Besluit van 27 juli 1998, houdende wijziging van het Voertuigreglement

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 april 1998, nr. DGP/WJZ/V – 821174, Directoraat-Generaal Personenvervoer;

Gelet op:

– Richtlijn nr. 96/63/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 september 1996 houdende wijziging van richtlijn 76/432/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de reminrichtingen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 253);

– de Wegenverkeerswet 1994;

De Raad van State gehoord (advies van 15 mei 1998, nr. W09.98.0141);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 juli 1998, nr. CDJZ/WJZ/360–98, Centrale Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 5.8.38 van het Voertuigreglement1 wordt vervangen door:

Artikel 5.8.38

  • 1. Landbouwtrekkers moeten zijn voorzien van een bedrijfsrem die ten minste op de wielen van één as werkt; indien op meer dan één as wordt geremd, mag één as ontkoppeld zijn mits bij het in werking stellen van de bedrijfsrem deze as automatisch weer wordt gekoppeld en mits bij een storing in het koppelingssysteem dit automatisch geschiedt.

  • 2. Landbouwtrekkers met een maximum snelheid van niet meer dan 30 km/h moeten zijn voorzien van een bedrijfsrem, waarvan de remvertraging op een droge of nagenoeg droge en ongeveer horizontaal liggende weg ten minste 2,4 m/s2 bedraagt, bij een pedaalkracht van niet meer dan 600 N.

  • 3. Landbouwtrekkers met een maximum snelheid van meer dan 30 km/h moeten zijn voorzien van een bedrijfsrem, waarvan de remvertraging op een droge of nagenoeg droge en ongeveer horizontaal liggende weg ten minste 3,1 m/s2 bedraagt, bij een pedaalkracht van niet meer dan 600 N.

  • 4. Het voertuig mag door het remmen geen zijwaartse beweging maken.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

Tavarnelle, 27 juli 1998

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Uitgegeven de achtste september 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

De Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft op 30 september 1996 richtlijn 96/63/EG vastgesteld houdende wijziging van richtlijn 76/432/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de reminrichtingen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 253). Laatstbedoelde richtlijn is een van de bijzondere richtlijnen in het kader van de typegoedkeuring van landbouwtractoren. Richtlijn 96/63/EG is voor wat betreft de typegoedkeuring geïmplementeerd in de regeling van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 10 maart 1977, nr. J 2993 (Stcrt. 60).

Richtlijn 96/63/EG vervangt de remvertraging uitgedrukt in m/s2 door een formule die de maximale remafstand bepaalt afhankelijk van de constructiesnelheid van het voertuig. Deze formule is hanteerbaar bij de typegoedkeuring, doch niet bij de controle op de weg ingevolge het Voertuigreglement. Onderdeel van de formule vormt namelijk de door de constructie bepaalde maximum snelheid. Deze is bij controle op de weg niet te achterhalen. Om die reden is er voor gekozen het systeem van de remvertraging uitgedrukt in m/s2 zoals thans voorkomt in het Voertuigreglement te handhaven, zij het dat een onderscheid gemaakt is tussen landbouwtrekkers met een maximum snelheid van niet meer dan 30 km/h en met een maximum snelheid van meer dan 30 km/h. Er is namelijk een wijziging van de kaderrichtlijn typegoedkeuring landbouwtrekkers tot stand gekomen, waarbij de door de constructie bepaalde maximum snelheid wordt verhoogd van 30 naar 40 km/h. Uitgaande van de uitkomsten van bovengenoemde formule bij de typegoedkeuring, is de remvertraging van landbouwtrekkers met een maximum snelheid van meer dan 30 km/h berekend op 3,1 m/s2. Deze remvertraging is door de politie te meten met de bestaande apparatuur. De remvertragingen berekend overeenkomstig de formule bij de typegoedkeuring en die vermeld in het Voertuigreglement zijn geheel identiek.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink


XNoot
1

Stb. 1994, 450, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 juni 1998, Stb. 410.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven