Besluit van 19 januari 1998, houdende vaststelling datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, en artikel IV van de Wet van 18 december 1997, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. 1998 (fiscale structuurversterking) (Stb. 731)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 14 januari 1998, nr. WDB98/4M;

Gelet op artikel IX, eerste lid, van de Wet van 18 december 1997, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. 1998 (fiscale structuurversterking) (Stb. 731);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdeel D, en artikel IV van de Wet van 18 december 1997, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. 1998 (fiscale structuurversterking) (Stb. 731) treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 19 januari 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de twaalfde februari 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel IX van de Wet van 18 december 1997, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. 1998 (fiscale structuurversterking) (Stb. 731) is opgenomen dat artikel I, onderdeel D, en artikel IV van deze wet in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, doch niet eerder dan het tijdstip waarop een protocol is gesloten tussen de landen van het Koninkrijk, waarin een aantal zaken dienen te zijn geregeld. Op 7 januari 1998 is dit protocol gesloten, zodat de hiervoor genoemde artikelen met terugwerkende kracht tot die datum in werking treden. In deze artikelen is bepaald dat de investeringsaftrek, de energie-investeringsaftrek, de willekeurige afschrijving en de fiscale groenregeling van overeenkomstige toepassing zijn op investeringen in de Nederlandse Antillen en Aruba. De nadere uitwerking zal plaatsvinden in een tweetal ministeriële regelingen. In de ene regeling zullen de bedrijfsmiddelen worden aangewezen waarop de (energie-)investeringsaftrek respectievelijk de willekeurige afschrijving kan worden toegepast. In de andere regeling zal nader worden uitgewerkt welke projecten of categorieën van projecten op de Nederlandse Antillen of Aruba als groenproject kunnen worden aangemerkt en onder welke voorwaarden en op welke wijze de zogenoemde groenverklaring kan worden verkregen.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Naar boven