Besluit van 9 oktober 1998 tot wijziging van het Besluit beslistermijnen sociale verzekeringswetten in verband met de inwerkingtreding van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 juli 1998, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/WV/98/3045;

Gelet op artikel 50, eerste lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;

De Raad van State gehoord (advies van 7 augustus 1998, No. W12.98.0335.);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, drs. J. F. Hoogervorst, van 30 september 1998, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/WV/98/20273;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

1. Het Besluit beslistermijnen sociale verzekeringswetten1 wordt als volgt gewijzigd:

In de titel van hoofdstuk IV wordt «Algemene Arbeidsongeschiktheidswet» vervangen door: Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten.

2. Artikel 5 komt als volgt te luiden:

Artikel 5

  • 1. Een beschikking ingevolge hoofdstuk 4, paragraaf 1 of paragraaf 3, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten wordt gegeven binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Een beschikking als bedoeld in artikel 24 van die wet wordt gegeven binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag, indien de aanvraag betrekking heeft op het verkrijgen van een reïntegratie-uitkering welke verband houdt met scholing, en binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag, indien de aanvraag betrekking heeft op het verkijgen van een reïntegratie-uitkering welke verband houdt met een proefplaatsing.

  • 3. Een beschikking tot verlening van subsidie als bedoeld in artikel 44, tweede lid, van die wet wordt gegeven binnen zeventien weken na een door het Landelijk instituut sociale verzekeringen te bepalen datum vóór welke aanvragen van subsidies als bedoeld in dat lid dienen te zijn ingediend. Een beschikking tot vaststelling van subsidie als bedoeld in artikel 44, tweede lid, van die wet wordt gegeven binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 4. De overige beschikkingen op aanvraag ingevolge die wet worden gegeven binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

ARTIKEL II

De wijzigingen van het Besluit beslistermijnen sociale verzekeringswetten in artikel I van dit besluit hebben uitsluitend betrekking op beschikkingen op aanvraag, waarvan de aanvraag is ingediend op een datum gelegen op of na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 9 oktober 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de twintigste oktober 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In dit besluit wordt het Besluit beslistermijnen sociale verzekeringswetten gewijzigd als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet REA) per 1 juli 1998.

Artikelsgewijs

Artikel I

Artikel 50, eerste lid, Wet REA geeft, net als diverse andere artikelen in de socialeverzekeringswetten, de mogelijkheid bij algemene maatregel van bestuur regels te stellen over de termijnen waarbinnen het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) en daarmee de uitvoeringsinstellingen (uvi's) een beschikking op aanvraag moeten geven. Deze termijnen zijn neergelegd in het Besluit beslistermijnen sociale verzekeringswetten. In artikel I wordt hoofdstuk IV van laatstgenoemd besluit zo gewijzigd, dat de beslistermijnen die voor de uitvoering van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) golden, vervangen worden door beslistermijnen voor de uitvoering van de Wet REA. Bij de inwerkingtreding van de Wet REA zijn immers de laatste artikelen van de AAW komen te vervallen.

Wat betreft de nieuw voorgestelde termijnen voor de Wet REA wordt het volgende opgemerkt. Voor de meeste beschikkingen op aanvraag zal – aansluitend op de in artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) neergelegde «redelijke termijn» – ingevolge het vierde lid van het voorgestelde artikel 5 een beslistermijn van acht weken gelden.

Deze termijn wordt slechts voor een beperkt aantal gevallen verlengd. Allereerst betreft dit gevallen waarin het Lisv/de uvi's dienen te besluiten over het toekennen van reïntegratie-instrumenten voor arbeidsgehandicapte niet-werknemers. Het gaat hier om de voorzieningen bedoeld in artikel 22 Wet REA (hoofdstuk 4, paragraaf 1) en om toelagen, inkomenssuppletie en het verlenen van starterskrediet aan arbeidsgehandicapte zelfstandigen (hoofdstuk 4, paragraaf 3 Wet REA). Gekozen is voor een beslistermijn van dertien in plaats van acht weken. De reden hiervoor is dat betrokkenen op het moment van de aanvraag vaak nog niet bij de uvi bekend zullen zijn. Dit zal vaak met zich brengen dat, ten opzichte van instrumenten voor werknemers, extra activiteiten moeten worden verricht voordat over een aanvrage kan worden beslist. Zo zal vaak eerst moeten worden vastgesteld of betrokkene wel arbeidsgehandicapt is, terwijl soms ook zal moeten worden vastgesteld wat het inkomen van een arbeidsgehandicapte is. Ten tweede gaat het hier om door het Lisv aan instituten te verlenen subsidies als bedoeld in artikel 44, tweede lid, Wet REA. Omdat het hier gaat om tamelijk complexe beoordelingen, waarbij de vele aanvragen bovendien in onderling verband moeten worden bezien, is gekozen voor een beslistermijn van zeventien weken. Deze zeventien weken gaan lopen vanaf een door het Lisv vast te stellen deadline voor de indiening van aanvragen. Voor de subsidievaststelling op grond van artikel 44, tweede lid, ten slotte, zal weer een termijn van dertien weken gelden.

Aan de andere kant is in een tweetal gevallen voor een kortere beslistermijn dan acht weken gekozen. Het Lisv/de uvi dient namelijk binnen twee weken te besluiten over aanvragen tot het verlenen van een reïntegratie-uitkering bij proefplaatsing en binnen vier weken bij het aanvragen van zo'n uitkering bij scholing. Voor de redenen daarvoor wordt verwezen naar hoofdstuk 7 van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (kamerstukken II 1996/97, 25 478, nr. 3) en naar de toelichting bij onderdeel N van de eerste nota van wijziging bij dat wetsvoorstel (nr. 7).

Artikel II

De wijziging van het Besluit beslistermijnen sociale verzekeringswetten zal alleen van toepassing zijn op aanvragen ingediend op of na de datum van inwerkingtreding van dit besluit. Dit betekent dat voor het geven van beschikkingen op aanvragen ingediend tussen 1 juli 1998 en die inwerkingtredingsdatum, de redelijke termijn van de AWB (acht weken, echter met mogelijkheid van uitstel) geldt.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Stb. 1993, 779, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 december 1997, Stb. 796.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 10 november 1998, nr. 215.

Naar boven