1995.

Op grond van artikel 2b, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is de onderhavige wijziging in ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.

ARTIKEL XVII. Inwerkingtreding

De terugwerkende kracht van de artikelen II, onderdeel B, XI en XVI is hiervoor reeds toegelicht.

De uitgestelde inwerkingtreding van artikel XII vloeit voort uit artikel 33a, derde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.

De uitgestelde inwerkingtreding van artikel II vloeit voort uit artikel 15 van de Wet Infrastructuurfonds.

De uitgestelde inwerkingtreding van artikel V vloeit voort uit artikel 78 van de Wet personenvervoer. De uitgestelde inwerkingtreding van de artikelen III en XV vloeit voort uit artikel 76, vierde lid, van de Luchtvaartwet.

Overeenkomstig artikel 33a, derde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren wordt het besluit na de plaatsing van het besluit in het Staatsblad toegezonden aan beide kamers der Staten-Generaal. Daarmee wordt tevens voldaan aan de in de andere hiervoor genoemde wetsbepalingen opgenomen verplichting om van de plaatsing in het Staatsblad aan de Staten-Generaal mededeling te doen.

Het tijdstip van inwerkingtreding van artikel VII is bepaald op 1 december 1998 ten einde interferentie te voorkomen met de wijziging van artikel 8 van het Besluit vervoer binnenvaart (met ingang van 30 november 1998) ingevolge het koninklijk besluit van 18 juni 1998, Stb. 366, houdende aanpassing van het Besluit vervoer binnenvaart aan richtlijn nr. 96/75/EG (liberalisering van de binnenvaart).

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos


XNoot
1

Stb. 1992, 197, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 september 1995, Stb. 466.

XNoot
2

Stb. 1993, 629, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 9 december 1997, Stb. 673.

XNoot
3

Stb. 1993, 728, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 mei 1998, Stb. 340.

XNoot
4

Stb. 1975, 227, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20 juni 1994, Stb. 493.

XNoot
5

Stb. 1987, 506, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 10 september 1998, Stb. 563.

XNoot
6

Stb. 1997, 635.

XNoot
7

Stb. 1982, 623, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 maart 1998, Stb. 150.

XNoot
8

Stb. 1992, 232, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 juni 1998, Stb. 366.

XNoot
9

Stb. 1994, 760, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 februari 1998, Stb. 74.

XNoot
10

Laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 september 1997, Stb. 409.

XNoot
11

Stb. 1998, 43.

XNoot
12

Stb. 1981, 700, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 oktober 1998, Stb. 618.

XNoot
13

Stb. 1977, 152, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 oktober 1998, Stb. 618.

XNoot
14

Stb. 1990, 563, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20 juni 1994, Stb. 493.

XNoot
15

Stb. 1994, 450, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 juli 1998, Stb. 532.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven