Wet van 1 juli 1998, houdende wijziging van de IJkwet in verband met de erkenning van ijkbevoegden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de bepalingen van de IJkwet met betrekking tot de erkenning van ijkbevoegden aan te passen teneinde erin te voorzien dat een dergelijke erkenning niet wordt verleend in strijd met het bij of krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bepaalde;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 26 van de IJkwet1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «12 tot en met 17 en artikel 21a» vervangen door «en 12 tot en met 17» en vervalt de zinsnede «zulks met uitzondering van een krachtens artikel 21a vastgestelde vorm van keuring, die gelijkwaardig is aan het onderzoek, bedoeld in artikel 11a, en als zodanig door Onze Minister is aangewezen,».

2. Onder verlettering van onderdeel c tot d wordt een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:

c. ten aanzien van voorwerpen als onder a bedoeld, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur daartoe aangewezen categorie, de werkzaamheden te verrichten, voortvloeiende uit het bij of krachtens artikel 21a bepaalde, zulks met uitzondering van een krachtens artikel 21a vastgestelde vorm van keuring, die gelijkwaardig is aan het onderzoek, bedoeld in artikel 11a, en als zodanig door Onze Minister is aangewezen,.

ARTIKEL II

Een erkenning als bedoeld in artikel 26b van de IJkwet die voor de inwerkingtreding van deze wet in strijd met het bij of krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bepaalde is verleend, kan door Onze Minister van Economische Zaken worden vernietigd.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 1 juli 1998

Beatrix

De Minister van Economische Zaken a.i.,

G. Zalm

Uitgegeven de tiende september 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1997, 693.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1997/98, 26 013.

Handelingen II 1997/98, blz. 5950.

Kamerstukken I 1997/98, 26 013 (387).

Handelingen I 1997/98, blz. 1770–1771.

Naar boven